Toutes les actualités du Ministre, les actualités politiques liées directement ou indirectement aux compétences sur lesquelles le cabinet travaille.

Minister Clerfayt licht Brussels plan voor digitale toegankelijkheid toe op Numéricamp

Actualiteit
•	Minister Bernard Clerfayt stelt het plan voor digitale toegankelijkheid voor tijdens Numéricamp d’Arras.

Op 21 en 22 maart heeft de Communauté urbaine d’Arras haar “Numéricamp” georganiseerd. Driehonderd deelnemers uit de bedrijfswereld, mandatarissen, verantwoordelijken van verenigingen en directeurs van hogescholen waren op de afspraak voor deze regionale ontmoeting. De organisatoren hadden Bernard Clerfayt, de minister van Digitalisering, uitgenodigd op dit evenement. Zijn plan voor digitale toegankelijkheid (PDT) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was een opvallend initiatief dat van ons gewest een pionier maakt op het vlak van digitalisering van de overheidsdiensten.

De tussenkomst van de minister tijdens de rondetafel draaide om de vraag: “Moet de digitalisering van de overheidsdiensten voortgezet, versneld of vertraagd worden, gelet op het feit dat bepaalde burgers digitaal afhaken?”

Bernard Clerfayt bracht in herinnering dat de COVID-crisis en de opeenvolgende lockdowns trendversnellend hebben gewerkt. “De sterkste trend was de digitalisering van alle aspecten van onze samenleving. En de overheidsdiensten vormden daar geen uitzondering op.”

Deze tendens wordt versterkt door de verwachtingen van de burgers. “Ze verwachten dat de digitale technologie hun dagelijks leven kan verbeteren en hun leven kan vergemakkelijken: tijd winnen, hun administratieve handelingen uitvoeren wanneer ze dat willen, etc.”

In het Brussels Gewest behoren de verschillende aspecten van een bevoegdheid vaak tot meerdere instellingen. Het Gewest is bevoegd voor een deel, de federale staat voor een ander deel en de gemeenten ten slotte spelen ook, als buurtactoren, een specifieke rol. De uitdaging bestond er dus in de procedures te harmoniseren en een nieuw IT-beheer vast te stellen. “Hoe kunnen we de Brusselse besturen, die elk hun specifieke karakter hebben, samen laten functioneren, zonder de IT-kosten de pan uit te laten swingen?”

Vervolgens haalt de minister zijn ontwerp voor een regelgeving aan dat de naam “Digitaal Brussel” kreeg en dat beoogt dat elke administratieve handeling online kan worden uitgevoerd, terwijl er een alternatief blijft bestaan voor mensen die digitaal niet mee zijn. Kortom, een administratie die 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 geopend is.

Plan voor digitale toegankelijkheid (PDT)

De minister benadrukte van bij het begin hoe belangrijk het is aandacht te schenken aan het verwerven van vaardigheden door de burgers. We kunnen niet digitaliseren zonder de burgers oplossingen te bieden om hun vaardigheden te verbeteren. “Deze digitalisering kan niet ten koste van hen gebeuren en ook zij moeten meedoen.”

Vervolgens werden enkele cijfers in herinnering gebracht. In België heeft bijna 10% van de mensen tussen 16 en 74 jaar nog nooit gebruikgemaakt van het internet. En 39% van de bevolking bezit geen of weinig digitale basisvaardigheden. Het goede nieuws is evenwel dat 60% van de Belgen digitale tools wil leren gebruiken en geïnformeerd wil blijven. Iedereen moet dus kunnen gebruikmaken van de onlinetools.

“Daarom heb ik bijna dag op dag een jaar geleden een plan voor digitale toegankelijkheid gelanceerd. Elk jaar wordt 900.000 euro besteed aan de uitvoering van de in het PDT opgenomen maatregelen. Wij waren de eersten die een PDT ontwikkelden, vóór Vlaanderen en Wallonië en elders. Wallonië heeft ons voorbeeld gevolgd en is bezig met de ontwikkeling van een soortgelijke tool.”

Bernard Clerfayt stelde vervolgens de structuur van het PDT, bestaande uit 4 krachtlijnen, 17 werkvelden en 66 concrete acties, voor.

KRACHTLIJN 1: Bewust maken

  • Opleiding van de medewerkers van de besturen door Easy.brussels, in samenwerking met de GSOB en Talent.brussels.
  • Opleiding van het grote publiek in de digitale dienstverlening (Irisbox, Itsme, etc.).

KRACHTLIJN 2: Bundelen

  • Uitwerking van de ordonnantie “Digitaal Brussel”. Deze wetgevende tekst wordt momenteel voorbereid. Dit zijn de basisprincipes:
  • Het principe “Digital by Default” voor alle procedures verankeren.
  • “Inclusive by Design”: “ja” aan de digitalisering, maar niet op eender welke manier!
  • Voor iedere gedigitaliseerde procedure zal aldus begeleiding moeten worden voorzien voor mensen die digitaal niet kundig zijn. Het is dit mechanisme dat er op termijn voor zal zorgen dat de digitale inclusie in Brussel ambitieuzer gefinancierd kan worden.
  • Inclusieve aanbevelingen verwezenlijken op het vlak van de ontwikkeling van een digitale overheidsdienst en een package voor IT-ontwikkelaars ontwikkelen om rekening te kunnen houden met de doelgroep die weinig voeling heeft met het digitale.
  • Het invoeren van een jaarlijkse barometer over de vooruitgang van de digitale toe-eigening door de Brusselaars.
  • Een studie over het profiel van de bezoekers van de Openbare Computerruimtes uitvoeren.

KRACHTLIJN 3: Uitrusten

  • Een deontologische code opstellen voor een betere erkenning van de ethiek voor het beroep van multimedia-begeleider/digitaal schrijver en een homogene en veilige begeleiding verzekeren voor alle doelgroepen (met name de senioren).
  • IT-materiaal leveren aan de actoren van de sector.
  • Het delen van opleidingshandboeken tussen de actoren stimuleren.

KRACHTLIJN 4: Begeleiden

  • Een test voor IT-basiscompetenties aanbieden.
  • Het basisopleidingsaanbod inzake IT voor de digitale technologieën, met inbegrip van het buitenschoolse aanbod, in kaart brengen.
  • Een mechanisme invoeren voor het declasseren van IT-materiaal van de besturen ten voordele van kwetsbare personen.
  • Mobiele acties via de Openbare Computerruimtes (OCR) uitwerken binnen de rusthuizen of thuis.
  • Het gebruik van de hotspots wifi.brussels monitoren om de minst gebruikte hotspots te verplaatsen naar plaatsen waar veel doelgroepen komen (sociale woningen, wijkhuizen, …).

De eerste resultaten van het plan voor digitale toegankelijkheid?

Vandaag zijn de effecten van het plan reeds merkbaar in de acties op het terrein. De minister noemde er enkele. “We hebben een projectoproep uitgeschreven ter waarde van 400.000 euro ter ondersteuning van lokale initiatieven om de digitale vaardigheden van de burgers te verbeteren. We hebben een project gesteund voor de digitale inclusie van vrouwen met een migratieachtergrond; een ander project bestond in het opzetten van een mobiele OCR en ook werd een workshop georganiseerd om senioren te leren werken met tablets. In de Brusselse middelbare scholen – het equivalent van het lyceum en het college in Frankrijk – werden hotspots geplaatst. En ze hebben ook IT-materiaal gekregen.”

“Tot slot is er een laatste project dat me nauw aan het hart ligt: een test voor de IT-vaardigheden en een opleidingstraject voor werkzoekenden, omdat digitale vaardigheden essentieel zijn in alle activiteitensectoren, al was het maar om arbeidsprestaties te registreren, toegang te krijgen tot materiaal, etc.”

Kinderbijslag is een automatisch recht

Actualiteit
Een moeder en haar jonge kind

Na een mondelinge vraag aan het Brussels Parlement herinnert Bernard Clerfayt, de Brusselse minister bevoegd voor de gezinsbijslagen, eraan dat een van de sterke punten van het nieuwe Brusselse kinderbijslagstelsel de automatische toekenning van rechten is. In 2021 konden 1.500 kinderen ervan gebruikmaken.

“Ons doel is ervoor te zorgen dat de Brusselse gezinnen de gezinsbijslagen waarop ze recht hebben, ontvangen. Het automatische recht vormt een belangrijk vangnet en een echte stap voorwaarts in de strijd tegen de bestaansonzekerheid van de Brusselse kinderen”, stelt Bernard Clerfayt.

Bij de uitwerking van het nieuwe Brusselse kinderbijslagstelsel wilde het Brussels Gewest het recht op kinderbijslag verankeren. Op welke manier? Door het principe van de automatische toekenning in te voeren. Anders gezegd: als een kind geen kinderbijslag ontvangt hoewel het er recht op heeft, krijgt het dankzij het raadplegen van het Rijksregister automatisch recht op de bijslag. Famiris heeft de leiding over het dossier.

Kwart betrokken gezinnen heeft laag inkomen of is een eenoudergezin

In 2021 konden 1.426 kinderen uit in totaal 1.188 gezinnen, met een budget van 3,2 miljoen euro, kinderbijslag ontvangen dankzij het automatisch toegekende recht. Ze zijn gemiddeld 8 jaar oud en groeien op in eerder kleine gezinnen (1,2 kinderen per gezin). Iets minder dan 15% van de betrokken kinderen heeft de Belgische nationaliteit.

Uit de cijfers blijkt ook dat 23% opgroeit in een gezin met een laag inkomen en 2,5% in een gezin met een gemiddeld inkomen. Bovendien groeit 23% van deze kinderen op in een eenoudergezin.

Actiris staat klaar om Oekraïense vluchtelingen te begeleiden

Actualiteit
Mensen wachten met hun bagage

Terwijl de opvang van Oekraïense vluchtelingen zo’n beetje overal in Europa gestructureerd wordt, herinnert Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding, eraan dat zij, zodra zij een verblijfsrecht hebben gekregen, toegang zullen krijgen tot de Brusselse arbeidsmarkt. “Actiris zal klaarstaan”, voegt hij eraan toe.

Opvang krijgt voorrang

Vorige week donderdag zijn de Europese ministers van Binnenlandse Zaken overeengekomen om mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten, tijdelijke bescherming en dus een verblijfsrecht te verlenen. Dit recht, dat een jaar geldig is en twee keer kan worden verlengd, geeft hen toegang tot de arbeidsmarkt en tot de diensten die door Actiris en zijn partners worden aangeboden.

“Veel Oekraïense vluchtelingen zijn moeders met kinderen. Wanneer zij in Brussel aankomen, moeten zij eerst op adem komen en daarna op zoek gaan naar huisvesting, sociale bijstand en een plaats in een crèche of school voor hun kinderen”, benadrukt Bernard Clerfayt.

Snelle opvang

Om de Oekraïense vluchtelingen aan een baan te helpen, heeft de Brusselse minister van Werk aan Actiris gevraagd om klaar te staan en een actieplan uit te denken om deze mensen snel en efficiënt op te vangen.

Eerdere ervaringen nuttig gebruiken

“Brussel vangt, net als andere hoofdsteden, al jaren migratiestromen op. Actiris heeft zijn diensten laten evolueren om te kunnen voldoen aan de behoeften van dit nieuwe publiek. Zo doen we sinds 2018 bijvoorbeeld een beroep op sociaal tolken om werkzoekenden te helpen die noch Frans, noch Nederlands spreken. Folders en video's met uitleg over de te zetten stappen bij het zoeken naar een baan zijn beschikbaar in 22 talen. Een 23ste versie in het Oekraïens is in de maak. Wij hebben ook samenwerkingsovereenkomsten met BON, de BAPA’s en FEDASIL, die een sleutelrol spelen bij de ondersteuning en integratie van nieuwkomers. Onze medewerkers zijn eveneens opgeleid om deze doelgroep de best mogelijke bijstand te verlenen. De teams van Actiris staan dan ook klaar om vluchtelingen uit Oekraïne die op zoek zijn naar een baan, te ondersteunen”, legt Cristina Amboldi, de directeur-generaal van Actiris, uit.

Het gebruik van talen aanpassen

“De Oekraïense vluchtelingen komen op een moment dat het beter gaat met de arbeidsmarkt. Er is behoefte aan arbeidskrachten in tal van sectoren: bijstand aan personen, IT, bouw, enz. Ik hoop dat deze mensen, zodra ze de wens of de behoefte uiten, door Actiris begeleid kunnen worden om opnieuw een baan en een schijn van normaliteit te vinden”, stelt Bernard Clerfayt.

Er werd een verzoek ingediend bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht om Oekraïense vluchtelingen in het Engels of Oekraïens te kunnen opvangen en ontvangen. De Commissie heeft daarmee reeds ingestemd en maakt een evolutie van het gebruik van talen in Brussel mogelijk. Het gebruik van talen in het Brussels Gewest is immers sterk gereglementeerd. De overheidsdiensten zijn verplicht zich tot het publiek te richten in slechts één van de twee talen van het Gewest.

Diervriendelijke gemeenten 2022

Actualiteit
Honden die vrij rondhuppelen in een losloopzone

Het Brussels Gewest lanceert de derde editie van “Diervriendelijke gemeente”, volgens nieuwe modaliteiten. Met het label kunnen de gemeenten een subsidie ontvangen van 7.000 euro, of van 9000 euro voor gemeenten met meer dan 75.000 inwoners om acties uit te voeren die het welzijn van dieren in Brussel moeten verbeteren.

“[..] Het informeren van burgers, het voorzien van losloopzones voor honden, het zorgen voor een effectief beheer van rondzwervende dieren zijn allemaal essentiële acties als we willen zorgen voor een harmonieus samenleven met onze viervoeters. Elk jaar zie ik een groeiend enthousiasme en interesse bij de gemeenten voor het welzijn van dieren. De voortzetting van deze projectoproep en de evolutie van de criteria creëren een gunstige wedijver tussen de gemeenten en moedigen hen aan om een permanente inspanning te leveren”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

Een diervriendelijke gemeente moet aan minstens 8 van de 13 criteria voldoen:

  1. Het toekennen van opdrachten aan een gemeenteambtenaar die toeziet op de naleving van de wetgeving inzake dierenwelzijn
  2. Contactpersoon voor dierenwelzijn binnen de politiezone
  3. Het creëren of aanleggen van een losloopzone voor honden
  4. Diervriendelijk beleid voor zwerfkatten
  5. Toekenning van een premie om huiskatten te steriliseren
  6. Opvang 24/7 van dieren die rondzwerven, gevonden worden of achtergelaten werden
  7. Voorlichting en sensibilisering van de burgers
  8. Informatie op de website van de gemeente
  9. Toegang van huisdieren tot bepaalde plaatsen
  10. Verbod op vuurwerk
  11. Organisatie van evenementen rond dierenwelzijn
  12. Het uitdelen van dierensartscheques
  13. Hondentraining

Gouden Label 2022

De gemeenten zullen ook kunnen dingen naar het Gouden Label 2022. Dat is een beloning die in 2023 uitgereikt zal worden aan de Brusselse gemeente die blijk gegeven heeft van bijzondere welwillendheid tegenover dieren en zo veel mogelijk criteria nageleefd heeft. Het Gouden Label 2021 zal op 30 maart worden uitgereikt.

Loon van vrouwen gelijk aan dat van mannen? Nog steeds niet!

Actualiteit
Een man en een vrouw houden samen een kaartje vast waarop een 50/50-verhouding wordt afgebeeld met het mannelijke en het vrouwelijke symbool naast elk van de cijfers.

Uit de vergelijking van het loon van vrouwen en mannen, met betrekking tot het gemiddelde loon voor alle profielen samen, blijkt dat voor elke euro die mannen gemiddeld in 2019 verdienden, het loon van vrouwen 90 cent bedraagt. Deze loonkloof van 10,4% is lager dan die van Vlaanderen (12,6%) en hoger dan die van Wallonië (7,3%). De situatie in Brussel is vergelijkbaar met die in België, waar de loonkloof in 2019 10,0% bedraagt.

Een deel van de loonkloof kan worden verklaard door verschillen tussen de kenmerken van mannen en vrouwen of de functies die zij bekleden, waaronder met name het opleidingsniveau, het beroep, de leeftijd of de arbeidstijd. Wat als de loonkloof wordt berekend tussen mannen en vrouwen met hetzelfde diploma, hetzelfde soort beroep, dezelfde leeftijd of dezelfde arbeidstijd?

Meer afgestudeerden hoger onderwijs en leidinggevende functies

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is heel specifiek in vergelijking met de rest van het land. De banen in het Brussels Gewest worden ingevuld door een hoger aandeel afgestudeerden van hoger onderwijs en managementberoepen en een lager aandeel jongeren onder 25 jaar en van mensen die deeltijds werken. Het opleidingsniveau, het beroep, de leeftijd en de arbeidstijd zijn echter allemaal belangrijke verklarende factoren voor de loonkloof tussen mannen en vrouwen.

Loonkloof tussen mannen en vrouwen blijft bestaan, zelfs bij groepen werknemers met meer gelijkaardige profielen…

Bij groepen werknemers die een kenmerk gemeen hebben (hetzelfde diploma, hetzelfde soort beroep, dezelfde leeftijdsgroep of hetzelfde arbeidsstelsel) blijven de lonen van vrouwen in bijna alle onderzochte groepen lager. De loonverschillen zijn het grootst voor:

  • mensen met een diploma hoger onderwijs (loonkloof van 14% in 2019);
  • leidinggevenden (11%);
  • 55-plussers (18%);
  • mensen die deeltijds werken (13%).

Loon van vrouwen: kleinere kloof voor bepaalde groepen werknemers

Dit is het geval voor werknemers met een gemiddeld opleidingsniveau (2% meer dan mannen), werknemers die als administratief medewerker werken (3% meer dan mannen).

Deze twee uitzonderingen, waarbij vrouwen meer verdienen dan mannen, zijn een bijzonderheid van Brussel. In de twee andere gewesten van België is de loonkloof immers altijd in het voordeel van mannen, ongeacht het opleidingsniveau of het uitgeoefende beroep.

Afgelopen 20 jaar gunstige ontwikkeling in Brussels Gewest

De kloof tussen het loon van vrouwen en dat van mannen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bijna gehalveerd: het is gedaald van 19% naar 10%. Tussen 1999 en 2019 evolueerden de lonen in Brussel naar meer gelijkheid voor praktisch alle bestudeerde groepen. Er is ook een uitzondering op deze regel: onder degenen die deeltijds werken, is de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter geworden (van 11% naar 13%).

Voor meer informatie

Meer informatie vindt u in Focus nr. 49 van het BISA (perspective.brussels). De Focus van BISA maakt in enkele pagina’s de balans op van een werkveld van het Instituut. De belangrijkste thema's en uitdagingen van de sociaal-economische actualiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden er behandeld aan de hand van korte teksten, geïllustreerd met grafieken, tabellen en/of kaarten.

Andere cijfers over de Brusselse arbeidsmarkt zijn beschikbaar op de website van het BISA.

--
Bron: Persbericht van het BISA, Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse, 8 maart 2022.

Wat u ook zou kunnen interesseren:

Brusselse werkloosheid op historisch laag niveau

Actualiteit
Brusselse werkloosheid op historisch laag niveau

In februari 2022 telt het Brussels gewest 85.700 werkzoekenden, een daling van 5,2% vergeleken met februari vorig jaar. De werkloosheidsgraad bedraagt daarmee 14,9%. De jongerenwerkloosheid daalt dan weer met 5,8%. Actiris ontving afgelopen maand 6.720 werkaanbiedingen, ofwel 117,1% meer dan in februari 2021. Dat bemoedigende cijfer is te danken aan het herstel van de economische activiteit de voorbije maanden en aan de verbeterde registratie van vacatures door Actiris.

Daling van de werkloosheid, met name bij de Brusselse jongeren

Eind februari telt het Brussels Gewest 85.700 werkzoekenden en heeft het een werkloosheidsgraad van 14,9%. Dit komt neer op een daling op jaarbasis (-4.713 personen, -5,2%). Op maandbasis noteren we een daling van 976 personen (-1,1%). De jongerenwerkloosheidsgraad bedraagt op zijn beurt 22,8%. Brussel telt 8.810 jonge werkzoekenden in februari 2022, oftewel 543 personen minder dan een jaar geleden (-5,8%).

Aantal Brusselse werkzoeken in februari

Aantal jonge Brusselse werkzoekenden in februari

Dat de instroom in de klassieke werkloosheid voorlopig niet sterk stijgt wordt verklaard door het feit dat het effect van de Covid-19-crisis momenteel voornamelijk wordt geregistreerd in termen van tijdelijke werkloosheid en overbruggingsrechten. Vele werkgevers doen een beroep op tijdelijke werkloosheid, omdat hun activiteiten stilgevallen zijn na de dringende maatregelen die werden genomen om de verspreiding van het coronavirus in te dijken. Op het hoogtepunt van de gezondheidscrisis, oftewel in april 2020, waren er ongeveer 1.135.000 tijdelijk werklozen in Belgi , waaronder ongeveer 92.000 Brusselaars (ongeveer 27% van de Brusselse werknemers). Wat het overbruggingsrecht betreft, hebben in april ook ongeveer 388.000 zelfstandigen een overbruggingsrecht ontvangen, waaronder 49.000 Brusselaars (oftewel 57% van de zelfstandigen in Brussel).

In 2021 bleven veel werknemers en zelfstandigen gebruik maken van de tijdelijke werkloosheid en van het overbruggingsrecht. In de eerste zes maanden van 2021 hebben ongeveer 37.500 werknemers en 13.500 zelfstandigen in Brussel van deze maatregelen gebruik gemaakt. Hoewel hun aantal in 2021 geleidelijk is gedaald, werden tijdens de laatste 6 maanden van 2021 nog tussen de 15.000 en 22.000 Brusselse werknemers als tijdelijk werkloze geteld en maakten tussen de 1.500 en 5.000 Brusselse zelfstandigen gebruik van het overbruggingsrecht.

Dit heeft als gevolg dat de klassieke werkloosheidscijfers voorlopig minder sterk vari ren. Door middel van tijdelijke werkloosheid kunnen ondernemingen immers massale ontslagen vermijden. Om recht te hebben op een tijdelijke werkloosheidsuitkering hoeven werkzoekenden niet ingeschreven te zijn bij de openbare tewerkstellingsdiensten.

De werkloosheidsgraad

Eind februari 2022 bedraagt de werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest 14,9% (14,3% voor de mannen en 15,6% voor de vrouwen). In februari 2021 bedroeg de werkloosheidsgraad 15,9%.

De werkloosheidsgraad is gemeten op basis van de meest recente beschikbare gegevens van de beroepsbevolking. Deze wordt berekend aan de hand van de gegevens van de Nationale Bank en van de Enqu te naar de arbeidskrachten van de FOD Economie. Op basis van een kruising van deze gegevens stellen we een stijging vast van de werkende beroepsbevolking in 2020 van 0,9% ten opzichte van het jaar daarvoor.

Kenmerken en evolutie van de niet-werkende werkzoekenden

Eind februari 2022 telt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 85.700 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dit komt neer op een daling op jaarbasis (-4.713 personen, -5,2%).
De instroom in de werkloosheid bedraagt voor de maand februari 8.537 personen (6.744 herinschrijvingen en 1.793 nieuwe inschrijvingen). Daartegenover staat een uitstroom van 9.513 personen. Op maandbasis komt dit neer op een daling van het aantal NWWZ met 976 personen (-1,1%).

Kenmerken en evolutie van de niet-werkende werkzoekenden

Belangrijkste kenmerken en evoluties van de werkloosheid - februari 2022

Het Brussels Gewest telt 53.395 werkzoekenden die een uitkering hebben aangevraagd (WZUA), 5.344 jongeren in beroepsinschakelingstijd en 26.961 andere NWWZ die verplicht of vrij zijn ingeschreven.

In deze laatste categorie (“andere NWWZ”) vinden we personen terug die nog geen inschakelingsuitkering hebben ontvangen (die een aanvraag hebben ingediend bij de RVA), personen die uitgesloten werden van werkloosheidsuitkeringen en die zich opnieuw zijn komen inschrijven bij Actiris, personen met een leefloon en personen zonder vervangingsinkomen. We vermelden dat een belangrijk deel van deze werkzoekenden afhankelijk zijn van de OCMW’s of nog geen enkel vervangingsinkomen hebben.

Actiris kan, via een rechtstreekse gegevensstroom afkomstig van de POD Maatschappelijke Integratie, de werkzoekenden identificeren die op dit moment of in een recent verleden recht hebben op een leefloon of equivalent. Van de 85.700 ingeschreven NWWZ in februari 2022 waren er 12.037 werkzoekenden gebruikers van het OCMW (hetzij 14,0% van het totaal van de NWWZ). Dit aandeel is hoger bij de jongeren: onder de 8.810 jonge NWWZ, zijn er 2.191 gebruikers van het OCMW, hetzij 24,9%.

We stellen een daling vast op jaarbasis van de uitkeringsgerechtigde werkzoekenden (WZUA) met 9,9%. We stellen ook een daling vast van het aantal jongeren in beroepsinschakelingstijd op jaarbasis (-730 personen, -12,0%). Het aantal andere NWWZ steeg op jaarbasis met 7,6%.

Stijging van het aantal rechtstreeks ontvangen werkaanbiedingen

Actiris ontving in februari 2022, 6.720 werkaanbiedingen (WA) rechtstreeks. Dit is een stijging is van 117,1% vergeleken met februari 2021 en van 110,1% ten opzichte van februari 2020. Ook zonder rekening te houden met de werkaanbiedingen van het type “Interim” blijft het duidelijk een hoger aantal dan in februari 2021 (+72,9%) en in vergelijking met februari 2020 (+50,6%).

Hoewel de gezondheidscrisis het aantal ontvangen werkaanbiedingen aanzienlijk heeft doen dalen, met name in bepaalde sectoren zoals de horeca en de handel, wordt sinds enige tijd opnieuw een aanzienlijke toename van het aantal werkaanbiedingen geconstateerd.

Sinds meerdere maanden is het volume van rechtstreeks door Actiris ontvangen werkaanbiedingen immers aanzienlijk gestegen. De belangrijkste verklaring hiervoor heeft te maken met een verbeterde registratie van het aantal interim-werkaanbiedingen. In februari registreerde Actiris 2.255 ontvangen interim-werkaanbiedingen, terwijl dit er vorig jaar nog 512 waren en 234 in februari 2020.

De toename van het aantal ontvangen werkaanbiedingen kan echter ook worden verklaard door een geleidelijk en steeds duidelijker herstel van de economische activiteit, bijvoorbeeld in de sectoren horeca, handel, transport en bouw.
Sterke stijging van het aantal onrechtstreeks ontvangen werkaanbiedingen wegens veranderde criteria voor automatische ontvangst voor werkaanbiedingen komende van de VDAB

Sinds september 2021 trekt Actiris werkaanbiedingen van VDAB binnen volgens bredere criteria dan daarvoor het geval was: geen beperking meer tot knelpuntberoepen, tot werkaanbiedingen langer geopend dan 40 dagen, of tot werkplaats in het Brussels Gewest of de Rand. Dit heeft geleid tot een sterke stijging van het aantal werkaanbiedingen dat via de VDAB werd ontvangen. In februari ging het om 70.487 werkaanbiedingen, acht keer het aantal van februari 2021.

Hierdoor is dus ook het totale aantal werkaanbiedingen (inclusief de via de VDAB en Forem en partnersites ontvangen werkaanbiedingen) sterk gestegen.

Aantal ontvangen werkaanbiedingen per kanaal - februari 2022

 

--

1. WZUA: werkzoekenden die een uitkering hebben aangevraagd. Dit zijn de werkzoekenden waarvan de RVA aan Actiris heeft laten weten dat ze werkloosheidsuitkeringen ontvangen.
2. Dit niveau omvat ten hoogste de studies secundair onderwijs 2e graad alsook de studies gerealiseerd in het buitenland zonder gelijkwaardigheid in België

Kinderboerderijen reguleren

Actualiteit
Foto genomen tijdens het bezoek aan de boerderij Maximiliaan door minister Bernard Clerfayt

Tijdens zijn bezoek aan de kinderboerderij Maximiliaan heeft minister Bernard Clerfayt de levensomstandigheden van de dieren kunnen bekijken. Met de verantwoordelijken werd gepraat over de projecten van de boerderij. De aandachtspunten voor het welzijn van de dieren in het kader van een erkenning werden besproken.

Het Brussels Gewest telt 6 kinderboerderijen: La Ferme Nos Pilifs, de Hoeve van Ukkel, de Boerderij van het Maximiliaanpark, de Kinderboerderij van Jette, Happy Farm en ten slotte Paard en Bos.

De levensomstandigheden van de dieren in de kinderboerderijen optimaliseren en waarborgen

Het nut van kinderboerderijen, ongeacht of het school- of vrijetijdsactiviteiten betreft, betekent helemaal niet dat de dieren die er worden gehouden, er de instrumenten voor mogen zijn. Daar moeten, zoals elders, hun behoeften als levende wezens prioritair worden gerespecteerd.

Het toekomstige Brusselse wetboek voor dierenwelzijn zou de erkenning van kinderboerderijen verplicht stellen. Deze erkenning, op basis van de aanbevelingen van de Brusselse Raad voor dierenwelzijn, zou onder meer de minimumvoorwaarden voor het houden van dieren en een educatief programma in verband met dierenwelzijn beogen.

De voorwaarden voor het houden van dieren zouden betrekking hebben op de structuren, maar ook op het aantal dieren en de soorten die in dit type infrastructuur gehouden mogen worden. Er zal eveneens een referentieveearts moeten worden aangesteld die de boerderij ten minste tweemaal per jaar bezoekt.

Binnenplaats van de kinderboerderij Maximiliaan

Een erkenning op voorwaarde dat de regelgeving wordt nageleefd

“Momenteel zijn deze boerderijen aan geen enkele specifieke regelgeving inzake dierenwelzijn onderworpen. Het uitwerken van het Brusselse wetboek voor dierenwelzijn is de gelegenheid om het beginsel van een erkenning voor deze educatieve dierenparken op te nemen. Daarin zouden de voorwaarden voor de erkenning, maar ook de nadere regels voor de opschorting en de intrekking van deze erkenning worden vastgesteld in geval van de niet-naleving van de regelgeving”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

Het belang om tijdens bezoeken aandacht te besteden aan het welzijn van dieren

Er zal ook bijzondere aandacht moeten worden besteed aan het contact tussen de dieren en het publiek. Zo zouden de verblijven een van de bezoekers afgeschermde zone moeten hebben waar de dieren zich te allen tijde kunnen terugtrekken. De boerderij zou eveneens maatregelen moeten nemen in verband met het voederen door het publiek om ongeschikt voedsel of onaangepaste hoeveelheden te vermijden: informatieborden, permanent toezicht of de plaatsing van automaten.

Tot slot zullen de educatieve programma’s van de boerderijen moeten evolueren om specifiek de dimensie van het dierenwelzijn te omvatten. “Kinderboerderijen spelen een sleutelrol bij het in contact brengen van burgers met dieren en de natuur. En dat is des te meer het geval in Brussel. Vandaag zijn de educatieve programma's van deze boerderijen voornamelijk gericht op het milieu. Dat is belangrijk, maar het dierenwelzijn moet erin worden geïntegreerd. Van jongs af aan mensen bewust maken van het respect voor dieren, hun gevoeligheid en hun eigenheid draagt bij tot de ontwikkeling van het respect voor zichzelf, de anderen en het milieu”, besluit de Brusselse minister.

Paardenbox in de kinderboerderij Maximiliaan