Decumul van mandaten: Brussel, eerste gewest dat zo ver gaat

Grafische compositie, 19 gemeente- en stadhuizen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Commissie Binnenlandse Zaken heeft zich dinsdag gebogen over het ontwerp van ordonnantie van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, ter verbetering van het plaatselijk bestuur. Op het menu: de volledige decumul tussen een plaatselijk uitvoerend mandaat en een parlementair mandaat; de vermindering van het aantal schepenen; de opwaardering van het statuut van de burgemeesters en de schepenen en de opwaardering van het statuut van de gemeenteraadsleden. Resultaat van de stemming: PS, Ecolo, DéFI, Goen, Vooruit, Open Vld stemden voor. MR, Les Engagés en N-VA stemden tegen en de PTB onthield zich.

Decumul van mandaten, voor welke politieke functies?

Het eerste principe van deugdelijk bestuur, de volledige decumul tussen een lokaal uitvoerend mandaat en een parlementair mandaat, gaat in vanaf 2024. Aldus zullen de lokale mandaathouders zich volledig kunnen wijden aan hun functie. Momenteel geldt deze maatregel voor 9 volksvertegenwoordigers (gewestelijke, communautaire of federale).

Minder schepenen in de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Er is meer: de vermindering van het aantal schepenen. De gemeenteraden hebben de komende legislatuur één schepen minder. De gemeenteraad zal echter de mogelijkheid hebben om desgewenst met meer dan één eenheid te verminderen

Derde principe: herwaardering van de bezoldiging van burgemeesters en schepenen

Het loon van de burgemeester, dat momenteel gekoppeld is aan dat van de gemeentesecretaris, zal niet meer vastgesteld worden volgens dat van zijn gemeentesecretaris. Het wordt voortaan uitgedrukt als een percentage van de parlementaire vergoeding van de leden van het federaal parlement. Daarentegen zullen de burgemeesters en schepenen, net als in het Vlaamse Gewest, een uittredingsvergoeding kunnen krijgen als hun mandaat niet wordt verlengd of bij ontslag om medische redenen. Langdurige arbeidsongeschiktheid moet in dit geval met een medische verklaring worden aangetoond.

Meer billijke vergoeding voor gemeenteraadsleden

Ten slotte zullen de presentiegelden van de gemeenteraadsleden worden verhoogd en zullen ze variëren tussen 100 en 200 euro bruto om een billijke vergoeding te garanderen voor werkvergaderingen in een gemeenteraad of commissie en voor de voorbereiding ervan.

Voorbeeldige vooruitgang op het gebied van deugdelijk bestuur

“Ik ben verheugd dat we vooruitgang kunnen boeken met betrekking tot deze belangrijke aspecten van goed bestuur die werden beloofd in het meerderheidsakkoord. Brussel is het eerste gewest in het land dat zo ver gaat om het plaatselijk bestuur te verbeteren. In Vlaanderen gebeurt de decumul op vrijwillige basis en in het Waalse Gewest kan slechts driekwart van de leden van elke fractie niet cumuleren met een mandaat bij het college. Een inspiratiebron voor de andere twee gewesten?”, besluit Bernard Clerfayt.

Betere arbeidsomstandigheden voor huishoudhulpen

Huishoudhulp aan het werk; de zwaarte van het beroep is evident

Terwijl tijdens een colloquium in het Brussels Parlement de zwaarte van het beroep van huishoudhulp wordt aangekaart, herinnert Bernard Clerfayt eraan dat het hoofddoel van de toekomstige hervorming van de dienstencheques is om de arbeidsomstandigheden van de 20.000 werknemers in de sector te verbeteren. Het ontwerp van hervorming ligt bij de sociale partners op tafel voordat het wordt besproken in de ministerraad.

Banden tussen werkgever en huishoudhulpen versterken

"Poetsvrouw, dat is pas slecht betaald!”, ”Mijn klant zegt dat ik niet snel genoeg werk”, “Deze job doe je slechts tijdelijk! ”…  Beschouwingen die gemeengoed zijn geworden, die de lang gedeelde vaststelling van de zwaarte van het beroep weerspiegelen. Dit is een van de redenen waarom Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, het initiatief genomen om het systeem van de dienstencheques te hervormen met het oog op een verbetering van de arbeidsomstandigheden van de huishoudhulpen.

De met de sociale partners besproken voorstellen zijn gebaseerd op het versterken van de begeleiding van de werknemers door het erkende bedrijf door regelmatig uitwisselingen te organiseren tussen de werkgever en de huishoudhulpen. Huishoudhulpen – indien ze verbonden zijn aan een dienstenchequebedrijf – hebben in feite heel weinig contact met hun werkgever en besteden het grootste deel van hun tijd aan het opruimen, schoonmaken en strijken bij de klanten thuis. Het is een uiterst eenzame job waarbij er zelden contact is met de hiërarchie of met collega’s.

Opleiding en eindeloopbaan huishoudhulpen

Een ander voorstel bestaat erin de opleiding van de werknemers te verbeteren, met name door bij de indiensttreding een verplicht opleidingstraject te voorzien.

Tot slot moet ook gewerkt worden aan de eindeloopbaan. De job van huishoudhulp is een lastig, zwaar en uitputtend beroep dat aanzienlijke fysieke vermoeidheid met zich meebrengt.

DéFI is trouwens de enige politieke partij die de federale regering heeft gevraagd om de arbeidsduur van huishoudhulpen te verminderen.

Fiscale en sociale ontvangsten moeten naar Gewesten gaan

“Een zevende staatshervorming moet de perverse financiering van dienstencheques rechtzetten. De dotatie die door de federale overheid wordt betaald om de financiering van het systeem te compenseren, is oorspronkelijk vastgesteld en wordt enkel geïndexeerd op inflatie en groei. Terwijl het gebruik van dienstencheques toeneemt, het fiscale en sociale ontvangsten genereert die ten goede komen aan de federale staat, zijn het de Gewesten die als enigen de terugbetaling van dienstencheques financieren! Een zevende staatshervorming moet dit corrigeren en een terugverdieneffect van de sociale en fiscale ontvangsten naar de Gewesten voorzien”, besluit Bernard Clerfayt.

Met welk diploma vind je het vlotst werk?

Illustratie, weergave van de zoektocht naar perspectieven

Een studie van view.brussels, gepubliceerd door Actiris, geeft een overzicht van de diploma's die de meeste kansen werk bieden.

Onderwijs, toegepaste wetenschappen en paramedische studies bieden de meeste werkzekerheid aan jonge Brusselse afgestudeerden. Dat blijkt uit de meest recente studie van view.brussels. Dit is de top 5 van de diploma's:

Hoeveel afgestudeerde jongeren vonden duurzaam werk na een jaar ?

Een heel aantal studierichtingen zijn duidelijk goeie keuzes als het op jobkansen aankomt, ook voor afgestudeerden van het hoger middelbaar onderwijs.

Uitstroom naar werk volgens studierichting - Hoger middelbaar

Voor jongeren die een bacheloropleiding volgen, geeft een onderwijsdiploma een werkzekerheid met 95,6%. Daarna volgt een paramedisch diploma (88,7%). Ook een diploma sociaal werk en zorgverlening (84,7%) of informatica (83%) geven bijzonder hoge kansen op werk.

Uitstroom naar werk volgens studierichting - Bachelordiploma's

Voor masterniveaus kennen vooral de toegepaste wetenschappen een zeer hoog uitstroompercentage (93,3%). Daarna volgen de studierichtingen "administratie en management" (84,7%) en "recht en criminologie" (82,5%).

Uitstroom naar werk volgens studierichting - Masterdiploma's

Na de gezondheidscrisis

De “klas van 2019” had het moeilijker om een job te vinden: hun uitstroompercentage is gemiddeld lager (50%) dan die van 2018 (57,8%). Maar het goede nieuws is: de instabiliteit op de arbeidsmarkt zorgde ervoor dat veel jongeren langer bleven studeren.

(Bron: persbericht van Actiris van 3 juni).

Enkele nuttige links:

Ontmoeting met dienstenchequesector om nadere regels inzake administratiekosten te bepalen

De administratie- of abonnementskosten die in de dienstenchequesector worden aangerekend, moeten de werknemers ten goede komen om de mobiliteitskosten te dekken - foto: een vrouw die aan het tanken is.

Op vrijdag 3 juni ontmoet Bernard Clerfayt de dienstenchequesector om nadere regels te bepalen inzake de administratiekosten die door sommige bedrijven worden aangerekend.

Extra kosten aangerekend aan de klant…

De afgelopen weken heeft de pers uitvoerig bericht over klachten van gebruikers van dienstencheques over de extra kosten die door bepaalde dienstenchequebedrijven worden aangerekend. Voor deze administratie- en abonnementskosten zijn geen regels voorzien en het doel ervan wordt zelden gespecificeerd en gecontroleerd. Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, heeft daarom de vertegenwoordigers van de dienstenchequesector, werkgevers en vakbonden uitgenodigd.

… moeten de huishoudhulpen ten goede komen

Het is normaal dat deze kosten bij voorkeur ten goede komen aan werknemers in de dienstenchequesector. De stijging van de kosten van levensonderhoud die de dienstenchequebedrijven treft, wordt nu immers gedragen door het Gewest”, merkt Bernard Clerfayt op.

In 2014 kostte elke dienstencheque 22,04 euro, waarvan 9 euro betaald werd door de gebruikers en 13,04 euro door het Gewest. Vandaag betalen de gebruikers nog steeds 9 euro voor een dienstencheque, maar betaalt het Gewest 16,55 euro voor een totale kostprijs van 25,33 euro.

om beter bij te dragen in de mobiliteitskosten

Er wordt een duidelijk engagement verwacht zodat deze kosten worden afgebakend en betaald aan huishoudhulpen, met name om bij te dragen in hun toenemende mobiliteitskosten (stijgende brandstofprijzen).

 Terwijl sommige dienstenchequebedrijven hun kosten verhogen in het belang van de huishoudhulpen, doen andere dat daarentegen louter omwille van de winstgevendheid. Er moeten dan ook dringend nadere regels worden voorzien.”, besluit Bernard Clerfayt.

Wat u ook zou kunnen interesseren:

Strijd tegen discriminatie, een van de prioriteiten van de GGC

De strijd tegen discriminatie kan ook betrekking hebben intimidatie

De Commissie voor de Algemene Bicommunautaire Zaken van het Brussels Parlement heeft zich dinsdag gebogen over een ontwerp van ordonnantie ter bevordering van diversiteit en ter bestrijding van discriminatie. Hiermee worden prioriteiten wettelijk vastgesteld voor de instellingen, centra en diensten die tot de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) behoren.

Slachtoffers beter beschermd

Het ontwerp van ordonnantie voorziet in sancties en procedures bij discriminatie. Aldus riskeert iedereen die discrimineert op basis van een van de beschermde criteria tot een jaar gevangenisstraf en een boete van 50.000 euro.

Een andere belangrijke vooruitgang is dat het aan de beklaagde en niet het slachtoffer is om te bewijzen dat er geen discriminatie heeft plaatsgevonden. Dit mechanisme biedt dus meer bescherming aan de slachtoffers.

De ordonnantie voorziet ook in de oprichting van een bemiddelingsdienst en in de uitwerking van een diversiteitsplan voor alle diensten en instellingen die onder de bevoegdheid van de GGC vallen.

“De strijd tegen discriminatie is een prioriteit voor deze regering. We kunnen niet langer tolereren dat mensen worden gediscrimineerd op basis van hun leeftijd, seksuele geaardheid of zelfs hun geloofsovertuiging. De maatschappelijke kosten zijn enorm, net als de kosten voor onze economie”, verklaart Bernard Clerfayt.

Intimidatie kan discriminerend zijn

Een van de meest voorkomende vormen van discriminatie vindt plaats in de arbeidsbetrekkingen: loonvorming en arbeidsvoorwaarden, bevordering, ontslag. Intimidatie op de werkvloer kan ook als een vorm van discriminatie worden beschouwd wanneer het verband houdt met een van de beschermde criteria. Bijvoorbeeld wanneer er wordt gepest vanwege de seksuele geaardheid van een werknemer.

Vier richtlijnen in de strijd tegen discriminatie goedgekeurd

Terwijl de federale regering, het Brussels Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie (FGC) al een wetgeving hebben aangenomen om discriminatie in de instellingen die onder hun bevoegdheid vallen te bestrijden, had de GGC de vier Europese richtlijnen in de strijd tegen discriminatie nog niet omgezet.

“Dit is niet alleen een historisch moment voor de GGC, maar ook en vooral voor alle werknemers van de diensten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en degenen die werken in een instelling die daarvan afhangt: ziekenhuizen, rusthuizen, enz.” verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van het Openbaar Ambt voor de GGC.

Het is “mevrouw de burgemeester” in één gemeente op de vier

Op deze foto staan, van rechts naar links, Mariam El Hamidine, Claire Vandevivere en Jean-Pierre Van Laethem. Zij hebben alle drie de eed afgelegd als burgemeester aan de minister van Plaatselijke Besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Bernard Clerfayt.

Dinsdagochtend hebben zij de eed afgelegd aan de minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt: Mariam El Hamidine is voortaan burgemeester van Vorst; Claire Vandevivere staat vanaf vandaag officieel aan het hoofd van de gemeente Jette.

In Ganshoren is Jean-Pierre Van Laethem de nieuwe burgemeester, en ook hij heeft deze dinsdag de eed afgelegd.

Deze benoemingen van twee vrouwen op drie nieuwe burgemeesters bevestigen de tendens dat het ambt vervrouwelijkt in het Brussels Gewest.

Boeiende verantwoordelijkheden

De nieuwe bestuurders zullen dus het roer van hun gemeente overnemen als burgemeester. Deze benoeming maakt een einde aan een periode van een aantal weken waarin Vorst en Jette een waarnemend burgemeester hadden.

“Het leiden van een gemeente is een spannend en oh zo boeiend en fascinerend project. Door zo dicht mogelijk bij de burger te staan, biedt het lokale bestuur reële kansen om een duurzame impact te hebben op het dagelijks leven van de inwoners. Ik wens mevrouw El Hamidine en mevrouw Vandevivere alsook de heer Van Laethem veel succes in hun nieuwe functies”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Wat met het kostuum van de mandatarissen?

“Hoewel we een aanzienlijke vervrouwelijking van de uitvoerende politieke functies waarnemen, blijven zij nog al te vaak het exclusieve domein van de mannen. Er bestaan overigens verschillende kostuums voor de burgemeester, afhankelijk van of je een man of een vrouw bent. De benoeming van verschillende vrouwen als burgemeester zet me ertoe aan opnieuw na te denken over het kostuum van de plaatselijke mandatarissen. Dat moet gemoderniseerd, vereenvoudigd en verbrusseld worden, maar vooral ook uniseks gemaakt worden”, verklaart Bernard Clerfayt.

5 vrouwelijke burgemeesters in Brussels Gewest

Tot nog toe waren er 3 vrouwelijke burgemeesters: Catherine Moureaux in Molenbeek, Cécile Jodogne in Schaarbeek en Sophie Devos in Oudergem.

Met de benoemingen van Mariam El Hamidine en Claire Vandevivere komt het aantal vrouwen aan het hoofd van een Brusselse gemeente op 5 te staan, of slechts 25%. Het betreft de eerste vrouwelijke burgemeesters in Brussel voor Ecolo en Les Engagés.

Andere vrouwen oefenden het ambt van burgemeester in het Brussels Gewest al uit

  • Michèle Carthé (PS), burgemeester van Ganshoren
  • Corinne De Parmentier (PRL - MR), burgemeester van Vorst
  • Magda De Galan (PS), burgemeester van Vorst
  • Dominique Dufourny (MR), burgemeester van Elsene
  • Jenny Marchandise (FDF - DéFI), burgemeester van Sint-Pieters-Woluwe
  • Andrée Payfa (FDF - DéFI), burgemeester van Watermaal-Bosvoorde en de eerste vrouwelijke burgemeester in het Brussels Gewest
  • Martine Payfa (DéFI), burgemeester van Watermaal-Bosvoorde
Op deze foto staan, van rechts naar links, Mariam El Hamidine, Claire Vandevivere en Jean-Pierre Van Laethem. Zij hebben alle drie de eed afgelegd als burgemeester aan de minister van Plaatselijke Besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Bernard Clerfayt.
Op deze foto staan, van rechts naar links, Mariam El Hamidine, Claire Vandevivere en Jean-Pierre Van Laethem. Zij hebben alle drie de eed afgelegd als burgemeester aan de minister van Plaatselijke Besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Bernard Clerfayt.

Financiële steun voor dierenasielen

Achtergelaten hond op de weg – Dieren worden vaker achtergelaten bij het naderen van de zomervakantie.

Het Brussels Gewest schrijft een nieuwe subsidieoproep voor de dierenasielen uit. De bedoeling is de asielen te ondersteunen die, met het naderen van de zomervakantie, te maken krijgen met dieren die worden achtergelaten, alsook het welzijn van de dieren in de asielen te verbeteren.

Jaarlijks worden 5.000 dieren opgevangen

Negen asielen vangen zwervende, verdwaalde of achtergelaten dieren op. Jaarlijks worden er bijna 5.000 dieren, hoofdzakelijk katten en honden, maar ook reptielen, knaagdieren en vogels, verzorgd.

“Het aantal dieren dat wordt opgevangen, of ze nu op de openbare weg gevonden worden of achtergelaten werden, toont aan dat we de burgers bewust moeten blijven maken, maar ook dat het belangrijk is de asielen te ondersteunen. We moeten hen helpen om voor de dieren te zorgen”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

Om het gebrek aan middelen in dierenasielen te verhelpen

Elk asiel in Brussel zal een bedrag van maximaal 7.000 euro kunnen krijgen om hun infrastructuur te verbeteren, veterinaire uitgaven te betalen en materiaal of voedsel aan te kopen.

“De asielen beschikken niet over grote budgetten. Zij functioneren overigens allemaal dankzij de solidariteit van de burgers en dankzij giften. Dat is niet normaal. Zij vervullen immers een essentiële taak van openbare dienstverlening om het welzijn van dieren in nood te beschermen. Hoewel de budgettaire situatie van het Gewest ons voorlopig niet toelaat structurele steun te bieden aan de asielen, hoop ik met deze subsidieoproep de asielen wat ademruimte te bieden door hen in staat te stellen het welzijn van de dieren te verbeteren”, aldus Bernard Clerfayt.

Dit zou u ook kunnen interesseren :

Overeenkomst over rekrutering en opleiding voor beroepen bij Defensie

Op dinsdag 10 mei 2022 hebben de minister van Defensie, Ludivine Dedonder, de Brusselse minister-president, Rudi Vervoort, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, Actiris en Bruxelles Formation op de Koninklijke Militaire School een brede overeenkomst in verband met de rekrutering en de opleiding voor de beroepen bij Defensie ondertekend.

Op dinsdag 10 mei 2022 hebben de minister van Defensie, Ludivine Dedonder, de Brusselse minister-president, Rudi Vervoort, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, Actiris en Bruxelles Formation op de Koninklijke Militaire School een brede overeenkomst in verband met de rekrutering en de opleiding voor de beroepen bij Defensie ondertekend.

Dit politieke initiatief komt tegemoet aan de federale en gewestelijke doelstellingen die de ministers nastreven: het consolideren van de diensten van Defensie en het verhogen van de werkgelegenheidsgraad in het Brussels Gewest.

“Defensie is op zoek naar honderden medewerkers. In Brussel beschikt Actiris over de grootste voorraad aan talenten. Dit nieuwe akkoord zal er dus voor zorgen dat de tewerkstellingsgraad van de Brusselaars stijgt, met name dankzij de overdracht van alle jobaanbiedingen aan Actiris. Dat is de beste manier van werken om tegelijk tegemoet te komen aan het invullen van de vacatures en meer Brusselaars de kans te geven aan het werk te gaan”, stelt Bernard Clerfayt.

Van informatie tot opleiding

Het nieuwe partnerschap tussen Defensie, Actiris en Bruxelles Formation zal de rekrutering van personeel voor het departement van Defensie bevorderen. Daartoe wordt een specifieke aanwervingsprocedure ingevoerd: van het verstrekken van informatie aan de werkzoekenden, hun oriëntering naar de beroepen die Defensie ter beschikking heeft, de organisatie van evenementen die mensen samenbrengen, tot de inschakeling van werkzoekenden, alsook de opleiding van de kandidaten en van de werknemers.

Openstelling van nieuwe posten voor militairen en burgers in 2022

In 2022 worden bijna 200 aanwervingsplaatsen voor militairen en tal van functies voor burgerambtenaren opengesteld bij Defensie die kwartieren in het Brussels Gewest betreffen.

Hoe wordt dit partnerschap georganiseerd?

Aldus wordt met name voorzien dat Defensie al deze werkaanbiedingen op het Brusselse grondgebied doorgeeft aan Actiris. De Brusselse arbeidsbemiddelingsdienst zal vervolgens zorgen voor een brede verspreiding van deze vacatures bij zijn doelgroep. Ook verbindt Actiris zich ertoe om “gelabelde” werkzoekenden voor te stellen voor elke vacante functie. De preselectie van de kandidaten wordt verzekerd door de personeelsleden van Actiris die gespecialiseerd zijn in de sector.

Deze samenwerking tussen het federale departement van Defensie en Brussel maakt het eveneens mogelijk om de opleidingskansen van de werkzoekenden en van het personeel van Defensie uit te breiden. Bruxelles Formation verbindt zich er aldus toe zijn opleidingsaanbod aan te passen of te ontwikkelen in functie van de noden die Defensie formuleert.

Bernard Clerfayt wordt geïnterviewd bij de ondertekening van de overeenkomst over de rekrutering en de opleiding voor de beroepen bij Defensie
Bernard Clerfayt wordt geïnterviewd bij de ondertekening van de overeenkomst over de rekrutering en de opleiding voor de beroepen bij Defensie

Vanaf 2024 geen cumul van mandaten meer

Het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Commissie Binnenlandse Zaken buigt zich deze dinsdag 10 mei 2022 over het ontwerp van ordonnantie van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen. Het nieuwe wetgevingsvoorstel beoogt een verbetering van het plaatselijk bestuur. Op het menu: de volledige decumul tussen een plaatselijk uitvoerend mandaat en een parlementair mandaat; de vermindering van het aantal schepenen; de opwaardering van het statuut van de burgemeesters en de schepenen en de opwaardering van het statuut van de gemeenteraadsleden.

“Ik ben verheugd dat we vooruitgang kunnen boeken met betrekking tot deze belangrijke aspecten van goed bestuur die werden beloofd in het meerderheidsakkoord. En dat is nog maar het begin! Ik wil verder gaan om de organisatie van de plaatselijke besturen efficiënter te maken en dichter bij de burger te brengen. Zo zou de benoemingswijze van burgemeesters gewijzigd moeten worden”, kondigt Bernard Clerfayt aan.

Verbod op cumul

Het eerste principe van deugdelijk bestuur, de volledige decumul tussen een lokaal uitvoerend mandaat en een parlementair mandaat, gaat in vanaf 2024. Aldus zullen de lokale mandaathouders zich volledig kunnen wijden aan hun functie. Momenteel geldt deze maatregel voor 10 volksvertegenwoordigers (gewestelijke, communautaire of federale).

Vermindering van het aantal schepenen

Er is meer: de vermindering van het aantal schepenen. De gemeenteraden hebben de komende legislatuur één schepen minder. De gemeenteraad zal echter de mogelijkheid hebben om desgewenst met meer dan één eenheid te verminderen.

Bezoldiging van burgemeesters en schepenen

Derde principe: de herwaardering van de bezoldiging van de burgemeesters en de schepenen. Het loon van de burgemeester, dat momenteel gekoppeld is aan dat van de gemeentesecretaris, zal niet meer vastgesteld worden volgens dat van zijn gemeentesecretaris. Het wordt voortaan uitgedrukt als een percentage van de parlementaire vergoeding van de leden van het federaal parlement.

Daarentegen zullen de burgemeesters en schepenen, net als in het Vlaamse Gewest, een uittredingsvergoeding kunnen krijgen als hun mandaat niet wordt verlengd of bij ontslag om medische redenen. Langdurige arbeidsongeschiktheid moet in dit geval met een medische verklaring worden aangetoond.

Meer billijke vergoeding voor gemeenteraadsleden

Ten slotte zullen de presentiegelden van de gemeenteraadsleden worden verhoogd en zullen ze variëren tussen 100 en 200 euro bruto om een billijke vergoeding te garanderen voor werkvergaderingen in een gemeenteraad of commissie en voor de voorbereiding ervan.

Huisvesting van Oekraïense vluchtelingen: gemeenten kunnen rekenen op solidariteit van Gewest

Opvang van Oekraïense gezinnen

De Brusselse Regering heeft beslist om een ​​bedrag van 10 miljoen euro toe te kennen aan de 19 gemeenten voor alle taken die zij moeten uitvoeren in het kader van de organisatie van de huisvesting.

“In de dramatische context van de oorlog in Oekraïne hebben de gemeenten eens te meer als eerste oplossingen geboden aan de Oekraïense vluchtelingen. Er werden talrijke gemeentelijke initiatieven opgestart om vluchtelingen in staat te stellen fatsoenlijke huisvesting te vinden. Als wij kunnen rekenen op de solidariteit van de gemeenten, kunnen zij rekenen op de solidariteit van het Gewest", stelt Bernard Clerfayt die deze maatregel heeft voorgesteld.

Onderdak vinden is een prioriteit voor Oekraïense vluchtelingen

Het is een feit dat de gewapende invasie van Oekraïne door Rusland rampzalige gevolgen heeft. Talrijke Oekraïners  zijn van de ene dag op de andere massaal hun land ontvlucht. Volgens het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen hebben al meer dan 5 miljoen Oekraïners hun land verlaten, hoofdzakelijk vrouwen en kinderen.

In België zou het aantal geregistreerde Oekraïense vluchtelingen kunnen oplopen tot 200.000. En Brussel zou 10% van hen moeten opvangen. Hun prioriteit is het vinden van onderdak. In dat verband hebben de gemeenten en hun inwoners talrijke opvangplaatsen gecreëerd.