Brusselaar op eerste plaats voor gebruik administratieve diensten online

Actualiteit
Brusselaar op eerste plaats

Het is in het Brussels Gewest dat het gebruik van de administratieve diensten online het meest toegenomen is. Deze vaststelling van de Koning Boudewijnstichting verheugt de Brusselse minister van Digitalisering, die de versnelde digitalisering van de administratieve procedures bemoedigend vindt.

De voordelen van administratieve diensten online

Een betaling uitvoeren, een treinticket kopen, je geboorteakte opvragen, … Zoveel dagelijkse handelingen die we eenvoudig en snel kunnen doen dankzij digitale technologie. De voordelen van de nieuwe technologieën zijn immers talrijk: besturen die 24/7 open zijn, kortere verwerkingstijden en volledige transparantie van de procedure.

Dat hebben de burgers goed begrepen, en de Brusselaars nog meer. Volgens de resultaten van de nieuwe barometer digitale inclusie van de Koning Boudewijnstichting heeft het Brussels Gewest de grootste vooruitgang geboekt wat het gebruik van de overheidsdiensten online betreft. In Brussel werden in 2021 aldus 81% gebruikers geteld, tegenover 65% in 2019. In Vlaanderen zijn deze percentages respectievelijk 78% en 65%, tegenover 75% en 63% in Wallonië.

“Digitaal Brussel”, een stap verder

Uit deze resultaten blijkt duidelijk dat de burger steeds meer de digitale weg opgaat. Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering, die zich bewust is van deze realiteit, zal de komende weken overigens een ontwerp van ordonnantie, “Digitaal Brussel”, voorstellen dat alle administratieve procedures online toegankelijk moet maken.

“8 op de 10 Brusselaars maken gebruik van e-government, een cijfer dat aanzienlijk gestegen is als gevolg van de coronacrisis en de sluiting van talrijke overheidsdiensten. En als de Brusselaars steeds meer vragende partij zijn om hun administratieve handelingen van thuis uit te kunnen uitvoeren, wil ik dit fenomeen graag versnellen door van de besturen te eisen dat ze hun diensten digitaliseren, maar ook door ondersteuning te bieden aan diegenen die het verst van de digitale technologie afstaan", stelt Bernard Clerfayt.