Moet de tweetaligheid in Brussel versterkt worden?

Actualiteit
Débat sur le bilinguisme à Bruxelles dans le carde de l'émission Versus sur BX1

De tweetaligheid in Brussel was het onderwerp van debat in het programma Versus, dat werd uitgezonden op woensdag 9 september op de Brusselse zender BX1.

Hieronder vindt u de belangrijkste zaken die de minister van Werk, Bernard Clerfayt, aanhaalde. In de eerste plaats bracht hij het basisprincipe ter zake in herinnering. U kan het debat ook bekijken op de website van BX1.

“Dat het Frans en het Nederlands de officiële talen blijven in Brussel en dat de openbare dienstverlening aan de Brusselaars in beide talen gewaarborgd moet zijn, spreekt voor zich, ondanks het feit dat er in het Brussels Gewest tal van andere talen worden gesproken.”

Regels die de Brusselaars jobs ontzeggen

Wat het gebruik van de talen in de besturen betreft, dateert de wet van de jaren 1960! Zij bepaalt dat minstens een kwart van de ambtenaren in de gemeenten Nederlandstalig moet zijn, terwijl het aantal Nederlandstaligen in de meeste Brusselse gemeenten tussen 5 en 15% schommelt. Door deze wanverhouding worden jobs aan Franstaligen ontzegd. En voor de gewestelijke besturen bedraagt deze door de wet opgelegde minimumverhouding tot 30%, benadrukt de minister van Werk.

Brulingua, een dienst opgericht door Actiris

Hoe dan ook herhaalde de minister dat er tal van oplossingen bestaan in het Brussels Gewest om talen te leren. Bij Actiris, waarvan hij voogdijminister is, werd de dienst Brulingua tijdens de vorige legislatuur door Didier Gosuin in het leven geroepen. Vandaag is de dienst voor alle Brusselaars toegankelijk.

“De werkelijkheid is wat ze is”

Wat de tweetaligheid betreft, “is de werkelijkheid wat ze is: op de arbeidsmarkt zijn onvoldoende tweetaligen te vinden voor alle administratieve betrekkingen”. Over de specifieke situatie bij de politie preciseerde Bernard Clerfayt dat, hoewel slechts 30 à 40% van de agenten niet slaagde voor het examen voor de andere taal, dat daarom niet betekent dat zij zich niet kunnen uitdrukken in die tweede taal of dat er geen interactie kan zijn met de burgers.

Zijn de niveauvereisten aangepast?

Toen teruggekomen werd op de wezenlijke uitdaging die de kwestie van de tweetaligheid in Brussel vormt, haalde de Brusselse minister de cruciale vraag van de niveauvereisten aan: “De echte vraag van de tweetaligheid, van de taalvereisten en van de taalwetten is of alle niveauvereisten, voor alle betrekkingen waarvoor zij van toepassing zijn, al dan niet legitiem zijn. Met de regel van 30% Nederlandstaligen vinden we niet genoeg Nederlandstalige Brusselaars. Dat is een systeem dat de Brusselaars jobs ontzegt.”

Talenpunt voor overleg met alle actoren

In antwoord op de vraag welk voorstel de verbetering van het gebruik van talen en de tweetaligheid in Brussel mogelijk zou kunnen maken, stelde Bernard Clerfayt een ontwerp van de Brusselse Regering voor: “Dat is opgenomen in het regeerakkoord. We werken aan een project om een talenpunt op te richten. Het is de bedoeling om de verschillende operatoren samen te brengen om de Brusselaars de mogelijkheid te geven hun kennisniveau objectief te evalueren. Deze structuur zal advies geven en doorverwijzen naar de meest geschikte opleidingen.”