Gebruik dienstencheques in Brussels Gewest blijft stabiel

Actualiteit
Gebruik dienstencheques in Brussels Gewest blijft stabiel

Dienstencheques zijn nog steeds even populair bij Brusselaars, ondanks de prijsstijging met 1 euro vanaf januari 2023.

16.412.316 dienstencheques gebruikt in 2023

Hoewel het aantal dienstencheques dat door de Brusselaars werd aangekocht tussen 2022 en 2023 met 9% is gedaald, blijven gezinnen in 2023 steeds meer dienstencheques gebruiken. Het aantal terugbetaalde dienstencheques, m.a.w. de cheques die effectief gebruikt worden door de Brusselaars, bedroeg namelijk 16.412.316 in 2023, tegenover 16.320.811 in 2022, wat een lichte stijging van 0,5% betekent.

Deze daling van het aantal aangekochte dienstencheques kan verklaard worden door hamstergedrag. Door de aankondiging van de prijsverhoging hadden veel Brusselaars reserves aangelegd en eind 2022 meer dienstencheques aangekocht. We stellen evenwel vast dat het aantal gebruikte dienstencheques blijft stijgen. Dit bewijst dat de prijsverhoging geen impact heeft op het gebruik van de dienstencheques en bijdraagt tot de verbetering van de werkomstandigheden van de huishoudhulpen in het Brussels Gewest”, legt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, uit.

27.000 betrokken werknemers

Dankzij het dienstenchequestelsel kunnen veel Brusselaars tegen een aantrekkelijke prijs een huishoudhulp inschakelen. Bovendien is het systeem voor bijna 27.000 werknemers, meestal vrouwen van buitenlandse afkomst ouder dan 40 jaar, een manier om uit het zwartwerkcircuit te geraken.

Ondanks prijsstijging blijft aantal gebruikte dienstencheques stabiel

Persbericht

Over heel 2023 hebben de Brusselaars in totaal 15.819.130 dienstencheques aangekocht, wat een daling van 9% is ten opzichte van 2022. In 2023 werden echter 16.412.316 dienstencheques gebruikt, tegenover 16.320.811 in 2022, of een stijging van 0,5%.

Dankzij het dienstenchequestelsel kunnen veel Brusselaars tegen een aantrekkelijke prijs een huishoudhulp inschakelen. Bovendien is het systeem voor bijna 27.000 werknemers, meestal vrouwen van buitenlandse afkomst ouder dan 40 jaar, een manier om uit het zwartwerkcircuit te geraken.

Bijna 20 jaar na hun invoering zijn de dienstencheques nog steeds even populair bij de Brusselse gezinnen. Dit ondanks de prijsstijging van de dienstencheque met 1 euro, die sinds januari 2023 10 euro bedraagt in plaats van 9 euro.

Hoewel het aantal dienstencheques dat door de Brusselaars werd aangekocht tussen 2022 en 2023 met 9% is gedaald, blijven gezinnen in 2023 steeds meer dienstencheques gebruiken. Het aantal terugbetaalde dienstencheques, m.a.w. de cheques die effectief gebruikt worden door de Brusselaars, bedroeg namelijk 16.412.316 in 2023, tegenover 16.320.811 in 2022, wat een lichte stijging van 0,5% betekent.

“Deze daling van het aantal aangekochte dienstencheques kan verklaard worden door hamstergedrag. Door de aankondiging van de prijsverhoging hadden veel Brusselaars reserves aangelegd en eind 2022 meer dienstencheques aangekocht. We stellen evenwel vast dat het aantal gebruikte dienstencheques blijft stijgen. Dit bewijst dat de prijsverhoging geen impact heeft op het gebruik van de dienstencheques en bijdraagt tot de verbetering van de werkomstandigheden van de huishoudhulpen in het Brussels Gewest”, legt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, uit.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Begeleiding van werkzoekenden verbeteren

Actualiteit
Begeleiding van werkzoekenden verbeteren

Het Rekenhof heeft zopas zijn auditverslag over de begeleiding van werkzoekenden door Actiris gepubliceerd. Het verslag bevat 7 duidelijke aanbevelingen om de begeleiding van werkzoekenden te verbeteren. “Ik nodig Actiris, een organisatie met een afzonderlijk beheer dat aan de sociale partners is toevertrouwd, uit om de aanbevelingen van het Rekenhof ter harte te nemen om de kwaliteit van de begeleiding en de werkgelegenheidsgraad voor alle Brusselaars te verbeteren”, verklaart Bernard Clerfayt.

Het regelgevingskader voor de begeleiding van werkzoekenden wordt verduidelijkt

In antwoord op de enige aanbeveling die hij kreeg, liet Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, afgelopen donderdag een ontwerpordonnantie goedkeuren die een wettelijk kader vastlegt voor de begeleiding naar werk door Actiris en zijn partners. In essentie is het de bedoeling een regelgevend kader vast te stellen voor de kosteloosheid van de aangeboden diensten, de aanpasbaarheid van de diensten aan de behoeften van de werkzoekenden en de gelijke behandeling van werkzoekenden.

Het Rekenhof ondersteunt de beleidslijnen 

Bovendien ondersteunt het verslag van het Rekenhof de Brusselse Regering in haar beslissingen om de competentiebalans en de richtlijnen van het nieuwe beheerscontract van Actiris in te voeren. Ze vormen immers een eerste antwoord op de aanbevelingen van het Rekenhof.

Begeleiding van werkzoekenden: “Ik nodig Actiris uit om de aanbevelingen van het Rekenhof effectief uit te voeren”

Persbericht

Het Rekenhof heeft zopas zijn auditverslag over de begeleiding van werkzoekenden door Actiris gepubliceerd. Het verslag bevat 7 duidelijke aanbevelingen om de begeleiding van werkzoekenden te verbeteren. In antwoord op de enige aanbeveling die hij kreeg, liet Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, afgelopen donderdag een ontwerpordonnantie goedkeuren die een wettelijk kader vastlegt voor de begeleiding naar werk door Actiris en zijn partners.

Het Rekenhof heeft een audit uitgevoerd van de begeleiding van werkzoekenden door Actiris tussen 2017 en 2021. Uit deze audit zijn zeven aanbevelingen voortgekomen om de begeleiding van werkzoekenden te verbeteren en meer Brusselaars aan werk te helpen.

De Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt, heeft de enige aanbeveling ter harte genomen die tot hem gericht was: een regelgevend kader opstellen voor de begeleiding van werkzoekenden om gelijke behandeling te garanderen.

Daartoe heeft de Brusselse Regering op donderdag 7 december 2023 in eerste lezing een ontwerp van ordonnantie betreffende de begeleiding van werkzoekenden door Actiris goedgekeurd. De ordonnantie legt met name de principes vast van de kosteloosheid van de aangeboden diensten, de aanpasbaarheid van de diensten aan de behoeften van de werkzoekenden en de gelijke behandeling van werkzoekenden.

Bovendien ondersteunt het verslag van het Rekenhof de Brusselse Regering in haar beslissingen om de competentiebalans en de richtlijnen van het nieuwe beheerscontract van Actiris in te voeren. Ze vormen immers een eerste antwoord op de aanbevelingen van het Rekenhof.

Ik nodig Actiris, een organisatie met een afzonderlijk beheer dat aan de sociale partners is toevertrouwd, uit om de aanbevelingen van het Rekenhof ter harte te nemen om de kwaliteit van de begeleiding en de werkgelegenheidsgraad voor alle Brusselaars te verbeteren”, verklaart Bernard Clerfayt. 

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Opleidingen op de werkplek voor buschauffeurs aanmoedigen

Actualiteit
Opleidingen op de werkplek voor buschauffeurs aanmoedigen

Er zijn verschillende manieren om een opleiding tot buschauffeur te volgen: rijscholen, opleidingscentra of... rechtstreeks op de werkplek.

Een noodzakelijke versoepeling

De Brusselse Regering heeft het koninklijk besluit van 1998 betreffende het rijbewijs gewijzigd. Voortaan geldt de voorwaarde van slechts één stagiair per begeleider per jaar niet meer als de kandidaat-bestuurder een werkzoekende is die ingeschreven is voor een individuele beroepsopleidingen op de werkvloer (FPIE).

Het heeft geen zin om het aantal opgeleide werkzoekenden te beperken, temeer omdat het gaat om een sector die een schrijnend tekort aan arbeidskrachten heeft. Dit duwtje in de rug is een manier om opleidingen binnen de onderneming aan te moedigen, wat de snelste weg naar tewerkstelling is”, besluit de DéFI-minister.

Een opleiding on the job voor buschauffeurs leidt snel tot tewerkstelling

Vandaag de dag hebben werkzoekenden verschillende opties om buschauffeur te worden: rijscholen, opleidingscentra, scholen voor sociale promotie en een minder bekende optie, de individuele beroepsopleidingen op de werkvloer (FPIE). Deze laatste optie is bijzonder aantrekkelijk, omdat je dan on the job kunt leren en aan het einde van je opleiding een arbeidscontract krijgt dat minstens gelijk is aan de duur van je opleiding.

“Dit type opleiding, op de werkvloer, is een win-winsituatie! De werkzoekende vindt snel werk en krijgt een uitkering tijdens zijn opleidingsperiode. De werkgever van zijn kant kan zijn toekomstige werknemer opleiden volgens zijn behoeften en zo zijn personeelstekort wegwerken. Het is een zeer goede manier om tekorten tegen te gaan”, legt Bernard Clerfayt, uit.

Een voorwaarde die het aantal stagiairs beperkte 

Het enige obstakel voor de implementatie van deze opleiding is de wetgeving met betrekking tot rijbewijzen. Om een rijbewijs D te behalen, wat de sleutel is om buschauffeur te worden, moet de vrije begeleiding worden gesuperviseerd door een begeleider. De begeleider kan echter maar één kandidaat per jaar begeleiden. In de context van het FPIE beperkt deze voorwaarde het aantal stagiairs dat de opleiding kan genieten, aanzienlijk.

Het tekort aan chauffeurs heeft gevolgen voor bedrijven

In het hele land is er een tekort van meer dan 1.500 buschauffeurs. Het beroep staat ook op de lijst met knelpuntberoepen van elk gewest. Dit tekort heeft grote gevolgen voor openbaarvervoerbedrijven, die reeds te maken hebben met een vergrijzend personeelsbestand.

Strijd tegen tekort aan arbeidskrachten Een duwtje in de rug om opleidingen binnen de onderneming voor buschauffeurs aan te moedigen

Persbericht

Er zijn verschillende manieren om een opleiding tot buschauffeur te volgen: rijscholen, opleidingscentra of... rechtstreeks op de werkplek. Om het personeelstekort in de sector aan te pakken, hebben de Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt, en de Brusselse minister van Mobiliteit, Elke Van den Brandt, beslist om deze leervorm aan te moedigen en de uitvoering ervan te vereenvoudigen.

In het hele land is er een tekort van meer dan 1.500 buschauffeurs. Het beroep staat ook op de lijst met knelpuntberoepen van elk gewest. Dit tekort heeft grote gevolgen voor openbaarvervoerbedrijven, die reeds te maken hebben met een vergrijzend personeelsbestand.

We moeten meer en sneller opleiden”, zegt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk. Vandaag de dag hebben werkzoekenden verschillende opties om buschauffeur te worden: rijscholen, opleidingscentra, scholen voor sociale promotie en een minder bekende optie, de individuele beroepsopleidingen op de werkvloer (FPIE). Deze laatste optie is bijzonder aantrekkelijk, omdat je dan on the job kunt leren en aan het einde van je opleiding een arbeidscontract krijgt dat minstens gelijk is aan de duur van je opleiding.

Dit type opleiding, op de werkvloer, is een win-winsituatie! De werkzoekende vindt snel werk en krijgt een uitkering tijdens zijn opleidingsperiode. De werkgever van zijn kant kan zijn toekomstige werknemer opleiden volgens zijn behoeften en zo zijn personeelstekort wegwerken. Het is een zeer goede manier om tekorten tegen te gaan”, legt Bernard Clerfayt uit.

Het enige obstakel voor de implementatie van deze opleiding is de wetgeving met betrekking tot rijbewijzen. Om een rijbewijs D te behalen, wat de sleutel is om buschauffeur te worden, moet de vrije begeleiding worden gesuperviseerd door een begeleider. De begeleider kan echter maar één kandidaat per jaar begeleiden. In de context van het FPIE beperkt deze voorwaarde het aantal stagiairs dat de opleiding kan genieten, aanzienlijk.

De Brusselse Regering heeft daarom het koninklijk besluit van 1998 betreffende het rijbewijs gewijzigd. Voortaan geldt de voorwaarde van slechts één stagiair per begeleider per jaar niet meer als de aanvrager van het rijbewijs een werkzoekende is die ingeschreven is bij een FPIE.

Het heeft geen zin om het aantal opgeleide werkzoekenden te beperken, temeer omdat het gaat om een sector die een schrijnend tekort aan arbeidskrachten heeft. Dit duwtje in de rug is een manier om opleidingen binnen de onderneming aan te moedigen, wat de snelste weg naar tewerkstelling is”, besluit de DéFI-minister.

Het vergemakkelijken van deze opleidingen voor toekomstige autobus- en autocarchauffeurs is een snelle en eenvoudige oplossing, zowel voor de opleidingsbedrijven, die gemakkelijker personeel zullen kunnen aanwerven in dit beroep met een tekort aan personeel, als voor de kandidaten, die er bijna zeker van kunnen zijn dat hun opleiding tot een baan zal leiden. Ik ben erg blij met deze win-winsituatie, die mogelijk is gemaakt dankzij de goede samenwerking met mijn collega Bernard Clerfayt. Natuurlijk wil ik alle weggebruikers geruststellen dat het hier om een administratieve vereenvoudiging gaat. De inhoud van de opleiding en de verkeersveiligheidsvereisten van het examen blijven uiteraard dezelfde”, zegt Elke Van den Brandt.

De sector van de privéondernemingen voor autobussen en autocars dankt de ministers Clerfayt en Van den Brandt voor het feit dat ze de begeleiders van onze Brusselse ondernemingen toelaten om voortaan meer dan één kandidaat-bestuurder per jaar op te leiden. Dankzij deze flexibelere aanpak kunnen chauffeurs in opleiding sneller hun rijbewijs D behalen en gemakkelijker aan de slag in autobus- en autocarbedrijven”, zegt Pieter Van Bastelaere, CEO van de Federatie van Belgische Autobus- en Autocarondernemers.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Duwtje in de rug voor de Brusselse NEET’s

Actualiteit
Duwtje in de rug voor de Brusselse NEET’s

Op voordracht van de Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt, heeft de Regering haar goedkeuring gehecht aan de toekenning van een subsidie van 240.000 euro aan vijf Brusselse OCMW’s om de NEET’s te helpen opnieuw een opleidingstraject te volgen. Een “NEET” is een jongere die niet aan het werk is, geen opleiding volgt en niet studeert.

Een doeltreffend programma voor de opleiding van NEET’s

Dit initiatief, dat ontwikkeld werd door de Brusselse OCMW's van Anderlecht, Molenbeek, Brussel, Schaarbeek en Sint-Gillis in samenwerking met de Federatie Wallonië-Brussel, heeft één doel voor ogen: jongeren (opnieuw) een opleidingstraject laten volgen.

Deze workshops bestaan sinds 2016 en we stellen vast dat 75% van de deelnemende jongeren hoogstens hun diploma van het lager middelbaar onderwijs bezitten. De cijfers tonen vooral dat, na de workshop, 85% van de deelnemers ofwel beslist heeft om een opleiding te volgen, ofwel gekozen heeft om een nieuwe workshop te volgen.

Tools aangepast aan de noden van deze doelgroep

Met dit nieuwe budget zullen meer NEET’s begeleid kunnen worden. Ze zullen hulp kunnen krijgen voor de basisvaardigheden (Frans, wiskunde, etc.); oriënteringsmodules kunnen volgen; specifieke steun kunnen krijgen om op opnieuw naar school te gaan of een opleiding te volgen; begeleid kunnen worden bij het uitvoeren van administratieve handelingen en ook coaching kunnen krijgen om hun zelfvertrouwen te versterken.

“Door deel te nemen aan een opleidingstraject of opnieuw te gaan studeren, zullen deze jongeren hun kansen op inschakeling op de arbeidsmarkt aanzienlijk vergroten. En we weten goed dat langdurige toegang tot werk hen in staat zal stellen om te ontsnappen aan de precariteit en om onafhankelijker te worden”, besluit Bernard Clerfayt.