Minister van Plaatselijke Besturen

De 19 Brusselse gemeenten zijn de plaatselijke besturen die het bekendst zijn en het dichtst bij de burgers staan. Het betreft echter meer dan 200 Brusselse instellingen en organen die als plaatselijke besturen betrokken zijn door het beleid gevoerd door de minister van Plaatselijke Besturen.

De bekendste plaatselijke besturen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn de 19 gemeenten.

Waarom een beleid voor de plaatselijke besturen?

Ongeacht hun gemeente moeten alle Brusselaars dezelfde rechten hebben en dezelfde diensten genieten. Om die reden organiseert, controleert, financiert en adviseert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de plaatselijke besturen op zijn grondgebied. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering oefent deze bevoegdheid uit via haar bestuur Brussel Plaatselijke Besturen (BPB), een van de zes besturen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB).

BPB heeft een coördinerende rol voor de lokale investeringen, de opleiding van gemeentelijke medewerkers en het plaatselijke beleid inzake gelijke kansen en diversiteit.

Als minister van Plaatselijke Besturen geeft Bernard Clerfayt voor deze legislatuur 2019-2024 prioriteit aan de verduidelijking en de vereenvoudiging van de regelgevingen voor de organisatie van de plaatselijke besturen, en dat om zoveel mogelijk transparantie en gelijkheid in de behandeling van dossiers mogelijk te maken.

Meer info over Brussel Plaatselijke Besturen vindt u op website van het bestuur Brussel Plaatselijke Besturen.

De minister van Plaatselijke Besturen werkt een duidelijk kader voor een rechtvaardiger beleid uit. Dit zijn de belangrijkste opdrachten:

  1. De lokale besturen en binnenlandse aangelegenheden juridisch organiseren;
  2. De wettelijkheid en de overeenstemming met het algemeen belang van de beslissingen van de plaatselijke besturen controleren;
  3. De plaatselijke besturen financieren;
  4. De plaatselijke besturen, de Regering of andere gesprekspartners adviseren door het verwerken en verspreiden van kennis;
  5. De uitvoering van bepaalde gewestelijke beleidslijnen in de gemeenten stimuleren;
  6. Uitvoeringsmaatregelen inzake binnenlandse aangelegenheden treffen;
  7. De gemeenteraadsverkiezingen organiseren en
  8. Schade vergoeden die veroorzaakt werd door algemene rampen.

Enkele verwezenlijkingen:

  1. De gemeentelijke politiek moreel hoogstaander maken door (vanaf de volgende gemeenteraadsverkiezingen) ervoor te zorgen dat een mandaat als burgemeester of schepen niet meer gecumuleerd kan worden met een mandaat als parlementslid;
  2. De organisatie van de bijeenkomsten van de gemeenteraad moderniseren met de mogelijkheid om deze vergaderingen via tele- of videoconferentie in te richten;
  3. De tweede driejaarlijkse projectoproep lanceren voor de financiering van de gemeentelijke sportinfrastructuur.

In de pijplijn voor de komende maanden:

  1. De gemeentelijke politiek moreel hoogstaander maken (tweede luik): verduidelijking van de regels in verband met het ziekteverlof voor burgemeesters en schepenen;
  2. De algemene dotatie aan de gemeenten (ADG) hervormen;
  3. De ordonnantie betreffende de organisatie van het toezicht op de (inter)gemeentelijke vzw’s hervormen.

Actualiteit van de minister van Plaatselijke Besturen