40% minder dieren in Brusselse asielen sinds 2019

Actualiteit
Les chats sont les plus nombreux à se trouver dans les refuges

In 2022 werden in de negen Brusselse asielen 5.070 dieren opgevangen, wat 40% minder is dan in 2019. Aan de vooravond van de Werelddag tegen Dierenverwaarlozing wijst Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, erop dat hij, om de cijfers verder te doen dalen, inzet op sensibilisering en een beter beheer van de kattenpopulatie, nog steeds de meest voorkomende dieren in de asielen (56%)

Ik ben blij met deze daling. Minder dieren in de asielen betekent minder zwerfdieren, achtergelaten dieren of in beslag genomen dieren. Het is ook goed nieuws voor de asielen, die kunnen gebruikmaken van een grotere opnamecapaciteit en daardoor betere leefomstandigheden kunnen bieden aan de dieren die ze opvangen”, legt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, uit.

Sterilisatieverplichting

Hoewel het aantal katten in de asielen het laagst is sinds 2015, waren er in 2022 nog steeds 2.833 katten die opvang nodig hadden. Daarvan werd 80% geadopteerd. En zoals elk jaar is er vlak voor de zomer een piek in het aantal katten dat door de asielen wordt opgevangen.

Hoewel het aantal gesteriliseerde katten dat in het asiel toekomt (20%), toeneemt, blijft het aantal katten dat wordt opgevangen veel te hoog. Daarom heb ik, in het kader van de strengere wetgeving voor de sterilisatie en identificatie van katten, besloten de asielen te verplichten alle katten die ze opvangen, te steriliseren”, voegt Bernard Clerfayt eraan toe.

Sterilisatie en identificatie gaan hand in hand

Naast deze nieuwe maatregel moeten katten ook worden geïdentificeerd. “Sterilisatie is al verplicht sinds 2018, en identificatie had alleen betrekking op jonge katten. Het één kan evenwel niet zonder het ander. Identificatie is net zo belangrijk en maakt het mogelijk om katten terug te brengen naar hun baasjes. Sterilisatie en identificatie zijn daarom de beste manieren om de overbevolking van katten effectief tegen te gaan. We zullen zien welke impact deze maatregelen de komende jaren hebben”, besluit de minister.