750.000 euro steun voor 15 projecten tegen discriminatie bij aanwerving
Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, heeft de Regering beslist om 750.000 euro uit te trekken voor de financiering van 15 projecten ter bestrijding van discriminatie bij aanwerving.
“Sinds het begin van deze legislatuur hebben we onze inspanningen opgevoerd om discriminatie bij aanwervingen tegen te gaan en hebben we van Brussel het meest proactieve gewest op dit vlak gemaakt. De diversiteit van de tewerkstelling moet immers de diversiteit van de burgers vertegenwoordigen”, benadrukt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.
25 projecten ingediend
Om discriminatie bij aanwerving tegen te gaan, lanceerde het Brussels Gewest afgelopen maart een nieuwe projectoproep. Voor deze editie werd prioriteit gegeven aan projecten die discriminatie in verband met een handicap bestrijden of die vrouwelijke slachtoffers van geweld ondersteunen.
In totaal werden 25 projecten ingediend, waarvan er 15 werden geselecteerd door een onafhankelijk panel van deskundigen.
Een daarvan is "Henrijob, les jobs autrement". Het project bestaat uit het creëren van een onlineplatform met vacatures die aangepast zijn voor mensen met een handicap. In de werkaanbiedingen zullen de mogelijke aanpassingen voor de tewerkstelling worden aangeven.
Een ander project is "Refoodgees", dat de sociale en professionele integratie van vluchtelingen wil vergemakkelijken door hen op te leiden of hun initiële opleiding in de horecasector aan te vullen.
Voor een meer inclusieve aanwerving
Tot slot zijn sommige projecten specifiek gericht op werkgevers. "Empowering Abilities" zal 5 Brusselse socialprofitondernemingen en 15 van hun medewerkers opleiden en ondersteunen bij de ontwikkeling en implementatie van een niet-discriminerend aanwervingsbeleid, met de nadruk op handicaps.
“We kunnen onszelf een deel van de Brusselse talenten niet ontzeggen. Dat zou sociale verspilling zijn. Jobkansen moeten alle Brusselaars ten goede komen, ongeacht hun persoonlijke kenmerken”, besluit Bernard Clerfayt.