Burgerparticipatie wordt versterkt op lokaal niveau
Om de burgerparticipatie op lokaal niveau te vergroten, wijdt Bernard Clerfayt in de Nieuwe Gemeentewet een hoofdstuk specifiek aan het spreekrecht voor burgers.
De Brusselse Regering heeft net in derde lezing ingestemd met een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet. Zij voorziet nieuwe bepalingen op het vlak van burgerparticipatie binnen de plaatselijke besturen.
De nieuwigheden op het vlak van lokale participatie
Petitie
Een eerste vorm van spreekrecht betreft de mogelijkheid voor een burger om een petitie in te dienen. De bedoeling bestaat erin de burgers een bijkomend instrument te geven om hun stem te laten horen.
Interpellatie
Een tweede vorm van dit spreekrecht is het interpellatierecht waarmee de burger zich tot de gemeentelijke overheden kan richten over een aangelegenheid die verband houdt met het gemeentelijke belang.
Bemiddeling
Ten slotte kunnen de gemeentelijke overheden, wanneer ze geïnterpelleerd worden, beslissen om een derde vorm van spreekrecht te organiseren, namelijk bemiddeling. Zij kan eveneens het initiatief zijn van de burgers, wanneer ze het nodig achten en overleg over het onderwerp willen plegen met de gemeente. Het doel is duidelijk om verder te gaan dan enkel vragen te stellen aan de gemeente en discussies te organiseren om tot een overlegde oplossing te komen.
Publicatie
Laatste nieuwigheid: de gemeente zal op haar website de ontwerpen van beraadslaging, alsook een samenvatting van de gemeentelijke beslissingen, voor iedere gemeenteraad moeten publiceren.
De Brusselaars betrokken bij hun gemeente
“Het vertrouwen tussen de politici en de burgers herstellen verloopt via voorbeeldgedrag van de gemeentebesturen, maar ook via een grotere betrokkenheid van de burgers bij het beheer van de publieke zaak. De participatieve budgetten zijn er een voorbeeld van, burgerparticipatie een ander. Door de Nieuwe Gemeentewet te wijzigen, gaan we mee met de tijd waarin de Brusselaars eveneens actoren binnen hun gemeente willen zijn. Ik hoop dan ook dat de volksraadplegingen opnieuw populair zullen worden!”, besluit Bernard Clerfayt.