Brussels Gewest krijgt 20-tal nieuwe voorzieningen om buurtsport te promoten

Persbericht

In mei jongstleden heeft Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, een nieuwe projectoproep uitgeschreven voor de 19 Brusselse gemeenten. De doelstelling: het aanbod aan infrastructuur voor buurtsport uitbreiden. Dit initiatief maakt de financiering van een twintigtal nieuwe sportfaciliteiten ter waarde van 1,5 miljoen euro mogelijk.

Splinternieuwe skateparken onder het viaduct van Hermann-Debroux en nabij het station Kalevoet, een nieuwe speeltuin in Ganshoren, een volledig vernieuwd basketbalveld in Molenbeek en de aanleg van een park voor “street workout” in Anderlecht. Dit zijn enkele projecten die binnenkort gerealiseerd zullen worden en de Brusselaars de kans zullen geven om aan sport te doen in hun eigen buurt.

In mei jongstleden heeft Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, een projectoproep gelanceerd voor de 19 Brusselse gemeenten om het aantal infrastructuren voor buurtsport te verhogen. Het concept is eenvoudig: sportbeoefening bevorderen dankzij de aanleg of de renovatie van sportinfrastructuur op plaatsen waar een gebrek is aan dergelijke faciliteiten.

Van de 19 projecten die door 15 gemeenten werden ingediend, zijn er 18 geselecteerd en zij zullen voor 75% gesubsidieerd worden door het Gewest dat voor dit initiatief een budget van 1,5 miljoen euro vrijmaakt.

“Ik verheug me over het aantal interessante voorstellen die de gemeenten hebben ingediend om het uitoefenen van buurtsport te bevorderen. In dergelijke projecten investeren ligt in de lijn van ons beleid van ‘sport voor iedereen’ en maakt het voor de Brusselaars gemakkelijker om deel te nemen aan sportactiviteiten. De aanleg en renovatie van infrastructuur zullen het vrij sporten mogelijk maken en tegelijk ontspanning, plezier en sociale verbondenheid stimuleren”, verklaart Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Brussels Gewest versterkt wetgeving inzake lokaal bestuur

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft de Brusselse Regering in laatste lezing ingestemd met een ontwerp van ordonnantie dat het lokaal bestuur versterkt. Op de agenda: regels voor de aanwerving van kabinetsmedewerkers, verduidelijkingen over tuchtsancties en de verplichting voor de gemeenteraad om deontologische en ethische regels op te stellen.  

Na het opleggen van een volledige decumul, het verminderen van het aantal schepenen en het verduidelijken van de situatie van gemeenteraadsleden met ziekteverlof, blijft het Brussels Gewest werken aan transparantie en modernisering van het lokale leven. 

De Brusselse Regering heeft daarom drie leidende beginselen voor gedragsregels en transparantie goedgekeurd. 

  1. Er worden minimumregels vastgelegd voor de aanwerving en het statuut van het personeel van de kabinetten van burgemeesters en schepenen. Aan het begin van de legislatuur bepaalt de gemeenteraad of de burgemeester en schepenen recht hebben op personeel en zo ja, hun aantal en bezoldigingsregeling. 
  2. De regels met betrekking tot het tuchtstatuut van de lokale mandatarissen worden verduidelijkt. Het begrip “grove nalatigheid” heeft aldus betrekking op handelingen die verband houden met de uitoefening van de functie. Het begrip "kennelijk wangedrag" heeft betrekking op ernstige feiten die verband houden met het privéleven. Kennelijk wangedrag kan niet gebaseerd zijn op beweringen, zonder bewijs of convergentie van talrijke getuigenissen, als het moet leiden tot een tuchtonderzoek en een sanctie. Een gerechtelijke veroordeling bij een definitieve uitspraak is een goede illustratie van het kennelijk karakter van de vermeende feiten.
  3. De gemeenteraad moet deontologische en ethische regels vastleggen, die ook van toepassing zijn op het college van burgemeester en schepenen. De gemeenteraad kan ook een ethische commissie oprichten om toe te zien op deze regels.

“Het vertrouwen van de burgers terugwinnen betekent ook transparantie en beter bestuur. Politici kunnen zich niet langer gedragen alsof ze boven de regels staan. Ze zijn gekozen vertegenwoordigers van het volk en moeten zich als zodanig voorbeeldig gedragen. Hieraan werk ik sinds het begin van de legislatuur”, zegt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Financiële steun voor gemeente Vorst

Actualiteit
Financiële steun voor gemeente Vorst

 

De gemeente Vorst is er niet in geslaagd een begroting in evenwicht voor 2022 te bereiken. Om het tekort op te vangen, zal ze een beroep kunnen doen op het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, het BGHGT. Dit gewestelijke mechanisme maakt het toekennen van leningen mogelijk in het kader van het financieel gezond maken van de plaatselijke besturen, alsook het gebruikmaken van begeleiding bij het beheer van hun financiën. Hieronder volgt meer uitleg.

Van alle bestuursniveaus zijn enkel de gemeenten verplicht een jaarlijkse begroting in evenwicht voor te leggen, waarbij de inkomsten minstens gelijk zijn aan de uitgaven. “Dat is niet altijd vanzelfsprekend! Zeker wanneer het aantal opdrachten toeneemt, wanneer ze in de eerste linie staan om crisissen te beheren of wanneer ze het hoofd moeten bieden aan sterk stijgende prijzen als gevolg van de inflatie”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Een financieel plan voor de gemeente

De gemeente die het meest recent moeilijkheden ondervindt om een begroting in evenwicht voor te leggen, is Vorst. Gelukkig kan zij rekenen op de steun van het Brussels Gewest dankzij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, het BGHGT. Dit mechanisme zorgt ervoor dat niet-terugvorderbare leningen worden toegekend in het kader van het financieel gezond maken van de plaatselijke besturen. De gemeente van haar kant verbindt zich ertoe om een plan uit te voeren dat een terugkeer naar een budgettair evenwicht mogelijk maakt. Daartoe stelt het Gewest een gewestelijk inspecteur aan die de gemeente begeleidt bij de opstelling van een financieel plan en de opvolging ervan. We zeggen dan dat de gemeente aan een financieel plan onderworpen is.

“Het BGHGT is een mechanisme dat ondersteuning biedt, maar geen controle uitvoert. De gewestelijke inspecteurs werken samen met de gemeenten om te bepalen welke maatregelen moeten worden ingevoerd om de gemeentelijke financiën te verbeteren. Het kan bijvoorbeeld gaan om besparingsmaatregelen, zoals het stroomlijnen van de diensten, het verminderen van het gebruik van leningen of het verbeteren van de inkomsten”, preciseert de DéFI-minister.

20 jaar financiële opvolging voor de gemeenten die onderworpen zijn aan een financieel plan

Opgelet! Hoewel alle Brusselse gemeenten onderworpen zijn aan toezicht, zijn ze niet allemaal aan een financieel plan onderworpen. Anderlecht, Sint-Agatha-Berchem, Etterbeek, Evere, Ganshoren, Jette, Molenbeek, Sint-Gillis, Schaarbeek en Watermaal-Bosvoorde, en nu ook Vorst, hebben steun gekregen van het Herfinancieringsfonds. De gemeenten die een lening van het Fonds hebben gekregen, worden de volledige duur van de leningen, namelijk 20 jaar, zelfs als de situatie verbeterd is, opgevolgd door een inspecteur. Er zijn ook gemeenten als Watermaal-Bosvoorde of Etterbeek die nog steeds opgevolgd worden, zelfs indien ze een lening kregen in 2005 of 2007.

Sinds de oprichting van het BGHGT in 1993 werd in totaal bijna 223,6 miljoen euro aan kaskredieten aan de gemeenten toegekend.

--
Foto van het gemeentehuis van Vorst: licentie Wikimedia

Brussels Gewest helpt gemeente Vorst met financiële problemen

Persbericht

De gemeente Vorst is er niet in geslaagd een begroting in evenwicht voor 2022 te bereiken. Om het tekort op te vangen, zal ze een beroep kunnen doen op het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, het BGHGT. Dit gewestelijke mechanisme maakt het toekennen van leningen mogelijk in het kader van het financieel gezond maken van de plaatselijke besturen, alsook het gebruikmaken van begeleiding bij het beheer van hun financiën. Hieronder volgt meer uitleg.

Van alle bestuursniveaus zijn enkel de gemeenten verplicht een jaarlijkse begroting in evenwicht voor te leggen, waarbij de inkomsten minstens gelijk zijn aan de uitgaven. “Dat is niet altijd vanzelfsprekend! Zeker wanneer het aantal opdrachten toeneemt, wanneer ze in de eerste linie staan om crisissen te beheren of wanneer ze het hoofd moeten bieden aan sterk stijgende prijzen als gevolg van de inflatie”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

De gemeente die het meest recent moeilijkheden ondervindt om een begroting in evenwicht voor te leggen, is Vorst. Gelukkig kan zij rekenen op de steun van het Brussels Gewest dankzij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, het BGHGT. Dit mechanisme zorgt ervoor dat niet-terugvorderbare leningen worden toegekend in het kader van het financieel gezond maken van de plaatselijke besturen. De gemeente van haar kant verbindt zich ertoe om een plan uit te voeren dat een terugkeer naar een budgettair evenwicht mogelijk maakt. Daartoe stelt het Gewest een gewestelijk inspecteur aan die de gemeente begeleidt bij de opstelling van een financieel plan en de opvolging ervan. We zeggen dan dat de gemeente aan een financieel plan onderworpen is.

“Het BGHGT is een mechanisme dat ondersteuning biedt, maar geen controle uitvoert. De gewestelijke inspecteurs werken samen met de gemeenten om te bepalen welke maatregelen moeten worden ingevoerd om de gemeentelijke financiën te verbeteren. Het kan bijvoorbeeld gaan om besparingsmaatregelen, zoals het stroomlijnen van de diensten, het verminderen van het gebruik van leningen of het verbeteren van de inkomsten”, preciseert de DéFI-minister.

Opgelet! Hoewel alle Brusselse gemeenten onderworpen zijn aan toezicht, zijn ze niet allemaal aan een financieel plan onderworpen. Momenteel genieten Anderlecht, Sint-Agatha-Berchem, Etterbeek, Evere, Ganshoren, Jette, Molenbeek, Sint-Gillis, Schaarbeek en Watermaal-Bosvoorde, en nu ook Vorst, steun van het Herfinancieringsfonds. De gemeenten die een lening van het Fonds hebben gekregen, worden de volledige duur van de leningen, namelijk 20 jaar, zelfs als de situatie verbeterd is, opgevolgd door een inspecteur. Er zijn ook gemeenten als Watermaal-Bosvoorde of Etterbeek die nog steeds opgevolgd worden, zelfs indien ze een lening kregen in 2005 of 2007.

Sinds de oprichting van het BGHGT in 1993 werd in totaal bijna 223,6 miljoen euro aan kaskredieten aan de gemeenten toegekend.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Energetische renovatie van gemeentelijke gebouwen

Actualiteit
Energetische renovatie van gemeentelijke gebouwen

Om de plaatselijke besturen te ondersteunen bij de energetische renovatie van de gemeentelijke gebouwen, heeft het Gewest een projectoproep gelanceerd op initiatief van minister Bernard Clerfayt. De subsidiegraad van de werkzaamheden bedraagt 100%, met een maximumbedrag van 400.000 euro per project. Anders gezegd: het Gewest neemt de volledige kosten op zich.

In totaal hebben 17 gemeenten 68 projecten voorgesteld. 37 ervan werden gekozen voor een totaalbedrag van 10.440.469 euro.

Welke werken?

Het gaat om het vernieuwen van daken, het isoleren en het vervangen van ramen. Enkele voorbeelden: de totaalrenovatie van het Huis der Kunstenaars in Anderlecht, de vervanging van de ramen van de school Clair-Vivre in Evere, het isoleren en het vergroenen van de daken van het kinderdagverblijf Koningin Fabiola in Jette, de vervanging van de ramen van een sportcentrum in Sint-Gillis en de plaatsing van een nieuw verwarmingssysteem in de school Mésanges in Watermaal-Bosvoorde.

Wat waren de voorwaarden?

Om in aanmerking te komen voor de subsidie, moesten de projectdragers aan verschillende voorwaarden voldoen:

  1. Het voorstellen van een project over werkzaamheden in verband met energie: isolatie, vervanging van de ramen, plaatsing van een warmtepomp, etc.
  2. De werkzaamheden voor de renovatie moeten betrekking hebben op een reeds bestaand gebouw van de gemeente.
  3. Het voorzien van een minimumbudget van 50.000 euro voor de werkzaamheden.

De uitgaven verminderen en onze milieudoelstellingen bereiken

Meer dan de helft van de Brusselse uitstoot van broeikasgassen is afkomstig van het energieverbruik in gebouwen. De Brusselse gebouwen behoren op Europees niveau overigens tot de meest energieverslindende. En de gebouwen van de gemeenten vormen daarop geen uitzondering.

“Voor deze projectoproep heb ik beslist de energetische renovaties van de gemeentelijke gebouwen te valoriseren. Onze scholen, rusthuizen en bibliotheken zijn vaak oude, slecht geïsoleerde gebouwen die veel energie verbruiken. Deze subsidie zal de gemeenten moeten helpen bij het verminderen van hun uitgaven voor energieverbruik en een initiatief voor het milieu ondersteunen”, preciseert de Brusselse minister.

10,5 miljoen euro voor energetische renovatie van gebouwen van Brusselse gemeenten

Persbericht

Op voordracht van de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, heeft de Brusselse Regering de toekenning van subsidies voor een bedrag van 10,5 miljoen euro aan 17 Brusselse gemeenten voor de renovatie van hun gebouwen goedgekeurd. De bedoeling? De gemeenten ondersteunen bij de uitvoering van energiebesparende werkzaamheden zoals het vernieuwen van daken, het isoleren en het vervangen van ramen.

Meer dan de helft van de Brusselse uitstoot van broeikasgassen is afkomstig van het energieverbruik in gebouwen. De Brusselse gebouwen behoren op Europees niveau overigens tot de meest energieverslindende. En de gebouwen van de gemeenten vormen daarop geen uitzondering.

“Het Brussels Gewest heeft zich ertoe verbonden, in het kader van Renolution, om zijn uitstoot van broeikasgassen te verminderen door zijn gebouwen te renoveren. De gemeenten zijn eigenaar van tal van gebouwen en ook zij moeten deel uitmaken van deze aanpak. Vooral omdat zij niet gespaard blijven van de stijging van de energiekosten”, legt Bernard Clerfayt uit.

Om de plaatselijke besturen te ondersteunen bij de verwezenlijking van energetische werkzaamheden, heeft het Gewest een projectoproep gelanceerd met een subsidiegraad van 100%, met een maximumbedrag van 400.000 euro per project. Anders gezegd: het Gewest neemt de volledige kosten op zich.

“Voor deze projectoproep heb ik beslist de energetische renovaties van de gemeentelijke gebouwen te valoriseren. Onze scholen, rusthuizen en bibliotheken zijn vaak oude, slecht geïsoleerde gebouwen die veel energie verbruiken. Deze subsidie zal de gemeenten moeten helpen bij het verminderen van hun uitgaven voor energieverbruik en een initiatief voor het milieu ondersteunen”, preciseert de Brusselse minister.

In totaal hebben 17 gemeenten 68 projecten voorgesteld. 37 ervan werden gekozen voor een totaalbedrag van 10.440.469 euro.

Het gaat bijvoorbeeld om de totaalrenovatie van het Huis der Kunstenaars in Anderlecht, de vervanging van de ramen van de school Clair-Vivre in Evere, het isoleren en het vergroenen van de daken van het kinderdagverblijf Koningin Fabiola in Jette, de vervanging van de ramen van een sportcentrum in Sint-Gillis en de plaatsing van een nieuw verwarmingssysteem in de school Mésanges in Watermaal-Bosvoorde.

Om in aanmerking te komen voor de subsidie, moesten de projectdragers aan verschillende voorwaarden voldoen:

  1. Het voorstellen van een project over werkzaamheden in verband met energie: isolatie, vervanging van de ramen, plaatsing van een warmtepomp, etc.
  2. De werkzaamheden voor de renovatie moeten betrekking hebben op een reeds bestaand gebouw van de gemeente.
  3. Het voorzien van een minimumbudget van 50.000 euro voor de werkzaamheden.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Graven van lokaal historisch belang worden beschermd

Actualiteit
Graven van lokaal historisch belang worden beschermd

Begraafplaatsen maken integraal deel uit van het Brusselse erfgoed. Zij staan vol opmerkelijke monumenten en herbergen de graven van persoonlijkheden die hun stempel hebben gedrukt op de geschiedenis. Om die reden heeft de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, een besluit opgesteld om de graven van lokaal historisch belang te beschermen.

Volgens de legende komt Kuifje op Allerheiligen hulde brengen aan zijn geestelijke vader. Om een glimp van de beroemde geest op te vangen, moet je naar de begraafplaats van Ukkel-Dieweg, waar zich de laatste rustplaats van Hergé bevindt.

Historische landschappen

Begraafplaatsen worden vaak gezien als droevige en donkere plekken. In werkelijkheid zijn het echter plaatsen vol geschiedenis en schatten. Brede lanen, tuinen, architecturale werken, graven van historische personen,… Begraafplaatsen bieden ongewone landschappen en staan vol opmerkelijke monumenten.

Op de begraafplaats van Brussel liggen bijvoorbeeld de graven van Brusselaars als François Van Campenhout, de componist van de Brabançonne, Théodore Verhaegen, de oprichter van de ULB, en Ferdinand Wellens, een drukker die lid was van het verzet en die verantwoordelijk was voor de beroemde “Faux Soir” in november 1943. Er zijn ook bouwwerken in art-nouveaustijl te vinden die ontworpen werden door Victor Horta, die begraven ligt op de begraafplaats van Elsene.

Inventariseren om onderhoud te verzekeren

Het behoud van dit lokale funeraire erfgoed wordt geregeld door een besluit van de Brusselse Regering. Het principe? Elke gemeente wordt uitgenodigd om een lijst op te stellen met de graven van zogenaamd lokaal historisch belang op haar grondgebied. Met andere woorden: alle monumenten die opvallen vanuit historisch, artistiek, landschappelijk of ander oogpunt.

Alle graven op de lijst zullen bewaard en onderhouden moeten worden door de concessiehouder, en wanneer er geen erfgenaam is, door de gemeente.

Vanaf de inwerkingtreding van het besluit heeft de gemeente vier jaar de tijd om zich in orde te stellen.

“We hebben het geluk tal van parels te bezitten op onze Brusselse begraafplaatsen. Het doel van dit besluit bestaat erin dit lokale funeraire erfgoed te kunnen bewaren. Het is immers onze plicht om niet te vergeten”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.