"Het Brussels Gewest telt 25.739 vacatures"

Persartikel
Pers, Metro : "Ruim 100 functies schreeuwen om ingevuld te worden"

Uittreksel uit het artikel verschenen in Metro

Actiris, het regionale kantoor voor werkgelegenheid in Brussel, heeft de officiële lijst van 108 beroepen waarvoor een tekort is in onze hoofdstad gepubliceerd. Daaronder vallen ook knelpuntberoepen. 

[…] «Het Brussels Gewest telt 25.739 vacatures. Om werkgevers de kans te geven mensen aan te werven, moeten werkzoekenden beter opgeleid en begeleid worden. Daarom wordt sinds september voor alle werkzoekenden een balans van professionele, taalkundige en digitale competenties opgemaakt. En op basis daarvan zal een actie- en opleidingsplan worden opgesteld. Dat zal ervoor zorgen dat ze beter hun weg vinden op de arbeidsmarkt, en met name naar de beroepen die een gigantische nood aan arbeidskrachten hebben», zegt Brussels minister van Werk en Beroepsopleiding Bernard Clerfayt (DéFI). […]

41% van opgeleide Brusselaars is langdurig werkzoekende

Actualiteit
Voor de langdurig werkzoekenden is bijscholing vaak noodzakelijk.

Uit talrijke studies blijkt dat opleiding rechtstreeks invloed heeft op tewerkstelling. Het is dan ook logisch dat de Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt, inzet op opleiding om de Brusselaars de kans te geven een job te vinden. Een doelstelling die zichtbaar is in de cijfers, aangezien het aantal opgeleide werkzoekenden blijft toenemen en stijgt van 11.818 in 2018 tot 14.023 in 2022, van wie 41% langdurig werkzoekenden.

Noodzakelijke bijscholing

Om meer Brusselaars de kans te geven een job te vinden, bestaat de grootste uitdaging uit het verhogen van het competentieniveau van de werkzoekenden. Om dat te bereiken, blijft opleiding de belangrijkste hefboom om te activeren.

“Ik wil dat de begeleiding door Actiris meer en sneller inzet op opleiding. Dat is de bedoeling van de competentiebalans: het niveau van de werkzoekenden objectiveren om hen vervolgens in een traject in te schrijven. Dat is reeds van toepassing voor de jongeren, en dat zal zeer binnenkort ook het geval zijn voor de langdurig werkzoekenden. Na een aantal opeenvolgende maanden zonder werk moet je je vaardigheden verbeteren om de arbeidsmarkt opnieuw te betreden”, legt Bernard Clerfayt uit.

Steeds meer vrouwen

Van de 14.023 Brusselaars die in 2022 een opleiding hebben gevolgd, zijn er 5.802 meer dan een jaar ingeschreven bij Actiris.

Andere vaststelling: steeds meer vrouwen volgen opleiding. We tellen 7.382 opgeleide vrouwen in 2022, of meer dan de helft van de werkzoekenden.

“Dat is een positief signaal, want we merken op dat het tewerkstellingspercentage van vrouwen lager ligt dan dat van mannen, en dit verschil is des te groter in Brussel. Mijn bedoeling is het overwinnen van de vele obstakels die vrouwen weghouden van arbeid, door hun toegang tot opleiding te verbeteren”, besluit de DéFI-minister.

41% van opgeleide Brusselaars is langdurig werkzoekende

Persbericht

Uit talrijke studies blijkt dat opleiding rechtstreeks invloed heeft op tewerkstelling. Om die reden zet de Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt, sinds het begin van zijn mandaat in op opleiding om de Brusselaars de kans te geven een job te vinden. Een doelstelling die zichtbaar is in de cijfers, aangezien het aantal opgeleide werkzoekenden blijft toenemen en stijgt van 11.818 in 2018 tot 14.023 in 2022, van wie 41% langdurig werkzoekenden.

Om meer Brusselaars de kans te geven een job te vinden, bestaat de grootste uitdaging uit het verhogen van het competentieniveau van de werkzoekenden. Om dat te bereiken, blijft opleiding de belangrijkste hefboom om te activeren.

“Ik wil dat de begeleiding door Actiris meer en sneller inzet op opleiding. Dat is de bedoeling van de competentiebalans: het niveau van de werkzoekenden objectiveren om hen vervolgens in een traject in te schrijven. Dat is reeds van toepassing voor de jongeren, en dat zal zeer binnenkort ook het geval zijn voor de langdurig werkzoekenden. Na een aantal opeenvolgende maanden zonder werk moet je je vaardigheden verbeteren om de arbeidsmarkt opnieuw te betreden”, legt Bernard Clerfayt uit.

Van de 14.023 Brusselaars die in 2022 een opleiding hebben gevolgd, zijn er 5.802 meer dan een jaar ingeschreven bij Actiris.

Andere vaststelling: steeds meer vrouwen volgen opleiding. We tellen 7.382 opgeleide vrouwen in 2022, of meer dan de helft van de werkzoekenden.

“Dat is een positief signaal, want we merken op dat het tewerkstellingspercentage van vrouwen lager ligt dan dat van mannen, en dit verschil is des te groter in Brussel. Mijn bedoeling is het overwinnen van de vele obstakels die vrouwen weghouden van arbeid, door hun toegang tot opleiding te verbeteren”, besluit de DéFI-minister.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

OESO doet aanbevelingen om meer Brusselaars aan het werk te krijgen

Actualiteit
OESO doet aanbevelingen om meer Brusselaars aan het werk te krijgen

De OESO heeft haar nieuwste publicatie over lokale jobcreatie en economische ontwikkeling gewijd aan het Brussels Gewest. Onder de titel "Unleashing talent in Brussels" doet de studie aanbevelingen om meer Brusselaars aan het werk te krijgen. Deze doelstelling sluit aan bij die van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

De werkgelegenheidsgraad in het Brussels Gewest blijft stijgen. Hij heeft zijn hoogste niveau bereikt sinds de oprichting van het Brussels Gewest: 65,2%. In vergelijking met de cijfers van voor de gezondheidscrisis betekent dit een stijging van 3,5%.

En de economische vooruitzichten zijn vrij goed. Volgens het BISA zal de werkgelegenheidsgraad in Brussel sneller stijgen dan in Vlaanderen of Wallonië, tot 68,9% in 2028.

De OESO is een referentie voor economische studies. “Door deze studie te laten uitvoeren, wilde ik een externe kritische blik op de sterke en zwakke punten van ons werkgelegenheids- en opleidingsbeleid met vervolgens aanbevelingen om de werkgelegenheidsgraad in Brussel verder te verbeteren”, legt Bernard Clerfayt uit.

Focus op vier aanbevelingen:

1. Het beheer van het beleid inzake werkgelegenheid en beroepsopleiding vereenvoudigen

We hebben een uniek model onder de OESO-landen waar werkgelegenheid en opleiding in handen zijn van verschillende administraties met verschillende bevoegdheidsniveaus. Deze scheiding leidt tot complexiteit voor werkzoekenden, die geen centraal aanspreekpunt hebben. Dit “bemoeilijkt de zoektocht naar werk en belemmert de toegang tot openbare diensten”, aldus de OESO. 

2. Langdurige werkloosheid voorkomen

60% van de werkzoekenden is langer dan een jaar ingeschreven bij Actiris. Om te voorkomen dat werkzoekenden verstrikt raken in langdurige werkloosheid, beveelt de OESO aan om werkzoekenden beter te activeren en sneller na te gaan of ze beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt. “Het Gewest kan de verwachtingen die het stelt aan werkzoekenden op een krappe arbeidsmarkt verhogen”, schrijft de OESO. 

Een betere activering van de werkzoekenden is het doel van de competentiebalans en het verplichte opleidingstraject. “Werkzoekenden dwingen om een knelpuntberoep uit te oefenen is zinloos. Wel is het zinvol om hen te vertellen dat als ze een baan willen, ze een opleiding moeten volgen! Om hun vaardigheden te verbeteren. Om hun kansen op een baan te verhogen. We hebben een verplichting tot opleiding nodig in plaats van een verplichting om een baan te vinden”, benadrukt Bernard Clerfayt.

De OESO stelt ook voor om onze tewerkstellingssteun te hervormen. Dit is een ander project dat gepland is voor deze legislatuur om ervoor te zorgen dat het overheidsgeld ten goede komt aan de Brusselse werkzoekenden die de meeste moeilijkheden ondervinden en dat het een reële impact heeft op hun duurzame tewerkstelling.

3. De integratie van migranten ondersteunen

Allochtonen aan het werk helpen blijft een uitdaging. Brussel is een multiculturele stad en is rijk aan diversiteit! Brussel is zelfs het meest proactieve Gewest in de strijd tegen discriminatie bij aanwerving.

De eerste vaststelling is dat het proces voor de erkenning van diploma's te lang duurt en niet erg doeltreffend is. 43% van de werkzoekenden heeft namelijk geen gelijkwaardigheid van diploma. De OESO wil dat werkgevers worden aangemoedigd om kwalificaties te erkennen in plaats van diploma's. Dit betekent dat ze het D-model (Diploma) moeten loslaten en moeten overstappen op het BKV-model (Bekwaamheid, Kennis en Vaardigheden).

Taalvaardigheden vormen ook een grote belemmering voor de tewerkstelling van migranten. De OESO stelt voor om taalopleidingen te ontwikkelen in combinatie met beroepsopleidingen.

4. Het aantal werkzoekenden in opleiding verdubbelen

Een eerste stap om de impact van opleidingen te versterken, zou zijn dat het Gewest een jaarlijkse enquête organiseert over het profiel van de werkgevers”, aldus het OESO-rapport. Meer in het algemeen moedigt het rapport het Gewest aan om nauw samen te werken met de werkgevers om hun behoeften op het vlak van vaardigheden en dus opleiding te identificeren.

Sommige projecten worden al uitgevoerd en overheidsdiensten zijn al bezig met het opzetten van trajecten opleiding-werk in samenwerking met bepaalde bedrijven. “Dit is evenwel duidelijk het type formule dat verder moet worden ontwikkeld”, voegt Bernard Clerfayt eraan toe.

Om meer Brusselaars de kans te geven een opleiding te volgen en af te ronden, moeten we onze modules herzien. Opleidingstrajecten verzekeren betekent ook korte opleidingen aanbieden waarmee minimale vaardigheden verworven kunnen worden”, besluit de minister.

OESO doet aanbevelingen om meer Brusselaars aan het werk te krijgen

Persbericht

De OESO heeft haar nieuwste publicatie over lokale jobcreatie en economische ontwikkeling gewijd aan het Brussels Gewest. Onder de titel "Unleashing talent in Brussels" doet de studie aanbevelingen om meer Brusselaars aan het werk te krijgen. Deze doelstelling sluit aan bij die van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

De werkgelegenheidsgraad in het Brussels Gewest blijft stijgen. Hij heeft zijn hoogste niveau bereikt sinds de oprichting van het Brussels Gewest: 65,2%. In vergelijking met de cijfers van voor de gezondheidscrisis betekent dit een stijging van 3,5%.

En de economische vooruitzichten zijn vrij goed. Volgens het BISA zal de werkgelegenheidsgraad in Brussel sneller stijgen dan in Vlaanderen of Wallonië, tot 68,9% in 2028.

De OESO is een referentie voor economische studies. “Door deze studie te laten uitvoeren, wilde ik een externe kritische blik op de sterke en zwakke punten van ons werkgelegenheids- en opleidingsbeleid met vervolgens aanbevelingen om de werkgelegenheidsgraad in Brussel verder te verbeteren”, legt Bernard Clerfayt uit.

Focus op vier aanbevelingen:

1. Het beheer van het beleid inzake werkgelegenheid en beroepsopleiding vereenvoudigen

We hebben een uniek model onder de OESO-landen waar werkgelegenheid en opleiding in handen zijn van verschillende administraties met verschillende bevoegdheidsniveaus. Deze scheiding leidt tot complexiteit voor werkzoekenden, die geen centraal aanspreekpunt hebben. Dit “bemoeilijkt de zoektocht naar werk en belemmert de toegang tot openbare diensten”, aldus de OESO. 

2. Langdurige werkloosheid voorkomen

60% van de werkzoekenden is langer dan een jaar ingeschreven bij Actiris. Om te voorkomen dat werkzoekenden verstrikt raken in langdurige werkloosheid, beveelt de OESO aan om werkzoekenden beter te activeren en sneller na te gaan of ze beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt. “Het Gewest kan de verwachtingen die het stelt aan werkzoekenden op een krappe arbeidsmarkt verhogen”, schrijft de OESO. 

Een betere activering van de werkzoekenden is het doel van de competentiebalans en het verplichte opleidingstraject. “Werkzoekenden dwingen om een knelpuntberoep uit te oefenen is zinloos. Wel is het zinvol om hen te vertellen dat als ze een baan willen, ze een opleiding moeten volgen! Om hun vaardigheden te verbeteren. Om hun kansen op een baan te verhogen. We hebben een verplichting tot opleiding nodig in plaats van een verplichting om een baan te vinden”, benadrukt Bernard Clerfayt.

De OESO stelt ook voor om onze tewerkstellingssteun te hervormen. Dit is een ander project dat gepland is voor deze legislatuur om ervoor te zorgen dat het overheidsgeld ten goede komt aan de Brusselse werkzoekenden die de meeste moeilijkheden ondervinden en dat het een reële impact heeft op hun duurzame tewerkstelling.

3. De integratie van migranten ondersteunen

Allochtonen aan het werk helpen blijft een uitdaging. Brussel is een multiculturele stad en is rijk aan diversiteit! Brussel is zelfs het meest proactieve Gewest in de strijd tegen discriminatie bij aanwerving.

De eerste vaststelling is dat het proces voor de erkenning van diploma's te lang duurt en niet erg doeltreffend is. 43% van de werkzoekenden heeft namelijk geen gelijkwaardigheid van diploma. De OESO wil dat werkgevers worden aangemoedigd om kwalificaties te erkennen in plaats van diploma's. Dit betekent dat ze het D-model (Diploma) moeten loslaten en moeten overstappen op het BKV-model (Bekwaamheid, Kennis en Vaardigheden).

Taalvaardigheden vormen ook een grote belemmering voor de tewerkstelling van migranten. De OESO stelt voor om taalopleidingen te ontwikkelen in combinatie met beroepsopleidingen.

4. Het aantal werkzoekenden in opleiding verdubbelen

Een eerste stap om de impact van opleidingen te versterken, zou zijn dat het Gewest een jaarlijkse enquête organiseert over het profiel van de werkgevers”, aldus het OESO-rapport. Meer in het algemeen moedigt het rapport het Gewest aan om nauw samen te werken met de werkgevers om hun behoeften op het vlak van vaardigheden en dus opleiding te identificeren.

Sommige projecten worden al uitgevoerd en overheidsdiensten zijn al bezig met het opzetten van trajecten opleiding-werk in samenwerking met bepaalde bedrijven. “Dit is evenwel duidelijk het type formule dat verder moet worden ontwikkeld”, voegt Bernard Clerfayt eraan toe.

Om meer Brusselaars de kans te geven een opleiding te volgen en af te ronden, moeten we onze modules herzien. Opleidingstrajecten verzekeren betekent ook korte opleidingen aanbieden waarmee minimale vaardigheden verworven kunnen worden”, besluit de minister.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Meer Brusselaars vinden job in Vlaanderen

Actualiteit
Meer Brusselaars vinden job in Vlaanderen

In vijf jaar tijd is het aantal Brusselse pendelaars dat naar Vlaanderen trekt met 20% gestegen. En uit de laatste cijfers blijkt dat deze positieve trend zich doorzet, met 56.067 Brusselaars die eind 2021 in Vlaanderen werken. Actiris en de VDAB willen nu nog meer Brusselse werkzoekenden overtuigen om in Vlaanderen aan de slag te gaan.

Succesvolle VDAB-Actiris-samenwerking

"Deze goede resultaten zijn geen toeval. Brussel is voorloper in dit soort overeenkomsten en we werken al jaren samen met Vlaanderen om de tewerkstelling van de Brusselaars in de rand te verbeteren” verklaart Bernard Clerfayt, minister van Werk en Beroepsopleiding.

Rond Brussel is de vraag naar nieuwe werknemers groot. De voorbije 12 maanden hebben werkgevers in deze regio meer dan 40.000 vacatures geplaatst bij de VDAB.

Aanzienlijk potentieel

De sectoren waarin de meeste Brusselaars tewerkgesteld zijn, zijn de detailhandel, transport en opslag, en de administratieve en ondersteunende diensten. In het noordoosten van Brussel zijn het vooral de wetenschappelijke beroepen en ICT die de Brusselaars tewerkstellen. In het zuiden/zuidwesten zijn het de industrie en de bouw.

Eind juli telde Brussel 89.231 werkzoekenden. Actiris en de VDAB willen hun profielen afstemmen op de sterke vraag naar arbeidskrachten in Vlaanderen. Daarvoor moeten ze het kwalificatieniveau van Brusselaars verhogen, met inbegrip van hun talenkennis.

Beperkingen in het vervoersaanbod

[…] Als we echter nog ambitieuzer willen zijn, moeten we er ook voor zorgen dat het aanbod aan openbaar vervoer de Brusselaars in staat stelt om in Vlaanderen te gaan werken. Een voorbeeld: het gebied rond de luchthaven dat talrijke jobs biedt, zal onbereikbaar blijven voor een groot aantal Brusselaars als het 's nachts niet bereikbaar is met het openbaar vervoer, merkt minister Bernard Clerfayt op.

Actiris en de VDAB hebben in samenwerking met Idea Consult en HIVA ook de reistijd bestudeerd die nodig is om de randgemeenten met het openbaar vervoer te bereiken. Hoewel de fysieke afstand tussen Brussel en de rand minimaal is, is het duidelijk dat het niet altijd gemakkelijk is om Vlaanderen te bereiken.

Doel: 2.000 Brusselaars meer aan het werk in Vlaanderen

Interregionale mobiliteit tussen Brussel en Vlaanderen is dan ook een belangrijke doelstelling van de Brusselse en Vlaamse overheden. Jaarlijks willen ze 2.000 Brusselaars meer aan het werk krijgen in Vlaanderen. Deze doelstelling wordt elk jaar met 10% verhoogd.

Interregionale mobiliteit is één van de prioriteiten van Actiris. Onze samenwerking met de VDAB bestaat al lang en wordt elk jaar sterker, wat een goede zaak is. Vlaanderen is actief op zoek naar arbeidskrachten, dus is het belangrijk om werkzoekenden uit Brussel te sensibiliseren en te begeleiden naar de Brusselse rand en Vlaanderen in het algemeen”, legt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, uit.

Lessen op afstand en toekenning van gezinsbijslagen

Actualiteit
Lessen op afstand volgen en gezinsbijslagen genieten

De gezinsbijslagen zullen voortaan ook worden toegekend aan jongeren die een cursus op afstand volgen. Vaardigheden verwerven dankzij lessen op afstand, is perfect mogelijk! “E-learning” is een sterk toenemend fenomeen.

Een besluit wijzigt de voorwaarden voor de toekenning van de gezinsbijslagen

Bernard Clerfayt, de Brusselse minister bevoegd voor de Gezinsbijslagen, heeft beslist de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen uit te breiden met de jongeren die lessen op afstand volgen. Tot nu toe konden enkel kinderen die ingeschreven waren voor lessen of opleidingen waarbij ze fysiek aanwezig moeten zijn, deze bijslagen onder bepaalde voorwaarden genieten.

De gezinsbijslagen zullen worden toegekend als de opleiding op afstand minstens 17 uur per week wordt gegeven. De inwerkingtreding van de maatregel is gepland op 1 september 2023.

“Onderwijs op afstand is mogelijk voor tal van sectoren, te beginnen bij de digitale sector”, preciseert Bernard Clerfayt.