De werkloosheidscijfers die Actiris heeft meegedeeld, tonen aan hoe de overgangsperiode waarin we ons bevinden, bepalend is voor de toekomst. Dat is het geval in het Brussels Gewest, net zoals overal elders waar de quarantaine en dus de bijna volledige stopzetting van de economische activiteit werd uitgevaardigd.

Twee belangrijke bevindingen

Ten eerste, en dat is bemoedigend, is het aantal werkzoekenden, alle categorieën samen, om zo te zeggen niet gestegen: +0,4% op jaarbasis. Vervolgens, en dat duidt op de uitdagingen die ons wachten, stellen we een vermindering vast van het aantal vacatures dat aan Actiris overgemaakt werd: -44% tegenover april 2019.

Deze tweede vaststelling moet ons aanzetten om relancemaatregelen voor te bereiden, maar zeker niet om ons over te geven aan doemdenken. Waarom? Vóór alles bevinden we ons nog steeds in een wachtperiode voor een reeks sectoren en zij hebben een beroep gedaan op tijdelijke werkloosheid. Concreet hopen deze ondernemingen hun activiteiten zo snel mogelijk met dezelfde werknemers te kunnen hernemen, wat het principe van tijdelijke werkloosheid is. Vervolgens is april een bijzonder sombere maand in deze gezondheidscrisis geweest, en dus lastig en onzeker voor onze ondernemers. Ondanks het grote aantal sectoren dat personeel is blijven aanwerven, is het normaal dat het aantal vacatures tijdens deze periode globaal afgenomen is.

Meer jongeren doen beroepsinlevingsstage

We stellen eveneens een aanzienlijke stijging vast van het aantal jongeren dat een beroepsinlevingsstage doet: +25,9% in vergelijking met de maand april van vorig jaar. Dat toont de efficiëntie van de voorstellen en vacatures binnen dit domein aan. De lichte stijging van het aantal jonge werkzoekenden jonger dan 25 jaar met 4,4% op jaarbasis bevestigt dat we onze inspanningen in die richting moeten volhouden.

--

(*) Grafiek: aantal Brusselse werkzoekenden in de maand april

De Covid-19-pandemie is de grootste gezondheidscrisis waarmee het Brussels Gewest sinds zijn oprichting te maken krijgt. Het heeft gevolgen voor het economische en sociale leven. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft daarom een akkoord bereikt over nieuwe maatregelen.

Wat werk betreft, kent de Brusselse regering drie soorten financiële steun toe aan de sector van de dienstencheques, een van de grootste tewerkstellingspolen in het Brussels Gewest.

• Eenmalige premie van 4.000 euro voor dienstenchequebedrijven die hun activiteiten hebben gestaakt;
• De tijdelijke werkloosheid voor huishoudhulpen wordt aangevuld met een premie van 2,5 euro bruto per uur;
• Verhoging van de gewestelijke tegemoetkoming met 2 euro om de bedrijven en hun werknemers die diensten blijven verlenen aan de personen die er het meest op aangewezen zijn, te ondersteunen.

Op het vlak van tewerkstelling zijn ook nog een aantal andere maatregelen genomen, zodat zij die steun genieten in het kader van een aanwervingsplan en hun beroepsactiviteit door de noodmaatregelen hebben moeten opschorten, daarvan geen nadeel ondervinden. Dit zijn de belangrijkste:

• Verlenging van de activa.brussels-steun voor werknemers die tijdelijk werkloos zijn;
• Verlenging van de begeleiding van een ondernemersproject door de activiteitencoöperatieven met drie maanden;
• Mogelijkheid om een nieuwe first stage te doorlopen, als de vorige door de gezondheidscrisis stopgezet moest worden;

Verlenging van de geldigheidsduur van de dienstencheques en de PWA-cheques (Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap) met drie maanden.

Door de gezondheidscrisis krijgen verschillende sectoren te maken met een grote behoefte aan arbeidskrachten. Om de actieve teams te ontlasten, zullen sommige alternerende opleidingen voor de essentiële sectoren vanaf maandag 27 april heropgestart kunnen worden, op voorwaarde dat de veiligheidsmaatregelen worden nageleefd.

Shopmanager, bakker, slager, begrafenisondernemer, enz. In totaal gaat het om 12 alternerende opleidingen en 150 stagiaires ouder dan 18 jaar.

Bedrijven zullen de sanitaire veiligheidsmaatregelen die de Nationale Veiligheidsraad oplegt, strikt moeten naleven.

“Deze beslissing wordt genomen met de striktste inachtneming van de veiligheidsmaatregelen. Als een werkgever ze niet kan toepassen, hervat de stagiair zijn stage niet. Gezondheid boven alles! " besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Beroepsopleiding.

De rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen hebben zopas tablets gekregen waarmee bewoners vaker met hun dierbaren in contact kunnen komen.

Door dit materiaal ter beschikking te stellen, zullen bewoners videogesprekken met hun families kunnen voeren. Deze maatregel maakt deel uit van een brede waaier van maatregelen om de quarantaineperiode tijdens deze gezondheidscrisis menselijker te maken.

Voor Bernard Clerfayt, de minister van Digitalisering en initiatiefnemer van deze actie samen met de minister van Volksgezondheid Alain Maron is het duidelijk: “nieuwe technologieën bieden veel kansen om ons dagelijks leven te verbeteren. Eén daarvan is het leggen of herstellen van sociale contacten. Dankzij de tablets die in rusthuizen worden uitgedeeld, kunnen de bewoners hun huidige isolement doorbreken. Het is een raam naar buiten, naar hun families en naasten. "

Op voorstel van Bernard Clerfayt, krijgt de sector van de dienstencheques die bijna 23.000 werknemers telt en hard getroffen wordt door de crisis als gevolg van het coronavirus, drie soorten financiële steun.

In eerste instantie wordt een eenmalige premie toegekend aan bedrijven die volledig stilliggen. Eind april wordt deze steun automatisch door Sodexo aan de bedrijven betaald.

Vervolgens krijgen de huishoudhulpen een bijkomende steun van 2,5 euro bruto per uur tijdelijke werkloosheid. Deze premie zal hen gestort worden door de onderneming. De gewestelijke arbeidsinspectie zal controles uitvoeren om na te gaan of deze effectief betaald werd.

Ten slotte wordt de gewestelijke tussenkomst van 14,60 euro met 2 euro verhoogd en bedraagt aldus 16,60 euro. Met deze steun is het mogelijk om de bedrijven die diensten blijven leveren aan de Brusselaars die het meest afhankelijk zijn van het systeem – ouderen, mensen die werken in essentiële sectoren, enz. – te blijven ondersteunen.

 “Het is belangrijk om de sector van de dienstencheques, een niet te verwaarlozen tewerkstellingspool in het Brussels Gewest, te ondersteunen en zijn werknemers te beschermen. Ik ben verheugd dat vanaf de maand mei iedereen deze premies zal kunnen genieten om deze crisis het hoofd te bieden en het vol te houden", besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

Voor meer info kan u terecht op de website van Brussel Economie en Werkgelegenheid

Een week lang, van 4 tot en met 8 mei, organiseert het EFP, het Brusselse centrum voor het alternerend onderwijs, een reeks workshops in verband met de verschillende beroepen.

Het principe: virtuele ontmoetingen aanbieden met professionals uit jouw sector zodat jij je vragen kan stellen in verband met het EFP, het alternerend leren of een beroep/een opleiding in het bijzonder. Iedere workshop duurt 30 minuten en is als volgt opgebouwd:

• Welkomstwoord
• Voorstelling van de sprekers
• Voorstelling van de beroepen door de opleiders
• Voorstelling van de voorwaarden voor het alternerend leren
• Q&A

Het aangeboden programma bevat alle activiteitensectoren: digitale marketing, de beroepen binnen de houtsector, mode, design, logistiek, voeding, de audiovisuele sector, de bouw, etc.

Hier vindt u alle nuttige info over de e-Tour des métiers georganiseerd door het EFP en de link om in te schrijven.

Er is net beslist om de dieren die ondergebracht zijn in asielen en maneges, te helpen. De financiële ontvangsten van deze structuren volstaan niet meer om te voorzien in de levensbehoeften van de dieren, omdat er geen activiteiten en bezoeken meer zijn tijdens deze gezondheidscrisis.

“Wij moeten er zo veel mogelijk op toezien dat de situatie niet steeds slechter wordt. Een uitzonderlijke subsidie zal helpen om voedsel aan te kopen”, stelt Bernard Clerfayt.

Op zijn voorstel als minister van Dierenwelzijn zal het Brussels Gewest subsidies volgens de volgende criteria toekennen:

De dierenasielen moeten erkend zijn om de volgende subsidies te kunnen ontvangen:

• 3.000 euro voor de structuren waarvan de maximale opvangcapaciteit meer dan 30 dieren bedraagt.
• 1.500 euro voor de structuren waarvan de maximale opvangcapaciteit gelijk is aan of kleiner is dan 30 dieren.
• 2.000 euro voor de structuren waarvan de maximale opvangcapaciteit gelijk is aan of kleiner is dan 30 dieren en met opvanggezinnen werken.

De maneges moeten opgericht zijn onder de vorm van een vzw en eigenaar zijn van de gestalde paardachtigen. Zij zullen 100 euro per paardachtige ontvangen om hen gedurende 1 maand te kunnen voeden.