Toutes les actualités du Ministre, les actualités politiques liées directement ou indirectement aux compétences sur lesquelles le cabinet travaille.

30 werkgevers krijgen diversiteitslabel

Actualiteit
Afbeelding: werknemers van diverse afkomst werken binnen een onderneming; diversiteit is een troef en kan deel uitmaken van een echte bedrijfsstrategie.

Actiris heeft voor de 13de keer de diversiteitslabels uitgereikt. Deze labels worden toegekend aan ondernemingen die, na uitvoering van een diversiteitsplan, positief beoordeeld werden door Actiris. Dit plan omvat concrete acties om diversiteit te bevorderen en discriminatie te bestrijden. 30 van hen kregen dit jaar een label.

Sinds 2010 heeft Actiris in totaal al 273 werkgevers geholpen bij het opzetten van een diversiteitsplan en dit betreft meer dan 100.000 werknemers in het Brussels Gewest.

Het diversiteitlabel, een procedure in drie stappen

De eerste stap is een stand van zaken. Actiris analyseert de bestaande situatie in de onderneming op het vlak van diversiteit.

Na deze beoordeling stelt Actiris samen met de werkgever een actieplan op. Deze acties hebben tot doel de diversiteit in het bedrijf te verbeteren. Het wordt bepaald op basis van één of meerdere begunstigde groepen van het Brussels diversiteitsbeleid (afkomst, leeftijd, handicap, opleiding en geslacht) en de interventiedomeinen (werving en selectie, personeelsbeheer, interne communicatie en externe positionering).

Ten slotte wordt de onderneming, nadat het diversiteitsplan twee jaar is uitgevoerd, onderworpen aan een evaluatie. Is deze positief, dan kan de onderneming een label aanvragen bij het Gewest. Het label wordt door de Minister van Werk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toegekend aan werkgevers die verschillen in de beroepsomgeving erkennen, respecteren en valoriseren. Het label is twee jaar geldig en de onderneming mag het vrij gebruiken in al haar communicatie. Bij een nieuwe positieve evaluatie kan het verlengd worden, waardoor de onderneming aan nieuwe thema's kan werken.

Een bedrijfsstrategie

“Alle Brusselaars, ongeacht hun leeftijd, geslacht, woonplaats of afkomst, toegang geven tot werk: dat is de echte uitdaging in Brussel. Diversiteit is een potentiële rijkdom voor werkgevers. Vandaag blokkeren er echter nog altijd veel obstakels de weg naar een echte bedrijfsstrategie rond diversiteit. Daarom ontwikkelen we met de overheidsdiensten aangepaste tools als de diversiteitsplannen en -labels voor de Brusselse ondernemingen, om van diversiteit een onbetwistbare rijkdom te maken”, aldus Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

De gelabelde ondernemingen

De lijst met winnaars voor dit jaar 2021 is als volgt: Dokters van de Wereld, Info-Sourds, Faceo, Cegelec, Kinderdagverblijf van Actiris, Hoppa, Chapelle de Bourgogne, Turbel, InBrussel, COIB-BOIC, Bruxeo, SAP-Belgium&Lux, Europe Clinics, VUB, NMBS, Randstad, Espace Social Télé Service, Audi, Ranges, Multijobs, GAMS, Sophia Group, CP Group, BePax, Justice & Peace, Amnesty International (BF), L'Oreal, Eko Services, Pfizer en Eurobussing (Keolis).

Brussel garandeert welzijn van dieren tijdens transport

Actualiteit
Foto van een paard klaar voor transport over de weg

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, heeft de Regering in laatste lezing een besluit goedgekeurd waarin de voorwaarden voor het niet-commerciële vervoer van landbouwhuisdieren worden vastgelegd

 “Er waren geen precieze regels voor het niet-commerciële vervoer van landbouwhuisdieren en we hebben ‘wild’ vervoer van landbouwdieren kunnen waarnemen. Dit besluit stelt duidelijke regels vast die volkomen ongeschikt transport zullen ontmoedigen en de controles door de agenten zullen vergemakkelijken”, legt Bernard Clerfayt uit.

Alle landbouwhuisdieren

Koeien, paarden, varkens, maar ook kippen en konijnen. Elk jaar circuleren er duizenden dieren in het Brussels Gewest. En dat gebeurt niet altijd in de beste omstandigheden. In 2017 keurde de Brusselse Regering een besluit goed dat de regels voor het vervoer vastlegde. Alleen leverde het verschillende problemen op waardoor het niet kon worden toegepast en was het alleen gericht op bepaalde soorten landbouwhuisdieren.

De vorige wetgeving was namelijk niet gericht op konijnen, pluimvee of alle paardachtigen, waardoor sommigen aan het vastgestelde kader konden ontsnappen. Iedereen die zich met een landbouwhuisdier wil verplaatsen moet de in het besluit vastgelegde minimumnormen respecteren en in het bezit zijn van het naar behoren ingevulde "verplaatsingsdocument voor dierenwelzijn”. Een standaarddocument kan worden gedownload op de website van Leefmilieu Brussel.

De verplaatsingsdocumenten vereist door het FAVV kunnen het verplaatsingsdocument voor dierenwelzijn vervangen, op voorwaarde dat alle informatie die vereist is in het document van Leefmilieu Brussel op deze documenten staat. Dit betekent dus dat de particulier die bijvoorbeeld zijn paard vervoert, in het bezit moet zijn van het naar behoren ingevulde verplaatsingsdocument.

Voorwaarden voor vervoer

Om het welzijn van dieren tijdens hun transport te garanderen, heeft de Brusselse Regering daarom nieuwe voorwaarden aangenomen. Voortaan moet de vervoerder met name het ingevulde verplaatsingsdocument dierenwelzijn bij zich hebben en is vervoer verboden onder de 5°C en boven de 30°C. Tot slot moet het vervoermiddel:

  • de veiligheid van de dieren garanderen,
  • beschikken over passend strooisel, weerstaan aan schokken,
  • geventileerd worden,
  • een natuurlijke lichtinval toestaan.

Daarnaast mogen dieren niet aan horens, gewei, neusringen of met samengebonden poten worden vastgemaakt.

Bijzondere maatregelen voor bepaalde soorten

Voor sommige soorten werden specifieke voorwaarden gedefinieerd. Konijnen mogen aldus niet in een kartonnen doos worden vervoerd. En pluimvee moet worden vervoerd in een transportkist waarin het dier rechtop kan staan.

Deze nieuwe vervoersmodaliteiten gaan eind februari in.

84% wil dierenwelzijn verbeteren

Actualiteit
Foto met verschillende gezelschapsdieren: hond, kat, hamster, leguaan, vogel en konijn

Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, wil de wetten die het welzijn van dieren verzekeren, moderniseren. De doelstelling: een 35 jaar oude wetgeving laten evolueren.

De eerste stap werd gezet, namelijk de Brusselaars raadplegen over hun verwachtingen en hun relatie tot dieren. 84% van de respondenten van de raadpleging op vrijwillige basis die vorige zomer gelanceerd werd, meent dat dieren nog beter beschermd kunnen worden. 2.135 personen hebben de enquête ingevuld, hetzij online, hetzij door een papieren formulier in een van de 18 partnergemeenten binnen te brengen.

Positieve lijsten en sterilisatie

83% van de respondenten is het eens met het bestaan van positieve lijsten die het aantal en de soorten die mogen worden gehouden, beperken. Op deze lijsten staan ook de voorwaarden voor het houden van dieren. Er bestaat al een lijst voor zoogdieren en reptielen; de lijsten voor vogels, vissen en amfibieën worden momenteel opgesteld.

Hoewel de huidige wetgeving enkel het steriliseren van katten verplicht, is 47% van de respondenten een voorstander van de uitbreiding van de sterilisatieverplichting voor andere diersoorten, met name voor honden, konijnen en duiven.

Impulsaankopen van dieren beperken

Nog steeds met het oog op het beperken van impulsaankopen, wil 70% van de ondervraagden bovendien dat de verkoop van dieren in dierenwinkels wordt verboden. En 80% is tegen reclame op sociale netwerken.

Slachtvoorwaarden

71% van de respondenten steunt het opleggen van bedwelming vóór het slachten. En 85% wil nog verder gaan door deze praktijk uit te breiden tot kreeften, krabben en rivierkreeften.

Vergunning voor het houden van dieren en betere bescherming tegen mishandeling

80% van de respondenten is van mening dat de sancties ontoereikend zijn. Niet alleen willen zij het houden van dieren door eigenaars die zich schuldig hebben gemaakt aan dierenmishandeling, verbieden, maar sommigen stellen zelfs voor “dierenwelzijnswerk” op te leggen.

“Bijna 100 respondenten hebben spontaan de invoering van een vergunning voor het houden van dieren, na een opleiding of een examen, voorgesteld. Er is dus geen sprake van om een vergunning zoals in Wallonië in te voeren die automatisch aan iedereen zou worden toegekend. Omwille van de logica overweeg ik echter om deze vergunning te beperken tot bepaalde diersoorten die specifieke behoeften hebben, zoals de nieuwe gezelschapsdieren die steeds populairder worden bij de Brusselaars", verklaart Bernard Clerfayt.

Meer vrije ruimtes voor honden

Het laatste deel van de vragenlijst bestond uit een “ideeënbus”. Tot de voorstellen die het vaakst werden gedaan, behoorden het creëren van vrije ruimtes voor honden, een verbod op het gebruik van elektrische halsbanden en een verbod op de verkoop van levende dieren op de markt. Het voorzien van beschutting voor dieren die buiten worden gehouden, en de invoering van een vergunning voor het houden van dieren behoren ook tot de voorstellen.

Grootste hervorming inzake dierenwelzijn ooit

De uitwerking van het Brusselse wetboek is dus goed en wel opgestart. Het is de bedoeling om dit nieuwe wetboek tegen het einde van het jaar in eerste lezing goed te keuren.

“Deze raadpleging van de Brusselaars op vrijwillige basis, maar ook van de sectoren met betrekking tot het dierenwelzijn, zal leiden tot een evenwichtig Brussels wetboek van dierenwelzijn, vooral omdat dit wetboek de belangrijkste hervorming ooit op het gebied van dierenwelzijn zal zijn”, besluit Bernard Clerfayt.

Werk: knelpuntberoepen 2020 in Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Actualiteit
Generiek beeld ter illustratie van de interacties bij het zoeken naar werk en de aanwezigheid van digitale technologieën op de achtergrond

In het rapport “Analyse van de knelpuntberoepen 2020 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”, uitgegeven door View.brussels in december 2021, is sprake van 111 knelpuntberoepen. Meer dan de helft ervan, 68 beroepen, kan als structureel worden omschreven. Het betreft met name verschillende beroepen uit de non-profitsector, waaronder hoofdzakelijk het onderwijzend en verplegend personeel, commerciële beroepen zoals verkopers en vertegenwoordigers, beroepen binnen de ambachten, technische beroepen, beroepen in de bouw, informatici, ingenieurs en diverse administratieve functies.

Het bestuderen van de knelpuntberoepen brengt ons naar de kern van de relatie tussen opleiding en tewerkstelling. Deze informatie is bijzonder nuttig om het opleidingsaanbod aan te passen en te ontwikkelen, tekortkomingen weg te werken en zo de toegang tot de arbeidsmarkt voor de Brusselaars te bevorderen.

Criteria, soorten en bepalende factoren die knelpuntberoepen definiëren

Drie cumulatieve criteria:

  • een minimumaantal van 20 werkaanbiedingen ontvangen voor dit beroep in de loop van het jaar;
  • een invullingsgraad van de werkaanbiedingen voor dit beroep die lager ligt dan de berekende invullingsgraad voor alle beroepen samen;
  • een benodigde mediane duur om de werkaanbiedingen voor dit beroep af te sluiten die langer is dan de mediaan van de invullingstijd voor alle werkaanbiedingen.

Structureel knelpuntberoep

Een knelpuntberoep wordt structureel als het beroep in het referentiejaar (hier 2020) voor de derde keer op rij een knelpuntberoep is, of als het ten minste drie keer in de vijf voorgaande jaren een knelpuntberoep is.

De bepalende factoren

Er worden drie soorten factoren vastgesteld als bepalend voor het ontstaan en het voortbestaan van de knelpuntberoepen.

  1. de kwantitatieve factoren: het tekort aan kandidaten voor een bepaald beroep;
  2. de kwalitatieve factoren: de kandidaten voldoen niet aan de vereisten (opleiding, ervaring, talenkennis, IT-kennis, softskills);
  3. de factoren die verband houden met de subjectieve perceptie van het beroep, de sector, etc.

Concrete en gedetailleerde informatie

Het rapport, dat een honderdtal bladzijden telt, bevat een tabel met de knelpuntberoepen en voor elk beroep worden de criteria opgelijst die de keuze voor het beroep hebben bepaald (zie boven), de mate van herhaling en de huidige stand van zaken van het opleidingsaanbod. (Raadpleeg de tabel met knelpuntberoepen, uittreksel uit het rapport van View.brussels)

Het rapport van View.brussels bevat eveneens een gedetailleerde beschrijving van de belangrijkste oorzaken die aan de basis liggen van de rekruteringsmoeilijkheden, en dat per beroep. Deze informatie werd gebundeld dankzij de adviezen van sectordeskundigen, zowel intern als extern bij Actiris. De knelpuntberoepen worden er per beroepsgroep voorgesteld.

Analyse van de knelpuntberoepen en opleidingsaanbod

De uitwerking van “de analyse van de knelpuntberoepen 2020 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest” sluit aan op de versterkte samenwerking tussen View.brussels, het Brussels Observatorium voor werkgelegenheid en opleiding en Bruxelles Formation. In het rapport wordt aangetoond hoe rekening gehouden wordt met de knelpuntberoepen in het aanbod van Bruxelles Formation.

Dit rapport is des te belangrijker in een context van economisch herstel waarin de veranderingen op de arbeidsmarkt van nabij gevolgd moeten worden. De rekruteringsmoeilijkheden van de werkgevers waarover de media berichten, kunnen aldus geobjectiveerd worden dankzij een lijst met de knelpuntberoepen en een gedetailleerde analyse van elk beroep.

Meer dan 88% van het aanbod van Bruxelles Formation dekt de knelpuntberoepen

“In 2020 werden 78 van de 88 knelpuntberoepen die onder het toepassingsgebied van Bruxelles Formation en zijn partners vallen (88,6%) gedekt door één of meer opleidingsproducten (dit aandeel bedroeg 85,4% in 2018 en 87,6% in 2019). Bovendien zijn 49 van de gedekte knelpuntberoepen (62,8%, of evenveel als in 2019) rechtstreeks verbonden met minstens één opleiding die door een van de centra of een partner wordt gegeven.”

De knelpuntberoepen en de arbeidsmarkt

Uit het rapport blijkt dat de diversiteit van de oorzaken van de rekruteringsmoeilijkheden de invoering van oplossingen eist die zich zowel tot de werkzoekenden, de werknemers, de bedrijven, de actoren inzake tewerkstelling en opleiding, als tot de sociale partners richten in een poging om ze te verhelpen.

Ook wordt gewezen op de invoering van het telewerk, waardoor de organisatie van het werk en de integratie van nieuwe digitale technologieën in het innovatieproces van producten en/of diensten ter discussie worden gesteld. Kortom, de verandering van de beroepen leidt eveneens tot spanningen op de arbeidsmarkt. Opleiding in digitale tools moet dus een plaats krijgen in de meeste beroepsopleidingen.

Bovendien telt het Brussels Gewest een groot aantal banen met hoge taalvereisten. Het leren van talen moet een centrale plaats blijven innemen in de maatregelen ter ondersteuning van de werkzoekenden en in de beroepsopleidingsprogramma's, en dat door het opnemen van beroepsgerichte modules.

Onzekerheid over de echte gevolgen van de crisis

De gezondheidscrisis heeft vooral geleid tot het gebruik van tijdelijke werkloosheid en het overbruggingsrecht. Het is dan ook normaal dat het effect op de traditionele werkloosheid beperkter is geweest. Door gebruik te maken van tijdelijke werkloosheid konden bedrijven massale ontslagen vermijden.

Naar alternatieven voor de beheersing van duivenpopulaties in de stad

Actualiteit
Duiven op een openbaar plein in de stad

De Brusselse volksvertegenwoordigers spreken zich vandaag uit over een voorstel van ordonnantie dat een einde moet maken aan het vangen en doden van duiven. Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, steunt het voorstel en wil dat er een einde komt aan deze wrede en weinig efficiënte praktijk. Het doel is om alternatieven aan te moedigen om de overbevolking van duiven in de stad aan te pakken

Overlast door overpopulatie

Geluidsoverlast, uitwerpselen waarvan de zuurgraad materialen aantast, beschadigd materiaal, veren die dakgoten verstoppen, ziektes, enz. De overbevolking van duiven in stedelijke gebieden kan veel schade aanrichten.

Vangen is niet de oplossing

 “In 2019 schreef Natagora een rapport over de duivenproblematiek in de stad. In het bijzonder lezen we dat het vangen van duiven een weinig efficiënte en onethische kortetermijnoplossing is. De jongen zullen immers de oude dieren die werden gevangengenomen vervangen”, merkt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, op.

Sommige bedrijven voeren bijgevolg – zoals de wetgeving dat tot dusver toestaat – duivenbestrijdingsacties uit. De vogels worden aldus gevangen in kooien en vervolgens gedood, meestal door vergassing. Deze praktijk werpt evenwel enkele problemen op. Het personeel controleert de kooien niet altijd op regelmatige tijdstippen waardoor de dieren sterven van honger en dorst (naast de stress van de gevangenschap). Deze vangmethode is niet-selectief en kan leiden tot de dood van beschermde soorten zoals de houtduif.

Voor efficiëntere en minder wrede methoden

De Brusselse volksvertegenwoordigers zouden dus vandaag, vrijdag 4 februari, moeten stemmen over een voorstel van ordonnantie dat een einde moet maken aan deze praktijk. Des te meer omdat er andere efficiëntere en minder wrede methoden bestaan, zoals die uitgedragen door Natagora.

Een eerste methode is het stoppen met het voederen van duiven door zaden of brood te geven op de openbare weg. Dat versnelt de verspreiding van duiven, maar trekt ook ander ongedierte zoals ratten aan. Een andere methode is het voorzien van contraceptieve duiventillen waarin de geproduceerde eieren worden weggenomen en vervangen door namaakeieren, of zelfs het verspreiden van anticonceptiezaden.

Beheersing van duivenpopulaties in de stad

“Hoewel het interessant is om meer te weten te komen over de praktijken die elke gemeente ontwikkelt om de proliferatie van duiven tegen te gaan, is het essentieel om de acties van de gemeenten te coördineren en te harmoniseren. Een duif kent geen gemeentegrenzen en het probleem doorschuiven naar naburige gemeenten heeft geen enkele zin. Het lopende AWI-BRU-onderzoek zal ons toelaten om een actieplan op te stellen voor een respectvol en efficiënt beheer van de duivenpopulatie”, besluit de Brusselse minister.

Wifi in alle Brusselse middelbare scholen

Actualiteit
Een installateur plaatst een hotspot in een leslokaal.

Tegen 2024 zullen alle Brusselse middelbare scholen over wifi beschikken in het kader van het project “Mijn school gaat digitaal”.

Om de digitale omschakeling in de Brusselse middelbare scholen te versnellen, heeft Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering, een ambitieus plan bestaande uit twee pijlers ontwikkeld: de leerlingen uitrusten en de interne connectiviteit van de scholen versterken met een performant wifinetwerk.

De leerlingen uitrusten

De scholen hebben de mogelijkheid om IT-materiaal te kiezen ter waarde van 6.250 euro. Er werd een lijst met materiaal opgesteld: laptops, Chromebooks, tablets, projectors, etc. Na 4 jaar wordt het materiaal eigendom van de school.

Wifinetwerken voor 240 Brusselse scholen

Dit aanbod zal voor elke school vlot toegankelijk zijn. Ten eerste wordt een stand van zaken van de behoeften van de scholen op het vlak van interne connectiviteit uitgevoerd. Deze fase maakt het bepalen van de toekomstige locatie van de hotspots, de plaatsen voor de bekabeling, de voeding, etc. mogelijk. Na het afsluiten van deze studie worden afspraken gemaakt voor de installatie van het materiaal. Elke school zal 8 tot 11 hotspots tellen. Alle kosten zijn voor rekening van het Gewest, alsook het onderhoud gedurende 3 jaar. Iedere directie zal haar wifinetwerk(en) in alle veiligheid kunnen beheren.

Digitale technologie is een must

“Op slechts enkele jaren tijd is de digitale technologie doorgedrongen tot alle domeinen van onze samenleving. Scholen vormen daarop geen uitzondering. Het is dan ook dringend noodzakelijk om te zorgen voor een veilige internettoegang. Des te meer omdat digitale technologie in scholen tal van voordelen biedt voor zowel de leerlingen als de leerkrachten”, stelt Bernard Clerfayt. Bovendien hebben de COVID-crisis en het hybride onderwijs dat sindsdien wordt verstrekt, de urgentie van het aanbieden van digitaal onderwijs aan leerlingen versneld.

5,2 miljoen euro toegekend

In het kader van haar nationale plan voor herstel en veerkracht heeft de Brusselse Regering om die reden, in het kader van het Europese relanceplan, een uitzonderlijk budget van 5,2 miljoen euro uitgetrokken om de digitale uitrusting van leerlingen en scholen te ondersteunen, te beginnen met de scholen in wijken met een lagere sociaal-economische index.

176 scholen aangesloten op glasvezelnetwerk

“Mijn school gaat digitaal” is het vervolg op het project “Fiber to the School”, dat in 2014 opgestart werd door het CIBG en IRISnet. Dit project dient om de Brusselse middelbare scholen uit te rusten met breedbandinternet om toegang tot het internet te hebben. Het CIBG heeft de cvba IRISnet de opdracht gegeven over te gaan tot de implementatie van deze infrastructuur, waarvan de kosten volledig door het Gewest worden gedragen. Vandaag zijn 176 middelbare scholen in Brussel aangesloten op het glasvezelnetwerk.

Dierenrecht: 300 blz. juridische en maatschappelijke analyses

Actualiteit
Ideogram van het verslag van het colloquium over het dierenrecht “Van domesticatie tot bescherming” – gestileerde grafische compositie van verschillende dieren

Het verslag van het colloquium over het dierenrecht “Van domesticatie tot bescherming – Welke evolutie kent het recht in de verhouding tussen mens en dier?” op 28 september 2021 is intussen beschikbaar voor juristen en alle burgers die bezorgd zijn om het dierenwelzijn. Document hier te downloaden (pdf).

Een initiatief van het Brussels Gewest

Deze dag, die gewijd werd aan de band tussen mens en dier in een vergelijkend perspectief ten aanzien van het Franse recht, werd georganiseerd door het Brussels Gewest, in samenwerking met de Société de législation comparée en de Fondation européenne pour le droit du vivant. In dit verslag publiceren de sprekers op het colloquium bijdrages die essentieel zijn voor de vooruitgang van de kennis en voor de uitwisseling van juridische benaderingen. Deze overwegingen en de gedane vaststellingen zullen zeker een verrijking vormen voor de lopende werkzaamheden, namelijk het opstellen van het Brusselse wetboek voor dierenwelzijn.

Snel overzicht

Welk juridisch statuut heeft een dier? Wat met het recht om zich een dier toe te eigenen? Welke rol en welke verantwoordelijkheden hebben het bestuur en de instellingen? Na deze algemene vragen behandelden de sprekers op het colloquium onderwerpen vanop het terrein: de bestraffing van dierenmishandeling, de diergeneeskundige inspectie, de bemiddeling met dieren als economische activiteit, etc.

Dierenrecht centraal in maatschappelijke vraagstukken

Na maandenlange werkzaamheden en reflectie over het thema van het dierenrecht en over de plaats die dieren in onze moderne samenleving innemen, kon dit colloquium over het dierenrecht worden gehouden.

Het onderwerp dierenwelzijn, dat een actueel onderwerp en een bron van bezorgdheid voor veel burgers is, komt tot uiting in wetgeving en analyses met betrekking tot het dierenrecht. Het recht dat de verhouding tussen mens en dier regelt, staat, net als het dierenrecht, centraal in grote maatschappelijke veranderingen.

De plaats van het dier en onze verhouding tot levende wezens evolueren, met een groeiende bezorgdheid daarover. Sinds 2018 preciseert de wet bovendien: “Een dier is een levend wezen met gevoel, eigen belangen en waardigheid, dat bijzondere bescherming geniet.” Er worden goede praktijken gehanteerd, terwijl onze verhouding tot de levende wezens blijft evolueren.