Toutes les actualités du Ministre, les actualités politiques liées directement ou indirectement aux compétences sur lesquelles le cabinet travaille.

Cyberaanval: reactievermogen van Brussels netwerk

Actualiteit
Cyberaanval: reactievermogen van Brussels netwerk

Een grootschalige cyberaanval op het nationale netwerk van Belnet heeft veel van onze instellingen lamgelegd. Het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG) en ons IRISnet-netwerk zijn klanten van Belnet.

Het reactievermogen van onze technici heeft ons in staat gesteld om de internetdienst voor de 122 organisaties en instellingen in Brussel snel te herstellen. Iets meer dan twee uur nadat de aanval begonnen was, werd de dienstverlening dus hersteld, terwijl de aanval nog volop gaande was.

De Brusselse minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt, feliciteert de operatoren van het Brusselse netwerk met deze prestatie. "Ik wens ook hun proactieve optreden te benadrukken. Als back-up hadden ze namelijk een internetleverancier die zeer snel geactiveerd kon worden. De technici hebben de nacht van 4 op 5 mei doorgewerkt om de stabiliteit van de noodlijn te verzekeren."

De werking van grote instellingen zoals ziekenhuizen stond op het spel.

Een pluim voor het CIBG en IRISnet voor hun efficiënte reactie op deze grootschalige cyberaanval!

Renolution zal duizenden nieuwe banen opleveren

Actualiteit
Renolution: een strategie voor de renovatie van gebouwen en een kans voor de werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Tussen nu en 2024 wordt meer dan 350 miljoen euro overheidsgeld geïnvesteerd in de Renovatiestrategie via steunmaatregelen voor alle Brusselaars! Die Renovatiestrategie noemen we voortaan: RENOLUTION! Renolution is ook een kans om duizenden banen te creëren.

Renolution.brussels, een revolutie voor de energieprestaties van de gebouwen

Om haar ambitieuze klimaatdoelstellingen te verwezenlijken lanceert de Brusselse regering een publiek-private alliantie voor het klimaat, voor de werkgelegenheid en om de energiefactuur van de Brusselaars te verlagen.

In het kader van die alliantie zullen alle actoren samenwerken om de instrumenten te ontwerpen, te evalueren en te doen evolueren om de RENOLUTION van de gebouwen te ondersteunen en er een ecologische, economische en sociale kans voor Brussel van te maken.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft zich in zijn Energie- en Klimaatplan ertoe verbonden om tegen 2050 de koolstofneutraliteit te benaderen. Meer dan de helft van de Brusselse broeikasgasuitstoot is afkomstig van het energieverbruik van gebouwen.

Het Gewest heeft daarom tijdens de vorige legislatuur een ambitieuze strategie voor de renovatie van gebouwen gelanceerd, waarbij alle publieke maar ook private instrumenten zijn ingezet. Deze RENOLUTION streeft naar een gemiddeld energieprestatieniveau van 100 kWh/m²/jaar voor Brusselse woningen en naar energieneutraliteit voor tertiaire gebouwen in 2050, d.w.z. een gemiddeld verbruik dat drie of vier keer lager ligt dan in de huidige situatie. De implementatie ervan is begonnen en zal geleidelijk worden uitgebreid.

Renolution, dat zijn ook duizenden nieuwe banen

“De strategie voor de renovatie van gebouwen, waarbij de energieprestaties van de gebouwen verbeterd moeten worden, zal niet alleen de werkgelegenheid op peil houden, maar ook duizenden nieuwe banen opleveren en positieve effecten op de Brusselse economie hebben. Voor deze strategie zijn dus goed opgeleide en tegelijk meer vakmensen nodig. In maart jongstleden waren er overigens 4.980 Brusselse werkzoekenden op zoek naar een job in de bouwsector. De renovatiestrategie zou ervoor moeten zorgen dat zij, eventueel via een opleiding, de arbeidsmarkt in de nabije toekomst opnieuw kunnen betreden. Daarom zullen wij tijdens deze legislatuur een Pool Opleiding-Werk voor de beroepen uit de bouwsector openen. Deze pool, die de naam Construcity.brussels heeft gekregen, zal de schakel tussen enerzijds de overheidsdiensten voor tewerkstelling en opleiding en anderzijds de bouwsector vormen. De bedoeling is om niet alleen werkzoekenden en jongeren die alternerend onderwijs volgen, maar eveneens professionals, op te leiden op het vlak van de nieuwste technieken, en met name die van duurzaam bouwen. ConstruCity is enkel en alleen een win-winsituatie!”, verklaarde Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Opleiding.

Dit is een enorme uitdaging en de overheid wil alle drijvende krachten inzetten om ambitieus te reageren. Dit is ook een kans waarvan Brussel de vruchten moet plukken. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bundelt daarom zijn krachten met de bouwsector, de financiële sector, de verenigingssector en de sociale partners, om samen doeltreffende oplossingen te implementeren: dit wordt de RENOLUTION-alliantie, een alliantie voor renovatie, een plaats voor dialoog en samenwerking die alle sectoren samenbrengt die betrokken zijn bij de energierenovatie van de Brusselse gebouwen. Alle uitdagingen van de renovatie zullen aan bod komen: financiering en fiscaliteit, administratieve en stedenbouwkundige vereenvoudiging, begeleiding, duurzaamheid en circulaire economie, erfgoed en architecturale kwaliteit, kwalificatie van beroepen, innovatie, solidaire transitie. Het is duidelijk dat deze dynamiek de opleiding van werknemers in nieuwe bouwtechnieken inhoudt en dat op de lange termijn duizenden banen betrokken zullen zijn.

De regering zal dus blijven investeren in de opleiding van de Brusselaars in de renovatieberoepen. Samenwerking tussen de overheidssector en de bouwsector om opleiding en werkgelegenheid te stimuleren is een van de prioriteiten van RENOLUTION. Construcity.Brussels, de opleidings- en tewerkstellingspool voor de bouwsector, zal nog vóór de zomer officieel worden opgericht.

Volgens een studie van Leefmilieu Brussel zouden de budgetten waarin deze RENOLUTION voorziet, op termijn ongeveer 8.000 niet-delokaliseerbare banen moeten opleveren. Het is dan ook van essentieel belang om met de sector samen te werken, zodat die in Brussel over deze arbeidskrachten kan beschikken.

Een vereenvoudigde toegang tot de premies is een essentiële stap

RENOLUTION beoogt de eerste renovatieverplichtingen op te leggen vanaf 2030. Het Gewest wil echter niemand voor voldongen feiten stellen en zal alle steun- en begeleidingsmaatregelen nemen zodat renovatiekandidaten kunnen anticiperen. De uitvoering van deze maatregel zal zorgvuldig worden bestudeerd: er zal bijzondere aandacht worden besteed aan het risico van stijgende vastgoedprijzen, een voorfinancieringsmechanisme zal worden behouden en versterkt, het inkomen en het vermogen van huishoudens zullen in aanmerking worden genomen, zowel wat de toegekende premies als de beoogde werken betreft, enz. Zo werkt het Gewest aan een globale hervorming van het stelsel van de premies voor woningrenovatie, de premies voor gevelverfraaiing en de energiepremies, met als doel de toegang tot de premies voor de Brusselaars verder te vereenvoudigen.

Meer dan 350 miljoen euro voorzien tegen 2024 en een one-stop-shop voor alle procedures

De regering wil deze ambitie handhaven en ondersteuning bieden aan alle Brusselaars die hun woning willen renoveren. Ze zal de begeleiding en de financiële ondersteuning aanzienlijk versterken, door te evolueren naar een one-stop-shop voor alle renovatieprocedures. Voor de burgers zal Homegrade het referentiepunt zijn. In de meerjarenbegroting van de regering is tot 2024 meer dan 350 miljoen euro uitgetrokken voor de verschillende financiële steun- en begeleidingsmechanismen. Een budget dat jaar na jaar zal stijgen gedurende de hele legislatuur. Een sterk gebaar naar iedereen die renoveert.

Vanaf begin 2022 zullen de renovatiepremies en de energiepremies worden eengemaakt voor eigenaars-bewoners. Deze ‘hervormde’ renovatiepremies zullen dan, onder bepaalde voorwaarden, toegankelijk worden gemaakt voor eigenaars-verhuurders, die momenteel alleen aanspraak kunnen maken op energiepremies.

Dankzij die middelen lanceert de regering in 2021 ook:

  • voor mede-eigendommen – het gaat om 55% van het Brusselse woningbestand: begeleiding op maat, gezien de specifieke kenmerken van mede-eigendommen;
  • voor gewestelijke en gemeentelijke overheden: RenoClick, een begeleidings- en financieringsprogramma, in samenwerking tussen Leefmilieu Brussel en Sibelga;
  • het Renolab, dat het mogelijk zal maken vernieuwende oplossingen te testen op het gebied van begeleiding, financiering, efficiëntere renovatietechnieken in Brussel, enz. We maken plaats voor innovatie, wat essentieel is om de doelstellingen te bereiken.

Opleiding en digitalisering: partnerschappen versterken troeven van Brussel

Actualiteit
Mediaplanet heeft een panel van zeven deskundigen bijeengebracht rond Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering

Mediaplanet heeft een panel van zeven deskundigen bijeengebracht rond Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering, Werk en Beroepsopleiding, en Barbara Trachte, de Brusselse staatssecretaris van Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek.

Hieronder worden enkele fragmenten van de uitwisselingen weergegeven, met een bijzondere focus op de aspecten van opleiding en digitalisering.*

Grote vraag naar competenties leidt tot kloof die gedicht moet worden

Zowel Guillaume Boutin, de CEO van Proximus Group, als Bruno de Thibault, de CEO van Touring, maken gewag van de inspanningen en goedgekeurde investeringen in de opleidingsprogramma’s. Deze laatste worden aangeboden in samenwerking met de gewestelijke agentschappen voor tewerkstelling en de opleidingsinstituten. Desondanks raken de leidinggevende functies niet ingevuld en volgen de opleidingsprocessen de evolutie van de vraag naar competenties niet.

Bernard Clerfayt wijst op de grote vraag naar competenties op de Brusselse arbeidsmarkt. Hoewel het opleidingsaanbod van een zeer goed niveau is, en dat is een troef van het Gewest, is Brussel echter “het meest veeleisend in termen van de vraag naar competenties”. En hij benadrukte de noodzaak om het competentieniveau van de werkzoekenden, met name op IT-vlak, te verbeteren.

De minister bracht de lopende partnerschappen dankzij het instrument van de polen opleiding-werk in herinnering. “Om de opleidingen en de noden van de bedrijven dichter bij mekaar te brengen, lopen er samenwerkingen tussen de overheidsdiensten voor opleiding en de privésector via de opleidingsfondsen voor werknemers. In de sectoren van de bouw, de techniek, de digitale technologieën en de logistiek bepalen de polen opleiding-werk de best mogelijke vormingen, zowel wat bijscholing betreft als voor werkzoekenden.”

Duaal leren = verbinding tussen beroep en opleiding

Voor 92 beroepen bestaat in het Brussels Gewest de oplossing van duaal leren; centraal daarbij staat de complementariteit tussen opleiding volgen en ervaring opdoen in bedrijven. De opleidingen richten zich tot jongeren vanaf 15 jaar en tot “een steeds groter publiek van volwassenen, met inbegrip van personen die zich omscholen”, preciseert Vincent Giroul, de directeur van Efp formation.

“80% van de jongeren die een alternerende opleiding heeft gevolgd, vindt meteen een job. Reden: het duaal leren zorgt ervoor dat de realiteit van een beroep meteen kan worden uitgeprobeerd in een onderneming, en de onderneming kan haar toekomstige werknemers op maat opleiden. Het duaal leren heeft toekomst en moet beter ondersteund worden, naar het voorbeeld van wat gebeurt in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk”, preciseert Bernard Clerfayt.

De directeur van Efp formation lanceert in dat verband een oproep aan de Brusselse bedrijven: “Midden januari jongstleden zochten 1.742 personen nog een stageplaats.” Het ontbreekt werkzoekenden niet aan motivatie: 7.000 personen zijn ingeschreven voor dit instrument voor duaal leren.

De Brusselaars kennen bepaalde activiteitendomeinen minder goed, hoewel er veel jobs in te vervullen zijn. Philippe Matthis herhaalt hoe belangrijk het succes van de haven en zijn “12.000 rechtstreekse en onrechtstreekse medewerkers” is. Hij bracht ook het belang van opleiding in het hart van de havenactiviteiten in herinnering: “Het personeel kan gebruikmaken van jaarlijkse opleidingsplannen en wij dragen, met Actiris, bij aan de aanwerving van startbaanovereenkomsten, die 10% van onze medewerkers betreffen.”

Bijscholing maakt ook deel uit van het praktische pedagogische beleid dat uitgevoerd wordt door de hogescholen, aldus Emmanuelle Havrenne, directrice-voorzitster van de hogeschool Ephec. Het partnerschap met de bedrijven “komt ook tot uiting via de 15 weken stage in een onderneming op het einde van de opleiding, via ondernemingen die onderwerpen voor eindwerken voorstellen”.

Innovatie en partnerschappen verhogen productiviteit

Innoviris ondersteunt elk jaar 300 projecten rond industrieel onderzoek, preciseert de adjunct-directeur-generaal, Marie-Carmen Bex. Zij illustreert het belang van partnerschappen en merkt op dat “meer dan 30% van de projecten het resultaat zijn van een samenwerking tussen verschillende actoren, en niet van één enkele instelling”.

Emmanuelle Havrenne brengt de verschillende aspecten van innovatie in de opleiding in herinnering. We zullen de competenties in termen van “digitalisering en nieuwe economische modellen – kringloop- of collaboratieve economie, e-business, etc.” onthouden. Ze preciseert dat, in deze context van de pandemie, “innovatie tenslotte de pedagogische praktijken betreft die een jaar geleden in het bijzonder aangepast moesten worden met het onderwijs op afstand en de platformen voor e-learning”.

Innovatie is van fundamenteel belang voor de permanente verbetering van de kennis en van onze samenleving, aldus Bernard Clerfayt. “Of ze nu technologisch of sociaal is, ze verbetert onze productiviteit, onze economie, onze koopkracht, ons levenscomfort, de kwaliteit van onze jobs, etc. De honger naar innovatie moet breed gedeeld worden en, bijgevolg, de honger naar STEIM-opleidingen (science, technology, engineering, IT, mathematics). Diegenen die deze opleidingen voltooien, hebben onmiddellijk voor lange tijd kwaliteitsvol werk.”

Meer jobs dankzij digitale technologieën

“Van de 92 beroepen die worden voorgesteld in onze opleidingen, wordt er niet één gespaard door de globalisering en de digitalisering. Wij nemen de digitale competenties dan ook in al onze programma’s op”, stelt Vincent Giroul.

Bernard Clerfayt legt de nadruk op de opportuniteiten voor het creëren van werk: “De digitalisering moet beheerst worden om economische activiteit te creëren. Agoria, de federatie van de technologische industrie, heeft benadrukt dat de digitalisering veel meer jobs zal creëren dan zal doen verdwijnen. De digitale kloof is evenwel een feit: volgens een recente studie van de Koning Boudewijnstichting beheerst 15% van de mensen de digitale tools helemaal niet en bijna 40% beheerst ze slecht. Om deze situatie te verbeteren, heeft Brussel een ‘plan voor digitale toe-eigening’ uitgewerkt dat de meest kwetsbare doelgroepen begeleidt.”

Data: “een bron voor toegevoegde waarde die eindeloos reproduceerbaar is”

Guillaume Boutin had het over de gevolgen van de gezondheidscrisis: “[…] Nooit hadden we zoveel nood aan nabijheid en menselijke contacten. […] De nood aan nabijheid zal er daarentegen voor zorgen dat de productie- en internettools opnieuw lokaler worden ingeplant. Dit is een enorme kans om de digitale diensten voor het dagelijkse leven, de economische ontwikkeling en de herschikking van kapitaal naar lokale afdelingen heruit te vinden. Een voorbeeld: de slager op de hoek van de straat zal morgen een webactor worden, omdat hij in staat zal zijn om zijn activiteiten op internet te promoten.”

De minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt, brengt de toegevoegde waarde van het benutten van gegevens in herinnering. “De digitalisering leidt immers ook tot het gebruik van gegevens om de aangeboden diensten te verbeteren. Dat is wat we onder andere zien met de ‘Mobility As A Service Platforms’ (MaaS), toepassingen die het mogelijk maken om alle nodige informatie voor een betere mobiliteit te vinden, onder meer door gebruik te maken van artificiële intelligentie. Dit alles doet echter de vraag rijzen naar de veiligheid en het publieke karakter van onze gegevens. Persoonlijk ben ik een voorstander van een ruime openbaarheid van de gegevens, aangezien deze onuitputtelijk zijn en een bron van toegevoegde waarde vormen die tot in het oneindige gereproduceerd kan worden.”

Voor dit domein in het bijzonder herhaalt Guillaume Boutin het belang van partnerschappen. “Data vereisen een gezamenlijke aanpak door de publieke en de private sector. De soevereiniteit van de data en de ‘digitale kluizen’ zijn onderwerpen die we allemaal samen extreem snel onder de knie moeten krijgen. Als wij het niet doen, zullen andere Europese actoren of van elders ter wereld het in onze plaats doen!”

––––

* Dit artikel is een samenvatting van de uitwisselingen genoteerd door Philippe Van Lil voor Mediaplanet.

Registratie van dieren op DogID en CatID: voortaan is uw akkoord nodig om gegevens openbaar te maken

Actualiteit
Voortaan is het nodig om de instellingen van de identificatiechip van de hond of kat te wijzingen.

Vanaf 1 mei zullen de gegevens van de eigenaars van honden en katten niet langer openbaar zijn, standaard althans. De verantwoordelijken voor dieren zullen voortaan handmatig toestemming moeten geven voor het zichtbaar maken van de gegevens in verband met de registratie van dieren op DogID en CatID, en dat als gevolg van de GDPR-regelgeving (de Europese verordening betreffende de bescherming van persoonsgegevens).

DogID en CatID, gegevens die toegankelijk moeten blijven wanneer dier verdwaalt

In het Brussels Gewest verdwalen jaarlijks bijna 4.000 honden en vervolgens komen zij in een asiel terecht. Eén op de vijf honden wordt toevertrouwd aan een nieuwe eigenaar, omdat zijn baasje niet kon worden opgespoord.

Een correcte registratie van de gegevens zorgt ervoor dat dit soort situaties vermeden kan worden.

Vanaf 1 mei moeten eigenaars hun uitdrukkelijke toestemming geven om hun persoonsgegevens openbaar te maken.

“Dankzij de informatie in de CatID- en DogID-databanken kunnen talrijke verdwaalde dieren met hun baasje herenigd worden. Het is dus belangrijk dat de eigenaars van dieren de nodige stappen ondernemen om hun dieren niet uit het oog te verliezen”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

Wat moet u doen opdat gegevens openbaar zouden blijven?

Surf naar de officiële registratieplatforms voor deze dieren: DogID (www.dogid.be) voor honden en CatID (www.catid.be) voor katten.

Eigenaars kunnen de instellingen van de chip wijzigen en kiezen voor de openbare in plaats van de private modus. Daarvoor hebben ze hun identiteitskaart, hun pincode en het 15 cijfers tellende nummer van de chip van de kat of hond dat vermeld staat in “Rubriek III. Merking van het dier” op het paspoort, nodig.

Het wijzigen van de instellingen is nu al mogelijk op CatID voor katachtigen, en vanaf 1 mei op DogID voor honden.

Uw dier registreren is verplicht

De identificatie en de registratie van honden is sinds 1 september 1998 verplicht in het Brussels Gewest, en voor katten sinds 1 november 2017.

Wifi.brussels bekoort steeds meer

Actualiteit
Wifi.brussels

Wifi.brussels is het gratis wifinetwerk van het Brussels Gewest. Hiermee kunnen Brusselaars, pendelaars en ook toeristen overal in Brussel gratis op internet surfen. In 2020 was bijna een miljoen toestellen aangesloten op het gratis netwerk.

“Door iedereen, Brusselaars of passanten, gratis te laten surfen op het net, is wifi.brussels een van de hoekstenen van een smart city-gewest. Een smart gewest is in feite een gewest dat digitale technologie gebruikt ten behoeve van zijn burgers. En vandaag kan niemand meer zonder internet”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering.

Eén account wifi.brussels om zich in te loggen op 221 plaatsen

De hotspots van het netwerk wifi.brussels bevinden zich zowel buiten in de openbare ruimte als in bepaalde openbare gebouwen: gemeentehuizen, bibliotheken, administraties, enz. In totaal worden 221 plaatsen gedekt door het wifi.brussels-netwerk voor in totaal 867 hotspots. Alle metrostations van de MIVB hebben trouwens toegang tot het gratis netwerk.

Om met wifi.brussels te surfen op een smartphone, tablet of computer, volstaat het om een gratis account aan te maken. Het toestel herkent het wifi.brussels-netwerk dan onmiddellijk en maakt automatisch verbinding.

254.401 gebruikers

In november 2019 is een platformmigratie uitgevoerd om de gebruikerservaring verder te verbeteren. Sindsdien werden 659.711 verbindingen met het portaal gemaakt, waarvan 459.963 in 2020, voor een totaal van 254.401 unieke gebruikers. Tussen 4 november 2019 en 31 december 2020 voerden gebruikers 62.800.006 acties uit op het wifi.brussels-netwerk: webpagina's raadplegen, video's, muziek en e-mails downloaden, etc. Vóór maart 2020 en de start van de lockdown was er een piek van 220.000 acties/dag. Na 16 maart daalde dit aantal tot 140.000, een opmerkelijk resultaat gezien de gezondheidscontext en de lockdown.

De gemiddelde verbindingstijd per sessie was 2,1 uur. 48% van de sessies duurt echter tussen de 0 en 30 minuten, terwijl slechts 24% van de sessies meer dan 2 uur duurt. Gemiddeld is het aantal aansluitingen het grootst op zaterdag, zondag en maandag, met zowat 16% van de verbindingen per dag. De overige dagen van de week gaat het om 13%.

Op het grondgebied van de Stad Brussel tellen we de meeste verbindingen; in deze gemeente liggen ook de drukste metrostations. Daarna volgen de gemeenten Sint-Joost en Sint-Agatha-Berchem. De meest populaire toegangspunten zijn de metrostations Kunst-Wet, Zuidstation, Rogier en De Brouckère.

Evolutie naar nieuwe standaard en extra toegangspunten

In 2021 zal een deel van het materieel worden vervangen om het netwerk te onderhouden en te upgraden naar de nieuwe standaard van draadloze verbindingen, wifi 6. Dit zal een hogere surfsnelheid mogelijk maken en het bereik verbeteren.

Tegelijkertijd zullen er nieuwe wifi.brussels-toegangspunten komen in verschillende Brusselse gemeenten. Twee extra toegangspunten in Anderlecht, in de buurthuizen Scheut en Rossini, en vier nieuwe sites in Evere: de buurthuizen Germinal, Platon en Picardie en een site in het Brussels Museum van de Molen en de Voeding.

De technische ondersteuning voor wifi.brussels wordt verzekerd door IRISnet, in samenwerking met verschillende andere technologische dienstverleners.

Record voor IRISbox in 2020: 327.000 aanvragen

Actualiteit
Record voor IRISbox in 2020: 327.000 aanvragen

IRISbox is het onlineplatform van het Brussels Gewest dat 24/7 gewestelijke en lokale dienstverlening aanbiedt. In 2020 is het aantal gebruikers en aanvragen, wegens de coronacrisis, letterlijk geëxplodeerd.

“De pandemie werkt als een trendversneller. De sterkste trend van allemaal is de digitalisering. Door het beschikbare aanbod op IRISbox te vergroten, zijn de Brusselaars tot het inzicht gekomen dat het vaak eenvoudiger en sneller is om administratieve handelingen online te verrichten dan zich naar de besturen te begeven. Resultaat: 78.000 nieuwe gebruikers hebben zich ingeschreven in IRISbox en in totaal werden 327.000 aanvragen ingediend”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering en Administratieve Vereenvoudiging.

De meeste gebruikers van IRISbox zijn … vrouwen

Opdeling van de gebruikers per leeftijdsgroep54% van de gebruikers van IRISbox zijn vrouwen, tegenover 46% mannen. De gebruikers komen uit alle leeftijdsgroepen, met een lichte piek voor de 25- tot 34-jarigen, die 25% van het totaal vertegenwoordigen. In 60% van de gevallen loggen de gebruikers in met een computer; in 40% van de gevallen met een smartphone.

Gebruikers doen vooral gemeentelijke aanvragen

Hoewel het aantal aanvragen aanzienlijk gestegen is, zijn het vooral de aanvragen gericht aan de gemeentelijke administraties die bijna verdrievoudigd zijn. In 2019 werden 103.957 aanvragen ingediend bij de plaatselijke diensten, tegenover 296.541 in 2020.

Een platform vol nieuwigheden

Sinds mei 2020 kan je online rechtstreeks een afspraak vastleggen met de gemeenten Sint-Gillis, Ganshoren en Vorst. Vervolgens kwamen de gemeenten Ukkel, Watermaal-Bosvoorde, Jette en Molenbeek erbij. Maandelijks worden op deze manier bijna 8.000 afspraken gemaakt.

Tegelijk is het aantal op IRISbox beschikbare formulieren gestegen. In 2020 kwamen er 55 nieuwe administratieve handelingen bij, zoals de aanvraag voor een studentenjob, projectoproepen, de zorg voor zieke kinderen, een doorgangsbewijs voor de autoloze zondag, etc.

Ook is het mogelijk om dankzij een chatvenster rechtstreeks in contact te treden met medewerkers van de gemeenten.

Bij bepaalde gemeenten kan je intussen via IRISbox online een adreswijziging doorgeven. Deze nieuwe functies verklaren ook het groeiende succes van het platform bij de gebruikers.

“IRISbox kadert perfect in mijn doelstelling om het Brussels Gewest te laten evolueren naar een smart city. De digitale technologieën zorgen voor een modernere, eenvoudigere, efficiëntere en toegankelijkere administratie. Gedaan met de lange wachtrijen aan het loket, gedaan met de onnodige verplaatsingen. De burgers en de bedrijven voeren steeds meer administratieve handelingen online uit, en dat op een volledig beveiligde manier”, besluit de Brusselse minister.

Strijd tegen discriminatie bij aanwerving

Actualiteit
Brussels Gewest lanceert projectoproep ter waarde van 750.000 euro in strijd tegen discriminatie bij aanwerving

“Diversiteit op de werkvloer is nog niet de norm. De economische wereld bezwijkt te vaak voor de verleiding om verschillen te verwerpen. Rekening houden met de realiteit van diversiteit vereist dus hard werk dat essentieel is om talent te stimuleren en iedereen dezelfde kansen te geven”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

Brussels Gewest lanceert projectoproep ter waarde van 750.000 euro in strijd tegen discriminatie bij aanwerving

De minister van Werk meent dat discriminatie bij de aanwerving niet onvermijdelijk mag zijn: “Deze nieuwe projectoproep dient om de diversiteit te bevorderen en er een verrijking voor de onderneming van te maken, zodat de Brusselaars zonder discriminatie tot de arbeidsmarkt kunnen toetreden.”

Er heerst nog te vaak een stigma rond identiteiten en verschillen. Gender, afkomst, leeftijd, handicap, seksuele geaardheid: er zijn tal van criteria in de procedures die leiden tot discriminatie bij de aanwerving.

Discriminatiemechanismen sluiten van meet af aan getalenteerde mensen van aanwervingsprocedures uit. Wanneer twee personen even competent zijn, heeft toch niet iedereen dezelfde kansen om werk te vinden.

Onderwerp en info

Voor deze editie werd een specifieke thematiek gekozen, namelijk de leeftijd. Of je nu te jong of te oud bent, leeftijd blijft een groot obstakel om tot de arbeidsmarkt toe te treden.

Projectdragers hebben tot en met 31 maart 2021 de tijd om hun dossier in te dienen.

Alle informatie is beschikbaar op de website van Brussel Economie en Werkgelegenheid.