Gewestelijke steun aan Brusselse gemeenten beter verdelen

Actualiteit
Gewestelijke steun aan Brusselse gemeenten beter verdelen

“Het verschil in middelen tussen de gemeenten bedraagt 1 tot 3. Dat is enorm. Bijgevolg is het vermogen van de gemeenten om de basisdiensten te verzekeren niet identiek. Het financieringsmechanisme van de Brusselse gemeenten is niet voldoende gebaseerd op het solidariteitsbeginsel. Het moet worden herzien om beter rekening te kunnen houden met de verschillen tussen de gemeenten en hun sociaal-economische realiteit. Dat is een kwestie van cohesie voor het Gewest en van billijkheid tussen de burgers”, benadrukt Bernard Clerfayt, de Brussels minister van Plaatselijke Besturen.

Grote verschillen tussen de gemeenten

Op vraag van de minister werd een momentopname gemaakt van de begrotingsbedragen die van het Gewest naar de gemeenten werden overgeheveld, alsook een vergelijkend onderzoek van de financiële middelen van de 19 gemeenten. Het doel bestond erin te weten te komen of de gemeenten over dezelfde middelen beschikken om diensten aan de inwoners te verlenen. Resultaat: dat is niet het geval, en het is beter om in Sint-Gillis te wonen dan in Ganshoren of in Elsene dan in Anderlecht.

De verdeling van de beschikbare middelen per inwoner spreekt boekdelen in termen van ongelijkheid. Aldus stellen we vast dat de Stad Brussel over 3.591 euro per inwoner beschikt en Ganshoren over 1.226 euro per inwoner. Tussen die twee in en in de middenmoot liggen Elsene (1.986 euro/inwoner), Sint-Gillis (2.153 euro/inwoner) en Etterbeek (1.841 euro/inwoner). We zien ook dat de gemeenten voor verschillende belastingtarieven kiezen (voor de personenbelasting en de onroerende voorheffing) in functie van hun financiële situatie.

Hefbomen voor een rechtvaardigere verdeling tussen de Brusselse gemeenten

Er zijn verschillende pistes mogelijk. De eerste bestaat erin de criteria voor de algemene dotatie aan de gemeenten te herzien om deze verschillen te verkleinen, zoals in het regeerakkoord werd toegezegd. De tweede piste beoogt de andere mechanismen voor de subsidiëring van de gemeenten aan te passen in functie van hun financiële situatie. De voor elke subsidie toegepaste percentages zouden afhankelijk worden van een criterium dat verband houdt met de financiële draagkracht van de gemeente. Ten slotte zou voor elke subsidie aan de Brusselse gemeenten systematisch een criterium gehanteerd moeten worden dat gekoppeld is aan het aantal inwoners die, uiteindelijk, de eerste begunstigden zijn.

“Wanneer het Gewest optreedt ten gunste van de gemeenten, gaat het ervan uit dat alle gemeenten over dezelfde financiële draagkracht beschikken. Dat is duidelijk niet het geval. De éne gemeente is de andere niet: ze verschillen in omvang (tussen 20.000 en 180.000 inwoners) en beschikken over verschillende financiële middelen die berekend worden per inwoner (verschillen van 1 tot 3)”, stelt Bernard Clerfayt.

Ter herinnering: de gemeentelijke financiën zijn samengesteld uit enerzijds hun eigen inkomsten (aanvullende belastingen, fiscale inkomsten en diensten), en anderzijds uit de algemene dotatie aan de gemeenten (ADG) die door het Brussels Gewest wordt betaald, alsook subsidies die worden toegekend volgens de verwezenlijkingen of investeringen.

Dit zou u ook kunnen interesseren:

Financieringssysteem van Brusselse gemeenten moet voor meer solidariteit zorgen

Persbericht

Op vraag van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, werd een momentopname gemaakt van de begrotingsbedragen die van het Gewest naar de gemeenten werden overgeheveld, alsook een vergelijkend onderzoek van de financiële middelen van de 19 gemeenten. Het doel bestond erin te weten te komen of de gemeenten over dezelfde middelen beschikken om diensten aan de inwoners te verlenen. Resultaat: dat is niet het geval, en het is beter om in Sint-Gillis te wonen dan in Ganshoren of in Elsene dan in Anderlecht.

In het regeerakkoord van de Brussels Regering staat dat “de Regering het systeem voor de financiering van de algemene dotatie aan de gemeenten zal behouden en zij op basis van het verslag over de geldstromen het raderwerk van dat systeem zal aanpassen om de verschillen tussen de gemeenten bij te sturen”.

Dat verslag werd zojuist gepubliceerd. Daarin vinden we met name de middelen waarover de gemeenten per inwoner beschikken. Deze zijn enerzijds afkomstig uit hun eigen inkomsten (belastingen en diensten), en anderzijds uit de algemene dotatie aan de gemeenten die door het Brussels Gewest wordt betaald. Aldus stellen we vast dat de Stad Brussel over 3.591 euro per inwoner beschikt en Ganshoren over 1.226 euro per inwoner. Tussen die twee in en in de middenmoot liggen Elsene (1.986 euro/inwoner), Sint-Gillis (2.153 euro/inwoner) en Etterbeek (1.841 euro/inwoner). We zien ook dat de gemeenten voor verschillende belastingtarieven kiezen (voor de personenbelasting en de onroerende voorheffing) in functie van hun financiële situatie.

De algemene dotatie aan de gemeenten wordt evenwel geacht deze buitensporige verschillen te corrigeren. “Het verschil in middelen tussen de gemeenten bedraagt 1 tot 3. Dat is enorm. Bijgevolg is het vermogen van de gemeenten om de basisdiensten te verzekeren niet identiek. Het financieringsmechanisme van de Brusselse gemeenten is niet voldoende gebaseerd op het solidariteitsbeginsel. Het moet worden herzien om beter rekening te kunnen houden met de verschillen tussen de gemeenten en hun sociaal-economische realiteit. Dat is een kwestie van cohesie voor het Gewest en van billijkheid tussen de burgers”, benadrukt de Brusselse minister.

Er zijn verschillende pistes mogelijk. De eerste bestaat erin de criteria voor de algemene dotatie aan de gemeenten te herzien om deze verschillen te verkleinen, zoals in het regeerakkoord werd toegezegd. De tweede piste beoogt de andere mechanismen voor de subsidiëring van de gemeenten aan te passen in functie van hun financiële situatie. De subsidiepercentages zouden afhankelijk worden van een criterium dat verband houdt met de financiële draagkracht van de gemeente. Ten slotte zou voor elke subsidie aan de gemeenten systematisch een criterium gehanteerd moeten worden dat gekoppeld is aan het aantal inwoners die, uiteindelijk, de eerste begunstigden zijn.

“Wanneer het Gewest optreedt ten gunste van de gemeenten, gaat het ervan uit dat alle gemeenten over dezelfde financiële draagkracht beschikken. Dat is duidelijk niet het geval. De éne gemeente is de andere niet: ze verschillen in omvang (tussen 20.000 en 180.000 inwoners) en beschikken over verschillende financiële middelen die berekend worden per inwoner (verschillen van 1 tot 3)”, stelt Bernard Clerfayt.

De volledige studie hier raadplegen

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Toegang tot vaccinatiecentra vergemakkelijken voor senioren

Actualiteit
Toegang tot vaccinatiecentra vergemakkelijken voor senioren

Een subsidie ​​van een miljoen euro is voorzien om 65-plussers gratis naar de vaccinatiecentra te vervoeren. Het Brussels Gewest steunt de 19 gemeenten in verhouding tot het percentage 65-plussers dat aanwezig is op hun respectieve grondgebied.

 “In het Brussels Gewest zijn er 159.593 mensen van 65 jaar en ouder. 86% van hen ontving twee vaccindoses. Vaccinatie is ook onze belangrijkste bescherming tegen COVID-19. Door 1 miljoen euro vrij te maken voor gratis vervoer van ouderen naar de vaccinatiecentra, helpen we niet alleen de meest kwetsbare mensen te beschermen, maar ondersteunen we ook de gemeenten bij de uitvoering van maatregelen ter bestrijding van COVID-19”, merkt Bernard Clerfayt op.

Ondersteuning door gemeenten reeds effectief

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft de Brusselse Regering de toekenning van een subsidie van 1 miljoen euro goedgekeurd om de Brusselse gemeenten die gratis vervoer voor senioren naar de vaccinatiecentra hebben verzekerd, financieel te ondersteunen.

De Brusselse gemeenten waren, vanaf het begin, van de partij om de coronacrisis te beheren. Door de bewustmakings- en preventieacties uit te breiden, hebben ze ook een belangrijke rol gespeeld in de vaccinatiecampagne. Als lokale actoren bij uitstek hebben de gemeenten soms de kosten gedekt voor het vervoer van 65-plussers naar de vaccinatiecentra.

In de praktijk

Omdat het voor ouderen niet altijd even gemakkelijk is om zich naar het vaccinatiecentrum te begeven, hebben de gemeenten verschillende systemen ingevoerd: taxicheques, collectief vervoer, enz. Vaak kunnen ouderen niet meer met de auto rijden, is het vaccinatiecentrum niet vlot te bereiken met het openbaar vervoer of te voet, of zijn het geïsoleerde mensen die niet op de hulp van familieleden kunnen rekenen om hen te brengen.

1.000.000 euro om 65-plussers naar vaccinatiecentra te vervoeren

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft de Brusselse Regering de toekenning van een subsidie van 1 miljoen euro goedgekeurd om de Brusselse gemeenten die gratis vervoer voor senioren naar de vaccinatiecentra hebben verzekerd, financieel te ondersteunen.

De Brusselse gemeenten waren, vanaf het begin, van de partij om de coronacrisis te beheren. Door de bewustmakings- en preventieacties uit te breiden, hebben ze ook een belangrijke rol gespeeld in de vaccinatiecampagne. Als lokale actoren bij uitstek hebben de gemeenten soms de kosten gedekt voor het vervoer van 65-plussers naar de vaccinatiecentra.

Omdat het voor ouderen niet altijd even gemakkelijk is om zich naar het vaccinatiecentrum te begeven, hebben de gemeenten verschillende systemen ingevoerd: taxicheques, collectief vervoer, enz. Vaak kunnen ouderen niet meer met de auto rijden, is het vaccinatiecentrum niet vlot te bereiken met het openbaar vervoer of te voet, of zijn het geïsoleerde mensen die niet op de hulp van familieleden kunnen rekenen.

Het Gewest heeft daarom 1 miljoen euro vrijgemaakt om 65-plussers gratis te vervoeren naar de vaccinatiecentra. Deze subsidie wordt verdeeld over de 19 Brusselse gemeenten naar rato van het percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder.

“In het Brussels Gewest zijn er 159.593 mensen van 65 jaar en ouder. 86% van hen ontving twee vaccindoses. Vaccinatie is ook onze belangrijkste bescherming tegen COVID-19. Door 1 miljoen euro vrij te maken voor gratis vervoer van ouderen naar de vaccinatiecentra, helpen we niet alleen de meest kwetsbare mensen te beschermen, maar ondersteunen we ook de gemeenten bij de uitvoering van maatregelen ter bestrijding van COVID-19”, merkt Bernard Clerfayt op.

“Toegankelijkheid neemt een centrale plaats in onze vaccinatiestrategie in. Deze subsidie van 1 miljoen euro versterkt de toegang tot vaccins voor 65-plussers in Brussel. Deze subsidie kadert in het beleid van het Gewest om de vaccinatiecapaciteit te verhogen door de vaccinatieplaatsen te decentraliseren voor een grotere nabijheid. Vaccinatie in Brussel stond nog nooit zo dicht bij de burger,” verklaart Alain Maron, de Brusselse minister van Gezondheid.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45
Simon Vandamme – 0479 66 03 23

Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet wettelijk kader voor participatiebudgetten

Actualiteit
Burgers in vergadering – De participatiebudgetten van de gemeenten, een oefening in directe democratie.

“Veel Brusselse gemeenten besluiten een participatiebudget op te stellen. Dit is een zeer goede zaak, die ondersteund en aangemoedigd moet worden. Daarom hebben we de Nieuwe Gemeentewet, die de werking van de gemeenten regelt, aangepast om een wettelijk kader te scheppen”, legt de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, uit.

Naleving van de Grondwet

Ook al is het de bedoeling om de burger het beheer van een deel van de gemeentebegroting toe te vertrouwen, in overeenstemming met de Grondwet, kan de verantwoordelijkheid alleen door de gemeenteraad worden genomen. De uiteindelijke keuze van de geselecteerde projecten ligt dus bij de gemeenteraadsleden.

Geen dubbele pet

Aangezien het de bedoeling is om de inwoners te mandateren voor de selectie van de te financieren projecten, kan een lid van de gemeenteraad niet in de jury zetelen. De selectie van haar leden moet ook duidelijk en transparant zijn, maar wordt overgelaten aan de gemeente (oproep tot vrijwilligers, loting, enz.). Projecten kunnen zowel door gemeentelijke diensten als door projectontwikkelaars worden uitgevoerd.

Participatiebudgetten, een oefening in directe democratie

Oudergem, Brussel-Stad, Sint-Lambrechts-Woluwe, Elsene, Watermaal-Bosvoorde, Ukkel, enz. Steeds meer Brusselse gemeenten stellen een participatiebudget op. Het doel van de participatiebegroting is om burgers te betrekken bij de toewijzing van een budget. Ze worden niet alleen gevraagd om projecten voor te stellen, maar ook om de projecten te selecteren die door de gemeente gefinancierd zullen worden.

“Bij participatiebudgetten gaat het om een oefening in directe democratie die de transparantie van het overheidsoptreden versterkt. Er is geen sprake van een burgerpeiling over een lopend project. Hier is het de lokale bevolking die voorstelt en kiest. Met dit soort budget betrekt de gemeente haar burgers bij het beheer van openbare aangelegenheden”, vat Bernard Clerfayt, de minister van Plaatselijke Besturen, samen.

Toename participatiebudgetten: Brussels Gewest herinnert aan enkele regels om doeltreffendheid ervan te verzekeren

Persbericht

De Brusselse gemeenten zijn steeds meer gewonnen voor participatieve budgetten. Hoewel het belangrijk is om burgers inspraak te geven in het bestuur van hun gemeente, moeten we er ook voor waken dat participatiebudgetten niet in lokale schijndemocratie ontaarden.

Oudergem, Brussel-Stad, Sint-Lambrechts-Woluwe, Elsene, Watermaal-Bosvoorde, Ukkel, enz. Steeds meer Brusselse gemeenten stellen een participatiebudget op. Het doel van de participatiebegroting is om burgers te betrekken bij de toewijzing van een budget. Ze worden niet alleen gevraagd om projecten voor te stellen, maar ook om de projecten te selecteren die door de gemeente gefinancierd zullen worden.

“Bij participatiebudgetten gaat het om lokale democratie. Het is een oefening in directe democratie die de transparantie van het overheidsoptreden versterkt. Er is geen sprake van een burgerpeiling over een lopend project. Hier is het de lokale bevolking die voorstelt en kiest. Met dit soort budget betrekt de gemeente haar burgers bij het beheer van openbare aangelegenheden”, vat Bernard Clerfayt, de minister van Plaatselijke Besturen, samen.

Hoewel steeds meer Brusselse gemeenten te vinden zijn voor het systeem, is het duidelijk dat de uitvoering enige verduidelijking behoeft. “Veel Brusselse gemeenten besluiten een participatiebudget op te stellen. Dit is een zeer goede zaak, die ondersteund en aangemoedigd moet worden. Daarom hebben we de Nieuwe Gemeentewet, die de werking van de gemeenten regelt, aangepast om een wettelijk kader te scheppen”, legt de Brusselse minister uit.

Ook al is het de bedoeling om de burger het beheer van een deel van de gemeentebegroting toe te vertrouwen, toch mag men niet vergeten dat, in overeenstemming met de Grondwet, de verantwoordelijkheid alleen door de gemeenteraad kan worden genomen. De uiteindelijke keuze van de geselecteerde projecten ligt dan ook bij de gemeenteraadsleden.

Aangezien het de bedoeling is om de inwoners te mandateren voor de selectie van de te financieren projecten, kan een lid van de gemeenteraad niet in de jury zetelen. De selectie van haar leden moet ook duidelijk en transparant zijn, maar wordt overgelaten aan de gemeente (oproep tot vrijwilligers, loting, enz.). Projecten kunnen zowel door gemeentelijke diensten als door projectontwikkelaars worden uitgevoerd.

“Het beleid van een gemeente heeft rechtstreeks gevolgen voor de leefomgeving van haar inwoners. We hebben het trouwens vaak over buurtbeleid. Colleges en gemeenteraden hebben het lang genoeg overwogen; het is nu tijd om de deuren van de lokale politiek te openen om een stem te geven aan de inwoners van de gemeente”, besluit Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Bernard Clerfayt geeft sportinfrastructuur nieuwe impuls in 2022

Actualiteit
Foto van een atletiekbaan en een sportterrein – ter illustratie van sportinfrastructuur

De begroting voor 2022 voor de plaatselijke besturen wordt niet kleiner. Integendeel: de stijging bedraagt 18% voor de 19 Brusselse gemeenten: van 650 miljoen euro naar 767 miljoen euro in 2022. Dat is een budgettaire inspanning die in het bijzonder de sportinfrastructuur betreft.

Bijna 100 miljoen euro voor de gemeentelijke sportinfrastructuur

“De begroting voor de plaatselijke besturen bevat posten waarop bijna niet bespaard kan worden, aangezien zij dient om de werking van de 19 gemeenten te financieren. Gezien de context van de pandemie en de uitgaven die zij voor de plaatselijke besturen met zich heeft gebracht, was het van belang dat de solidariteit van het Gewest met zijn plaatselijke overheden werd versterkt", aldus Bernard Clerfayt.

De nieuwigheid in de begroting 2022 betreft evenwel vooral de middelen die worden uitgetrokken voor gemeentelijke sportinfrastructuur. “Sinds het begin van deze legislatuur maken de oppositiepartijen zich zorgen over de geringe bedragen die in het Brussels Gewest aan sport worden besteed. Deze begroting voor 2022 stelt ons in staat hen gerust te stellen, aangezien er bijna 100 miljoen euro voor wordt vrijgemaakt”, stelt de Brusselse minister. Een deel van dit bedrag, 2 miljoen euro, zal eveneens gebruikt worden om de oprichting van een “supragemeentelijke” beheersstructuur voor openbare zwembaden te ondersteunen, overeenkomstig de gewestelijke beleidsverklaring.

Een Gewest dat op zijn gemeenten steunt

“Het Brussels Gewest weet in welke mate zijn lokale niveau zijn werking en zijn toekomst kenmerkt en bepaalt. Daarom is de duurzame en billijke financiering van de gemeenten een fundamenteel gegeven voor het evenwicht tussen de gemeenten en het Gewest om de doelstelling van een betere dienstverlening aan de Brusselaars te verwezenlijken”, besluit Bernard Clerfayt.

Dit vindt u misschien ook interessant: