Knelpuntberoepen: opleiding vergroot de kans op een job

Actualiteit
Knelpuntberoepen - opleiding vergroot de kans op een job

In het Brussels Gewest telt men 100 beroepen waarvoor werkgevers moeite hebben om geschikte kandidaten te vinden.

Boekhoudkundig bediende, analist-programmeur, barman, kapper en magazijnbediende behoren tot de lijst met 100 knelpuntberoepen die Actiris heeft opgesteld en die Bruxelles Formation absoluut nodig heeft om haar opleidingen te ontwikkelen en aan te passen.

Voor 82 beroepen ondervinden Brusselse werkgevers wervingsproblemen met betrekking tot de kwalificatie. Deze tendens treft bijna alle knelpuntberoepen met uitzondering van de ingenieurs, het onderwijzend personeel en bepaalde beroepen in de gezondheidszorg.

De kwantitatieve oorzaak betreft 52 functies, waaronder ingenieurs, beroepen in de IT-sector en in de gezondheidszorg. Ten slotte hebben de wervingsproblemen die verband houden met arbeidsomstandigheden betrekking op 28 beroepen. Vooral het beroep van verkoper, slager en zelfs van kapper zijn hierdoor getroffen.

In 2018 deden 15 nieuwe knelpuntberoepen hun intrede in de lijst : de beroepen van architect, boekhoudkundig bediende, preventieadviseur en zelfs syndicus. Omgekeerd hebben 28 beroepen de lijst met knelpuntberoepen verlaten : het beroep van bewaker, commerciële secretaris, telefonist-receptionist en logistiek manager.

 “(…) Het is nodig om werkzoekenden te oriënteren naar deze beroepen, werkgevers te sensibiliseren, maar ook om te werken aan de arbeidsomstandigheden van bepaalde beroepen.  Op termijn moeten beroepsopleidingen alle knelpuntberoepen dekken”, concludeert Bernard Clerfayt.

In 2018 hebben 2.430 werkzoekenden een opleiding gevolgd met betrekking tot een knelpuntberoep. Voor deze opgeleide mensen bedraagt het uitstroompercentage naar werk  63,1%. Dit wil zeggen dat een opleiding volgen in sectoren met een tekort aan arbeidskrachten, de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt vergroot.     

Opleidingen beschikbaar voor 85% van de knelpuntberoepen

Persbericht

Brussel, 18 december 2019 – In het Brussels Gewest telt men exact 100 knelpuntberoepen, 100 beroepen waarvoor werkgevers het moeilijk hebben om geschikte kandidaten te vinden. Een eerste studie, gezamenlijk uitgevoerd door Actiris en Bruxelles Formation,  neemt deze beroepen onder de loep.

Boekhoudkundig bediende, analist-programmeur, barman, kapper en magazijnbediende behoren tot de lijst met 100 knelpuntberoepen die Actiris heeft opgesteld. Bruxelles Formation, de Franstalige instelling voor beroepsopleiding, heeft deze lijst absoluut nodig omdat ze hiermee haar opleidingen kan ontwikkelen of aanpassen en aldus steeds meer Brusselaars aan het werk kan zetten. 

Concreet zijn er voor 82 van de 100 knelpuntberoepen kwalitatieve wervingsproblemen. Deze tendens is dus geen alleenstaand geval en treft bijna alle knelpuntberoepen met uitzondering van de ingenieurs, het onderwijzend personeel of bepaalde beroepen in de gezondheidszorg. De kwantitatieve oorzaak betreft 52 functies, waaronder ingenieurs, beroepen in de It-sector en in de gezondheidszorg. Ten slotte hebben de wervingsproblemen die verband houden met arbeidsomstandigheden betrekking op 28 beroepen. Vooral het beroep van verkoper, slager en zelfs van kapper zijn hierdoor getroffen.

In een eerste analyse van deze knelpuntberoepen wordt de dekking ervan via het opleidingsaanbod bestudeerd, alsook het inschakelingspercentage van diegenen die een opleiding voor een knelpuntberoep hebben voltooid. 

In 2018 doen 15 nieuwe knelpuntberoepen hun intrede in de lijst. Dit worden dan opkomende knelpuntberoepen genoemd. Het zijn de beroepen van architect, boekhoudkundig bediende, preventieadviseur of zelfs syndicus. Omgekeerd hebben 28 beroepen de lijst verlaten en lijken ze in 2018 niet langer een knelpuntberoep te zijn. Dit is het geval voor het beroep van bewaker, commerciële secretaris, telefonist-receptionist of logistiek manager.

 “Nu we de knelpuntberoepen in kaart hebben gebracht, met andere woorden de beroepen waarvoor werkgevers arbeidskrachten zoeken, moet het opleidingsaanbod hieraan voldoen en al deze functies omvatten. De grote uitdaging is net om vraag en aanbod van werkgelegenheid in het Brussels Gewest op elkaar af te stemmen ", merkt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding, op.

Van de 100 knelpuntberoepen vallen 18 buiten het toepassingsgebied van de beroepsopleidingen en behoren ze tot de bevoegdheid van het onderwijs (burgerlijke ingenieurs, artsen, apothekers, enz.). Voor de overige 82, zijn voor 70 knelpuntberoepen opleidingen beschikbaar bij Bruxelles Formation of een van haar partners.

Tot slot merken we op dat in 2018 2.430 werkzoekenden een opleiding hebben gevolgd met betrekking tot een knelpuntberoep. En we kunnen zeggen dat een opleiding volgen in een knelpuntberoep de kansen op het vinden van een job vergroot. Het uitstroompercentage naar werk is immers 63,1%  vergeleken met 58,6% voor de referentiegroep.

 “Vaak spelen meerdere factoren die een beroep tot knelpuntberoep maken een rol. Daarom is er niet slechts één oplossing mogelijk en kunnen beroepsopleidingen het probleem niet alleen oplossen. Tegelijkertijd is het nodig om werkzoekenden te oriënteren naar de beroepen die leiden tot werk, om werkgevers te sensibiliseren, maar ook om te werken aan de arbeidsomstandigheden van bepaalde beroepen.  Op termijn moeten beroepsopleidingen alle knelpuntberoepen dekken”, concludeert Bernard Clerfayt.

Meer info?

Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

La validation des compétences séduit les travailleurs de Lipton

Actualité
Validation des compétences en Région de Bruxelles-Capitale

106 travailleurs de Lipton ont choisi de valider leurs compétences via le dispositif mis en place en Région bruxelloise. Cette option, prise par 84% d’entre eux, leur permettra de certifier officiellement leurs compétences professionnelles.

Ceci démontre l’attractivité du dispositif, et surtout, ces titres officiels obtenus seront pour les travailleurs des atouts supplémentaires pour retrouver un nouvel emploi. Des épreuves vont être organisées dans les prochaines semaines pour ces métiers : conducteur/opérateur de ligne de production en industrie alimentaire, cariste, magasinier.

« La validation des compétences est un exemple de ce que la Région peut faire en cas de licenciement collectif et en mobilisant l’ensemble des acteurs de l’emploi et de la formation pour aider au mieux les travailleurs dans leur reconversion. Surtout la validation des compétences est une mesure efficace qui permet aux personnes qui n’ont pas de diplôme de voir leurs compétences officiellement certifiées et reconnues par les autorités publiques. Une mesure qui valorise les acquis des travailleurs », explique Bernard Clerfayt, Ministre bruxellois de l’Emploi et de la Formation professionnelle.

Cette opportunité résulte des négociations entre Lipton et le consortium de validation des compétences. Par ailleurs une cellule pour l’emploi organisée par Actiris et regroupant le VDAB et le Forem va être mise en place.

La convention qui acte la création de cette cellule sera signée cette semaine encore.

Lipton Forest : 84% des travailleurs licenciés optent pour une validation des compétences

Communiqué de presse

L’usine Lipton de Forest fermera définitivement ses portes le 31 décembre prochain. Dans ce cadre un plan social qualifié d’équilibré par les syndicats a été approuvé tant par la direction que les syndicats.

126 travailleurs étaient occupées par l’usine Lipton située sur le site de Forest. Dans le cadre du Plan social qui a été adopté, l’ancienneté des travailleurs a été  prise en compte et chacun d’entre eux repart avec une prime, qui va au-delà des indemnités légales prévues dans ce genre de situation.

Depuis le début du mois de novembre, des contacts ont été pris entre Lipton et le consortium de validation des compétences pour analyser la possibilité de proposer aux travailleurs de faire valider leur compétences et obtenir un titre de compétences reconnu. 106 travailleurs ont d’ores et déjà marqué leur intérêt pour intégrer ce dispositif. Les métiers pour lesquels des épreuves vont être organisées dans les prochaines semaines sont conducteur/opérateur de ligne de production en industrie alimentaire, cariste, magasinier.

« La validation des compétences est un exemple de ce que la Région peut faire en cas de licenciements collectifs et en mobilisant l’ensemble des acteurs de l’emploi et de la formation pour aider au mieux les travailleurs dans leur reconversion. Surtout la validation des compétences est une mesure efficace qui permet aux personnes qui n’ont pas de diplôme de voir leurs compétences officiellement certifiées et reconnues par les autorités publiques. Une mesure qui valorise les acquis des travailleurs », explique Bernard Clerfayt, Ministre bruxellois de l’Emploi et de la Formation professionnelle.

Par ailleurs, une cellule pour l’emploi organisée par Actiris et regroupant le VDAB et le Forem va être organisée. La convention qui acte la création de cette cellule sera signée cette semaine encore.

La Déclaration de Politique Générale prévoit qu’en collaboration avec les partenaires sociaux, le Gouvernement veillera à la mise en place d’un dispositif permettant la création rapide de cellules de reconversion emploi-formation en vue du reclassement ou de la reconversion des travailleurs victimes d’un licenciement collectif. Ce dossier est un des chantiers proposé dans le cadre de la Stratégie 2030 en priorité partagé avec les interlocuteurs sociaux.

Alternerend leren: 14% meer eerste inschrijvingen

Actualiteit
Alternerend leren

Het alternerend leren heeft in het Brussels Gewest intussen zijn eigen plaats tussen de school en de onderneming verworven. Het aantal mensen dat zich voor het eerst heeft ingeschreven, is gestegen in 2019, en jaarlijks komen er nieuwe opleidingen bij om tegemoet te komen aan de noden van de werkgevers. Voor sommigen blijft het echter lastig om een werkgever te vinden bij wie ze terechtkunnen om de praktijk te leren.

“Alternerend leren wordt erkend als de meest efficiënte leermethode. Maar liefst 85% van de mensen die een opleiding via het alternerend leren voltooien, vindt een job, ondanks het feit dat voor sommige opleidingen geen werkgevers te vinden zijn die opleiding willen geven. In Duitsland is het alternerend leren een onderdeel van de bedrijfscultuur! Dat moet in Brussel ook zo worden. De ondernemingen moeten begeleid worden, zodat ze zich inzetten voor de opleiding van jongeren”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Het alternerend leren gaat er concreet aan toe: het is een manier van leren waarbij de theorie op de praktijk afgestemd wordt. Ook is het een soort opleiding die ervoor zorgt dat de noden van de ondernemingen worden vervuld op het vlak van geschoolde arbeidskrachten.

De vorige Brusselse Regering heeft een heel arsenaal ingezet om het alternerend leren te stimuleren: zo konden werkzoekenden gratis deelnemen aan een opleiding, was er een premie voor de ondernemingen en werd begeleiding voorzien voor de stagiairs. De cijfers voor 2019 tonen overigens een stijging van het aantal inschrijvingen.

Bij het EFP, de instelling belast met het alternerend leren in het Brussels Gewest, bedroeg het aantal inschrijvingen op 31 oktober jl. 4.787, waarvan 4.120 van mensen ouder dan 18 jaar. Van deze laatste groep schreven 2.851 mensen zich voor het eerst in, wat een stijging met 14% betekent. Dat toont de aantrekkelijkheid van het alternerend leren aan. Bij de beroepen die verband houden met de bouwsector, bedraagt deze toename zelfs 37%.

Hoewel sommige werkgevers nog stageplaatsen aanbieden en stagiairs zoeken die aan een opleiding via het alternerend leren willen beginnen – wat het geval is voor restaurants, kapsalons en tuinaannemingen – hebben anderen moeite om werkgevers te vinden die hen willen opleiden. Dat is vooral het geval bij opleidingen in de digitale sector: assistent-ontwikkelaar, community manager, UX/UI-designer of computergraficus.

14% meer eerste inschrijvingen voor het alternerend leren

Persbericht

Brussel,  1 december 2019 – Het alternerend leren heeft in het Brussels Gewest intussen zijn eigen plaats tussen de school en de onderneming verworven. Het aantal mensen dat zich voor het eerst heeft ingeschreven, is gestegen in 2019, en jaarlijks komen er nieuwe opleidingen bij om tegemoet te komen aan de noden van de werkgevers. Voor sommigen blijft het echter lastig om een werkgever te vinden bij wie ze terechtkunnen om de praktijk te leren.

Het alternerend leren gaat er concreet aan toe: het is een manier van leren waarbij de theorie op de praktijk afgestemd wordt. Ook is het een soort opleiding die ervoor zorgt dat de noden van de ondernemingen worden vervuld op het vlak van geschoolde arbeidskrachten.

De vorige Brusselse Regering heeft een heel arsenaal ingezet om het alternerend leren te stimuleren: zo konden werkzoekenden gratis deelnemen aan een opleiding, was er een premie voor de ondernemingen en werd begeleiding voorzien voor de stagiairs. De cijfers voor 2019 tonen overigens een stijging van het aantal inschrijvingen.

Bij het EFP, de instelling belast met het alternerend leren in het Brussels Gewest, bedroeg het aantal inschrijvingen op 31 oktober jl. 4.787, waarvan 4.120 van mensen ouder dan 18 jaar. Van deze laatste groep schreven 2.851 mensen zich voor het eerst in, wat een stijging met 14% betekent. Dat toont de aantrekkelijkheid van het alternerend leren aan. Bij de beroepen die verband houden met de bouwsector, bedraagt deze toename zelfs 37%.

Hoewel sommige werkgevers nog stageplaatsen aanbieden en stagiairs zoeken die aan een opleiding via het alternerend leren willen beginnen – wat het geval is voor restaurants, kapsalons en tuinaannemingen – hebben anderen moeite om werkgevers te vinden die hen willen opleiden. Dat is vooral het geval bij opleidingen in de digitale sector: assistent-ontwikkelaar, community manager, UX/UI-designer of computergraficus.

“Alternerend leren wordt erkend als de meest efficiënte leermethode. Maar liefst 85% van de mensen die een opleiding via het alternerend leren voltooien, vindt een job, ondanks het feit dat voor sommige opleidingen geen werkgevers te vinden zijn die opleiding willen geven. In Duitsland is het alternerend leren een onderdeel van de bedrijfscultuur! Dat moet in Brussel ook zo worden. De ondernemingen moeten begeleid worden, zodat ze zich inzetten voor de opleiding van jongeren”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Meer dan 500 opleidingen voorgesteld op de SIEP-beurs

Actualiteit
SIEP-beurs 2019

In welke sector wil je werken? Welke vakken vind je interessant ? Wat doe je graag? Eerder iets met je handen?

Je beroepskeuze maken zorgt voor een hoop denkwerk en gepieker. Om te zorgen voor begeleiding bij deze eerste beslissing van een toekomstig beroepsleven, wordt elk jaar de SIEP-beurs georganiseerd. Dit jaar verwelkomden 95 stands toekomstige studenten en meer dan 500 opleidingen werden er voorgesteld.

Het is duidelijk dat geluisterd moet worden naar  de economische wereld om opleidingen op maat te kunnen ontwikkelen. Net daarom benadrukt de Minister van Werk en Beroepsopleiding Bernard Clerfayt dat "werkzoekenden opgeleid moeten worden in de nieuwste technologieën", "door nieuwe opleidingen te voorzien ".

Tijdens zijn toespraak benadrukte de minister ook hoe belangrijk het is dat  genderstereotypen weerlegd worden, net als vooroordelen die sommige ambachtelijke beroepen devalueren.

“Ik maak van deze SIEP-beurs vandaag gebruik om de vele actoren die onze jongeren bij hun loopbaankeuze  begeleiden te bedanken voor hun werk en beschikbaarheid. De personeelsleden van de PMS-centra, de adviseurs in beroepsopleiding of tewerkstelling alsook alle leraren." Met deze woorden heeft de minister nogmaals de nadruk willen leggen op de onontbeerlijke begeleiding voor de oriëntering van jongeren. Een oriëntering die nodig kan zijn in verschillende fasen van het beroepsleven, "want professionele mobiliteit is ondertussen realiteit geworden.”