Make love, not katjes… dankzij sterilisatie

Make love, not katjes… dankzij sterilisatie

Om de Brusselaar eraan te herinneren dat de sterilisatie van katten verplicht is in het Brussels Gewest, wordt een nieuwe communicatiecampagne gelanceerd waarin een positieve boodschap de voordelen van sterilisatie benadrukt “Steriliseer je kat, en alles wordt Peace & Love”.

Als we weten dat een koppel katten elk jaar acht kittens kan krijgen, die zichzelf na een paar maanden ook nog eens kunnen voortplanten, beseffen we maar al te goed hoe belangrijk het is om katten te laten steriliseren vóór de leeftijd van 6 maanden. Als we de natuur zijn gang laten gaan, kan één koppeltje tot 36 kleintjes krijgen  op 16 maanden tijd ... Sinds 1 januari 2019 is sterilisatie trouwens verplicht in het Brussels Gewest. Diegenen die deze verplichting niet nakomen, kunnen een boete krijgen tussen 50 en 62.500 euro.

Sterilisatie heeft verschillende voordelen. In de eerste plaats voor de katten. In Brussel moeten jaarlijks honderden kittens geëuthanaseerd worden door overbevolkte asielen. Sterilisatie helpt ook ongewenste drachten te voorkomen. Bovendien komt sterilisatie de gezondheid van de kat ten goede : minder melkkliertumoren en ontstekingen van de baarmoeder.

Ook voor de eigenaars zijn er niets dan voordelen : een gesteriliseerde kat is socialer, rustiger en aanhankelijker. Hij gaat minder ver van huis en heeft minder aandrang om te “sproeien”.   

Dankzij een subsidie van het Gewest kennen verschillende Brusselse gemeenten hun inwoners overigens een premie toe als tegemoetkoming in de kosten voor de operatie die tussen 70 en 140 euro kan kosten afhankelijk van het geslacht van de kat.

Om de inwoners van Brussel erop te wijzen hoe belangrijk het is om hun kat te steriliseren, wordt een grootschalige communicatiecampagne uitgerold op sociale media en op de radio. Een positieve boodschap die ons terugbrengt naar de Peace & Love van de jaren 70 moet herinneren aan de voordelen van sterilisatie voor de kat maar ook voor de eigenaar.

Knelpuntberoepen: opleiding vergroot de kans op een job

Knelpuntberoepen - opleiding vergroot de kans op een job

In het Brussels Gewest telt men 100 beroepen waarvoor werkgevers moeite hebben om geschikte kandidaten te vinden.

Boekhoudkundig bediende, analist-programmeur, barman, kapper en magazijnbediende behoren tot de lijst met 100 knelpuntberoepen die Actiris heeft opgesteld en die Bruxelles Formation absoluut nodig heeft om haar opleidingen te ontwikkelen en aan te passen.

Voor 82 beroepen ondervinden Brusselse werkgevers wervingsproblemen met betrekking tot de kwalificatie. Deze tendens treft bijna alle knelpuntberoepen met uitzondering van de ingenieurs, het onderwijzend personeel en bepaalde beroepen in de gezondheidszorg.

De kwantitatieve oorzaak betreft 52 functies, waaronder ingenieurs, beroepen in de IT-sector en in de gezondheidszorg. Ten slotte hebben de wervingsproblemen die verband houden met arbeidsomstandigheden betrekking op 28 beroepen. Vooral het beroep van verkoper, slager en zelfs van kapper zijn hierdoor getroffen.

In 2018 deden 15 nieuwe knelpuntberoepen hun intrede in de lijst : de beroepen van architect, boekhoudkundig bediende, preventieadviseur en zelfs syndicus. Omgekeerd hebben 28 beroepen de lijst met knelpuntberoepen verlaten : het beroep van bewaker, commerciële secretaris, telefonist-receptionist en logistiek manager.

 “(…) Het is nodig om werkzoekenden te oriënteren naar deze beroepen, werkgevers te sensibiliseren, maar ook om te werken aan de arbeidsomstandigheden van bepaalde beroepen.  Op termijn moeten beroepsopleidingen alle knelpuntberoepen dekken”, concludeert Bernard Clerfayt.

In 2018 hebben 2.430 werkzoekenden een opleiding gevolgd met betrekking tot een knelpuntberoep. Voor deze opgeleide mensen bedraagt het uitstroompercentage naar werk  63,1%. Dit wil zeggen dat een opleiding volgen in sectoren met een tekort aan arbeidskrachten, de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt vergroot.     

Clerfayt wil uw administratieve verrichtingen vergemakkelijken

administratieve vereenvoudiging

Eenvoudige formulieren die al deels ingevuld zijn met gecontroleerde gegevens : dat is wat de Brusselaars onder meer willen op het vlak van administratieve vereenvoudiging.

Om hieraan tegemoet te komen heeft minister Bernard Clerfayt een voorontwerp van ordonnantie uitgewerkt met het oog op de veralgemening van de unieke gegevensverzameling (Only one) en het gebruik ervan in een authentieke bron zoals het Rijksregister of de Kruispuntbank van Ondernemingen.

“Een overheidsdienst is er om de mensen te helpen. Echter, al te vaak horen we de Brusselaars klagen over de traagheid van de bureaucratie en de administratieve rompslomp. We moeten de dienstverlening aan de burger verbeteren. Dankzij het “only once” principe vereenvoudigen we het leven van de Brusselaar en laten we de Brusselse overheidsdiensten evolueren naar 2.0-administraties.”

Bernard Clerfayt bevestigt dus zijn ambitie : rekening houden met de behoeften van de burgers en de ondernemingen en zorgen voor een doeltreffend beheer van de overheidsdiensten.

De toekomstige ordonnantie “Only once” zal uitgewerkt worden in een gunstige context aangezien de minister bevoegd is voor administratieve vereenvoudiging en digitalisering : “Er moeten synergiën worden ontwikkeld tussen administratieve vereenvoudiging en digitalisering. Automatisering biedt ons de mogelijkheid om het leven van de burger te vereenvoudigen door te vermijden om hem informatie te vragen waarover we reeds beschikken “', verklaart Bernard Clerfayt.

Concreet zullen de Brusselse overheidsdiensten het rijksregisternummer of het ondernemingsnummer moeten gebruiken voor de identificatie van natuurlijke of rechtspersonen. Ten slotte zal het gebruik van elektronische formulieren toenemen doordat ze gelijkgesteld worden met de papieren formulieren.

Evaluatie van het dienstenchequestelsel

Evaluatie van het dienstenchequestelsel

Dienstencheques worden steeds populairder bij Brusselse gezinnen. Uit een recente studie van Idea Consult, in opdracht van het Brussels Gewest, blijkt dat 20% van de gezinnen in Brussel vandaag dienstencheques gebruikt, dat het aantal gebruikers in 2018 met 2,5% is gestegen en dat de leeftijdsgroep jonger dan 35 jaar de grootste stijging kent, nl. + 6,5%.

Tegelijkertijd blijkt uit deze studie dat de professionalisering van de sector zich voortzet met een vermindering van het aantal erkende ondernemingen met 7% zonder dat dit een weerslag heeft op de tewerkstelling met 27.780 huishoudhulpen actief in het Brussels stelsel in 2018. Bedrijven met hoofdzetel in Brussel behalen de beste score met een gemiddelde winstmarge van € 0,65 per cheque. De in Vlaanderen gevestigde ondernemingen die actief zijn in Brussel hebben een gemiddelde marge van € 0,45 per dienstencheque, terwijl dit bedrag slechts 0,20 € is voor de in Wallonië gevestigde bedrijven.

De Brusselse hervorming van de dienstcheques in 2020 zal dus plaatshebben in een gunstige context. Alle opties liggen op tafel: indexering van de prijs van de cheques, fiscale aftrekbaarheid, aantal dienstencheques per huishouden. Bovendien zal de kwaliteit van het werk in de sector een van de belangrijkste uitdagingen van deze hervorming zijn.

 Rapport over de evaluatie van de dienstencheques voor de buurtbanen en -diensten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2018.

Nieuw groen nummer om discriminatie bij aanwerving te melden

Nieuw groen nummer om discriminatie bij aanwerving te melden

Actiris lanceert een nieuwe antidiscriminatiedienst. Het gratis nummer 0800 35 089 is voortaan beschikbaar voor meldingen van discriminatie bij aanwerving. Bovendien werd een nieuw formulier voor de melding van discriminatie online geplaatst.

De minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, heeft Actiris Inclusive ingehuldigd. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om het aanzienlijke verschil te benadrukken tussen de tewerkstellingsgraad van Brusselaars van Belgische afkomst (71%) en die van Brusselaars van buitenlandse origine (40%).

Dergelijke verschillen worden ook vastgesteld voor “te jonge” of “te oude” werkzoekenden, voor personen met een handicap en afhankelijk van het geslacht. Deze factoren van discriminatie worden jammer genoeg soms gecumuleerd. We krijgen dan te maken met dramatische toestanden die het loopbaantraject verhinderen.

Door de zichtbaarheid van de antidiscriminatiedienst te vergroten, wil de Brusselse minister het de slachtoffers gemakkelijker maken en hen extra begeleiding aanbieden: luisteren, hen informeren over hun rechten en hen doorverwijzen naar organisaties voor gelijke kansen.

Ook de rol van UNIA en van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zal versterkt worden. Actiris zal de gevallen identificeren waarin zij moeten tussenkomen. Zij kunnen dan proberen te bemiddelen tussen de belanghebbenden, of zelfs een klacht indienen bij de gewestelijke arbeidsinspectie, die vervolgens praktijktests of mystery calls zal uitvoeren.

Alternerend leren: 14% meer eerste inschrijvingen

Alternerend leren

Het alternerend leren heeft in het Brussels Gewest intussen zijn eigen plaats tussen de school en de onderneming verworven. Het aantal mensen dat zich voor het eerst heeft ingeschreven, is gestegen in 2019, en jaarlijks komen er nieuwe opleidingen bij om tegemoet te komen aan de noden van de werkgevers. Voor sommigen blijft het echter lastig om een werkgever te vinden bij wie ze terechtkunnen om de praktijk te leren.

“Alternerend leren wordt erkend als de meest efficiënte leermethode. Maar liefst 85% van de mensen die een opleiding via het alternerend leren voltooien, vindt een job, ondanks het feit dat voor sommige opleidingen geen werkgevers te vinden zijn die opleiding willen geven. In Duitsland is het alternerend leren een onderdeel van de bedrijfscultuur! Dat moet in Brussel ook zo worden. De ondernemingen moeten begeleid worden, zodat ze zich inzetten voor de opleiding van jongeren”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Het alternerend leren gaat er concreet aan toe: het is een manier van leren waarbij de theorie op de praktijk afgestemd wordt. Ook is het een soort opleiding die ervoor zorgt dat de noden van de ondernemingen worden vervuld op het vlak van geschoolde arbeidskrachten.

De vorige Brusselse Regering heeft een heel arsenaal ingezet om het alternerend leren te stimuleren: zo konden werkzoekenden gratis deelnemen aan een opleiding, was er een premie voor de ondernemingen en werd begeleiding voorzien voor de stagiairs. De cijfers voor 2019 tonen overigens een stijging van het aantal inschrijvingen.

Bij het EFP, de instelling belast met het alternerend leren in het Brussels Gewest, bedroeg het aantal inschrijvingen op 31 oktober jl. 4.787, waarvan 4.120 van mensen ouder dan 18 jaar. Van deze laatste groep schreven 2.851 mensen zich voor het eerst in, wat een stijging met 14% betekent. Dat toont de aantrekkelijkheid van het alternerend leren aan. Bij de beroepen die verband houden met de bouwsector, bedraagt deze toename zelfs 37%.

Hoewel sommige werkgevers nog stageplaatsen aanbieden en stagiairs zoeken die aan een opleiding via het alternerend leren willen beginnen – wat het geval is voor restaurants, kapsalons en tuinaannemingen – hebben anderen moeite om werkgevers te vinden die hen willen opleiden. Dat is vooral het geval bij opleidingen in de digitale sector: assistent-ontwikkelaar, community manager, UX/UI-designer of computergraficus.

60% van Brusselse kandidaat-expats verkiest Quebec

60% van Brusselse kandidaat-expats verkiest Quebec

“Sinds het begin van het jaar 2019 bedraagt het werkloosheidspercentage in Quebec gemiddeld 5%. Het aantal jobs is ook gestegen met meer dan 70.000 banen”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Het is in deze gunstige context dat het Brussels Gewest en Quebec via een intentieverklaring hun samenwerkingen voor de rekrutering van Brusselse werkzoekenden door Quebecse werkgevers officieel maken. De bedoeling is om steeds meer jobaanbiedingen voor de Brusselse werkzoekenden te verzamelen.

Bovendien willen steeds meer Brusselse werkzoekenden naar Quebec vertrekken. Van diegenen die in het buitenland zouden willen werken, noemt 60% Quebec als bestemming, wat overeenkomt met 11.550 personen. Dat is een verstandige keuze, aangezien de arbeidsmarkt in Quebec kansen biedt en nog talent kan gebruiken.

Concreet zal deze intentieverklaring ervoor zorgen dat Actiris zijn partnernetwerk in Quebec zal kunnen blijven ontwikkelen en steeds meer jobaanbiedingen zal kunnen verzamelen die overeenkomen met de profielen van de Brusselse werkzoekenden, en aldus de internationale mobiliteit zal kunnen stimuleren.

“Onlangs heeft een werkgever in Quebec een beroep gedaan op Actiris International om verpleegkundigen te rekruteren. Op slechts vier dagen tijd zijn we erin geslaagd om een preselectie van kandidaten te organiseren. Zij werden meteen aangeworven, met langetermijncontracten in het vooruitzicht”, aldus Grégor Chapelle, de directeur-generaal van Actiris.

Meer dan 500 opleidingen voorgesteld op de SIEP-beurs

SIEP-beurs 2019

In welke sector wil je werken? Welke vakken vind je interessant ? Wat doe je graag? Eerder iets met je handen?

Je beroepskeuze maken zorgt voor een hoop denkwerk en gepieker. Om te zorgen voor begeleiding bij deze eerste beslissing van een toekomstig beroepsleven, wordt elk jaar de SIEP-beurs georganiseerd. Dit jaar verwelkomden 95 stands toekomstige studenten en meer dan 500 opleidingen werden er voorgesteld.

Het is duidelijk dat geluisterd moet worden naar  de economische wereld om opleidingen op maat te kunnen ontwikkelen. Net daarom benadrukt de Minister van Werk en Beroepsopleiding Bernard Clerfayt dat "werkzoekenden opgeleid moeten worden in de nieuwste technologieën", "door nieuwe opleidingen te voorzien ".

Tijdens zijn toespraak benadrukte de minister ook hoe belangrijk het is dat  genderstereotypen weerlegd worden, net als vooroordelen die sommige ambachtelijke beroepen devalueren.

“Ik maak van deze SIEP-beurs vandaag gebruik om de vele actoren die onze jongeren bij hun loopbaankeuze  begeleiden te bedanken voor hun werk en beschikbaarheid. De personeelsleden van de PMS-centra, de adviseurs in beroepsopleiding of tewerkstelling alsook alle leraren." Met deze woorden heeft de minister nogmaals de nadruk willen leggen op de onontbeerlijke begeleiding voor de oriëntering van jongeren. Een oriëntering die nodig kan zijn in verschillende fasen van het beroepsleven, "want professionele mobiliteit is ondertussen realiteit geworden.”

 

Alternatieve methoden voor dierproeven promoten

Subsidiation de la recherche pour lutter contre l'expérimentation animale

"Ik wens het lijden van proefdieren zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kan door het ontwikkelen, stimuleren en ondersteunen van alternatieve methoden. Als we vandaag precies weten hoeveel dieren voor wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt, lijkt het mij van essentieel belang dit aantal te doen verminderen.” Met deze woorden gaf Bernard Clerfayt aan het leed bij proefdieren te willen bestrijden.

Eerste concretisering : een bedrag van 50.000 euro dat werd toegekend aan de Vrije Universiteit Brussel om verder werk te maken van een kadaster van alternatieve methoden voor dierproeven en de publicatie ervan op de website www.re-place.be

Te veel proeven op dieren

In België worden elk jaar meer dan 538.000 dieren in laboratoria gebruikt. Ze worden onderworpen aan allerlei giftigheidstesten, fundamenteel onderzoek, enz. In Brussel zijn er 90 laboratoria en elk jaar worden ongeveer 100 projecten toegelaten. Deze zijn strikt gereguleerd. De dieren die voor de experimenten worden gebruikt, zijn wettelijk beschermd en alle vooraf erkende inrichtingen zijn onderworpen aan controles.

Het aantal dierproeven verminderen...

Overeenkomstig de gewestelijke beleidsverklaring wil Brussel de dierproeven drastisch verminderen. Hiervoor is met name een kadaster van alternatieve methoden nodig. Daarom werd een subsidie van 50.000 € toegekend aan de VUB. Met dit project, tevens ondersteund door Vlaanderen, is het niet alleen mogelijk om een grondige kennis te hebben van wat er bestaat, maar wordt ook de ontwikkeling van nieuwe alternatieve methoden gestimuleerd. Uiteindelijk zal dit bijdragen tot een vermindering van het aantal labodieren.

En alternatieve methoden implementeren

Met alternatieve methode bedoelt men het gebruik van in vitro methoden zoals menselijke cel- en weefselculturen en in silico modellen via computersimulaties.

Een zeer recent voorbeeld van een alternatieve methode in ontwikkeling betreft de studie van de giftigheid van de dampen die door de e-sigaret worden geproduceerd. Onderzoekers proberen het gebruik van in laboratorium gekweekte longcellen en zenuwcellen te combineren om de proeven met inademing van giftige dampen op levende dieren te vervangen.

Partnerschap Proximus-MolenGeek: opleiding en tewerkstelling gaan hand in hand in het Brussels Gewest

Partnerschap Proximus-MolenGeek: opleiding en tewerkstelling gaan hand in hand

Vandaag hebben MolenGeek en Proximus een nieuw partnerschap aangekondigd om nieuwe kansen op tewerkstelling te creëren in de digitale sector. MolenGeek is een opleidingscentrum voor digitale vaardigheden en een incubator voor start-ups.

De Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, wil dit soort partnerschappen in het Brussels Gewest aanmoedigen. De ondernemingen moeten de bevoorrechte partners zijn van de opleidings- en tewerkstellingsactoren. En, zoals we allemaal weten, zal de digitale sector voor veel bijkomende jobs zorgen met het ontstaan van nieuwe competenties. De werkzoekenden moeten worden voorbereid om deze nieuwe betrekkingen in te vullen.

Dit soort partnerschap gaat de goede richting uit om ondernemingen en opleidingen dichter bij elkaar te brengen. Door opleidingen op maat aan te bieden en tegemoet te komen aan de noden van de ondernemingen in het kader van de digitalisering van onze economie, leiden wij Brusselse werkzoekenden op voor de beroepen van de toekomst, duurzame kwaliteitsberoepen.

“Het is een teken van erkenning door de privésector van de troeven van het Brussels Gewest. Om deze positieve tendens aan te houden en start-ups aan te trekken of te doen ontstaan in ons Gewest, moeten we tegemoetkomen aan hun behoefte aan geschoolde arbeidskrachten”, aldus Bernard Clerfayt.