Dinsdag 19 mei 2020 – 12:00
Bernard Clerfayt kreeg enorm veel vragen op maandag 18 mei op zijn Facebook Live. Hieronder volgt een verslag van de belangrijkste onderwerpen. Andere thema’s werden door de minister van Werk en Beroepsopleiding behandeld tijdens zijn interview van vrijdag op BX1.
(Bekijk of herbekijk deze Facebook Live hier)
Huishoudhulpen: het had een drama kunnen worden!
De minister van Werk, die vragen kreeg over zijn beleid in de sector van de dienstencheques, herinnert er in de eerste plaats aan dat waakzaamheid geboden was tegenover de sector die de huishoudhulpen, van wie het inkomen aan de onderkant van de loonschaal ligt, tewerkstelt. Voor hen konden de gevolgen dramatisch zijn bij een aanzienlijk inkomensverlies. Dankzij de premie die de Brusselse Regering goedkeurde, kon hun inkomen gehandhaafd worden op 95% van het volledige loon. Deze premie vult de tijdelijke werkloosheid aan.
Helder blijven en de overheden bij de heropstart betrekken
Zoals gewoonlijk geeft Bernard Clerfayt blijk van scherpzinnigheid, wanneer hij de crisissituatie die wij doormaken en die reeds een economische en sociale crisis geworden is, analyseert. Hij herhaalt dat sommige sectoren nog steeds stilliggen en dat Brussel 170.000 tijdelijke werklozen telt. De periode van de daling van de werkloosheid is momenteel dus afgelopen. De minister van Werk pleit er krachtig voor om de maatregelen van tijdelijke werkloosheid te verlengen.
Naar aanleiding van een vraag over de tussenkomsten van het Brussels Gewest in het kader van de crisis, heeft de minister in herinnering gebracht dat het overbruggingsrecht gedekt wordt door de federale overheid. Het Gewest hoeft niets bij te passen. “We hebben al meer dan 350 miljoen euro steun verleend aan diegenen die geen recht hebben op de tussenkomsten van de federale regering, en we hebben alle lopende subsidies behouden om de sectoren die gewoonlijk door het Brussels Gewest ondersteund worden, in staat te stellen te overleven.”
“Overal zullen de staten de staatskas moeten aanspreken om de sociale uitgaven te ondersteunen en om de economische sectoren te ondersteunen”, aldus de minister. Daarbovenop wordt nu al een bijkomend tekort van 20 à 25 miljard euro aangekondigd op federaal niveau; in Brussel zullen we een bijkomend tekort van 500 miljoen euro hebben. Deze rol van ondersteuning en van steun bij de heropstart is normaal in geval van een crisis.
We zullen onze crisisplannen moeten voltooien
Vervolgens werd een vraag gesteld over het gezondheidsbeleid in het licht van deze gezondheidscrisis waarop Bernard Clerfayt enorm de nadruk legde op de vaststelling die gemaakt dient te worden: “Ons gezondheidssysteem heeft globaal gezien goed standgehouden, wat in andere landen niet het geval is geweest.” Na de buitengewone professionele en menselijke inzet van alle dienstverleners in de sector van de gezondheidszorg te hebben benadrukt, wijst de minister op een eerste lacune die de komende maanden opgevuld zal moeten worden. “We hebben crisisplannen voor tal van situaties, maar voor dit soort crisis hadden we geen specifiek interventieplan en waren we onvoldoende voorbereid. Duitsland bijvoorbeeld heeft veel sneller kunnen reageren.” Een ander belangrijk punt dat Bernard Clerfayt aanhaalde, betreft de noodzaak om het statuut van het gezondheidspersoneel op te waarderen: “De instellingen en de ziekenhuizen zijn reeds lang vragende partij.” De minister van Werk benadrukt overigens dat deze instellingen in staat zijn om aan te werven.
“De maatregelen voor de asielen moesten versoepeld worden”
Tijdens de strikte lockdown was er ook sprake van dierenwelzijn en van de gezondheid van de dieren in de asielen. De minister van Dierenwelzijn herhaalde dat zijn grootste bezorgdheid betrekking had op de zorg voor de dieren door de vrijwilligers van de asielen en het risico op een teveel aan op te vangen dieren. Zijn eerste stap bestond erin de federale overheid aan te spreken in verband met het versoepelen van de maatregelen. De minister heeft overigens verschillende vragen in verband met dierenwelzijn gekregen. Het voornaamste is dat de dieren verzorgd konden worden en dat tal van opvangbaasjes tijdens deze periode een dier hebben opgevangen.
Brussel en de Nationale Veiligheidsraad
Over de deelname van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de Nationale Veiligheidsraad zegt minister Clerfayt dat “de gewesten formeel gezien geen lid zijn. De ministers-presidenten worden er uitgenodigd in de hoedanigheid van adviseur, wat een goede zaak is”. Toch betreurt de minister het dat beslist werd om het Brussels Gewest niet méér te helpen, “terwijl Brussel 20% van de economische activiteit van het land ondersteunt”, stelde hij.
Verplichte mondmaskers?
Op de vraag of het dragen van een mondmasker een verplichting is, antwoordt de minister dat de beslissing daaromtrent een bevoegdheid van de federale regering is. Wat de meer praktische aspecten betreft, preciseert hij dat “de belangrijkste handeling om het virus tegen te houden, het wassen van de handen is, en vervolgens het afstand houden. En dan volgt het mondmasker. Het masker biedt onvoldoende bescherming; de andere beschermende handelingen zijn onontbeerlijk”. Het spreekt voor zich dat een mondmasker noodzakelijk is wanneer de veilige afstand niet gewaarborgd kan worden, zoals op het openbaar vervoer of bij de kapper.
De op te waarderen beroepen
“Veel werknemers die over het algemeen minder gewaardeerd worden, hebben getoond dat zij een belangrijke rol in onze samenleving spelen.” “We zullen moeten toezien op het verkleinen van de ongelijkheden, en deze noodzakelijke beroepen, die nuttig zijn voor onze veiligheid en onze gezondheid, opwaarderen.”
De crisis versnelt de veranderingen
De arbeidsmarkt verandert voortdurend. De crisis versnelt de veranderingen. We doen een beroep op technologie voor een hele reeks acties. “De Brusselse besturen zijn vragende partij om het sneller te laten gaan; de vraag om verandering is onwaarschijnlijk.” Vandaag stelt niemand meer in vraag dat “de kennis van digitale tools een noodzakelijke voorwaarde is om een job te vinden. We zullen de online-opleidingen moeten uitbreiden, in de digitale sector.”
De minister van Werk maakt van de gelegenheid gebruik om een oproep te lanceren: “Aan zij die tijdelijk werkloos zijn, profiteer ervan om uw competenties aan te vullen.” Ook brengt hij de knelpuntsectoren in herinnering: gezondheid, bouw en transport. We zullen een antwoord moeten formuleren op dit tekort aan arbeidskrachten. Wat de bouwsector betreft, gaat het om een grote uitdaging met de klimaatwijziging waarmee we te maken krijgen (nieuwe technieken van passiefbouw).
De gemeenten in de frontlinie van de crisis
Om af te ronden, als minister van Plaatselijke Besturen en verhinderd burgemeester, “ben ik ervan overtuigd dat de gemeenten een zekere macht hebben om de crisis aan te pakken”. De financiën van de meeste gemeenten zijn sinds twee jaar gezond. “Dat is een beslissing die ik genomen heb: de gemeenten mogen hun gecumuleerde bonussen gebruiken om de crisis het hoofd te bieden. Vervolgens zullen we zien welke gemeenten op het einde van het jaar het meest geholpen zullen moeten worden.” Laat ons niet vergeten dat de steun van het Gewest aan de OCMW’s net met 30 miljoen euro verhoogd werd.
Onze samenleving is veerkrachtig
Bij wijze van conclusie stelt de minister vast dat “deze crisis ons erg onrustig maakt, maar ons ook toont hoe veerkrachtig onze samenleving is, en hoe we in staat zijn om het hoofd te bieden aan een pandemie zoals we ons nooit hadden kunnen voorstellen”.