Minister van Digitalisering

Digitale technologie opent de deur naar administratieve procedures die 24 uur per dag beschikbaar zijn. Het zorgt voor een revolutie in de manier waarop administratieve procedures worden afgehandeld, waardoor ze sneller en eenvoudiger verlopen en waar mogelijk worden geautomatiseerd. Burgers en bedrijven krijgen hierdoor een efficiëntere dienstverlening en verliezen minder tijd.

Het doel van de minister van Digitalisering is om de kansen die worden geboden door het wijdverbreide gebruik van onlinediensten, netwerken en kunstmatige intelligentie (AI) te benutten, en tegelijkertijd de digitale kloof te verkleinen.

Hieronder staan enkele acties die het beleid van de minister van Digitalisering illustreren.

De kansen benutten die worden geboden door het wijdverbreide gebruik van onlinediensten, netwerken en kunstmatige intelligentie (AI), en tegelijkertijd de digitale kloof verkleinen. Alle communicatiekanalen met de overheid toegankelijk maken. (Afbeelding met pictogrammen van de verschillende kanalen).

Het Plan voor Digitale Toe-eigening

Het Gewest neemt concrete maatregelen om de digitale vaardigheden van de Brusselaars te verbeteren. “De burger dichterbij de digitale dimensie brengen is de ambitie van het Plan voor digitale toe-eigening. We moeten de Brusselaars helpen om zich de digitale technologieën eigen te maken door in te zetten op de toegankelijkheid van de digitale tools, opleiding van jongs af aan en begeleiding naar een digitale transformatie die voor iedereen toegankelijk is. […]”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering.

De 28 gelabelde Openbare Computerruimten (OCR) spelen een belangrijke rol door ondersteuning te bieden aan senioren, de digitale vaardigheden van jongeren te stimuleren, huishoudhulpen en werkzoekenden te helpen bij het gebruik van online diensten, computerapparatuur ter beschikking te stellen, etc. Er werd een gedragscode opgesteld om ethische normen te garanderen bij de ondersteuning van burgers en om alle bescherming en garanties te bieden die OCR-facilitators nodig hebben.

Foto die de belangrijke rol van ondersteuning bij het leren omgaan met digitale hulpmiddelen illustreert.

Digitaal Brussel: meer rechten en gewaarborgde faciliteiten

De ordonnantie Digitaal Brussel werd opgesteld in samenwerking met verenigingen en openbare instanties. Het doel ervan?  

  • Een bijkomend en aanvullend recht garanderen: de mogelijkheid om alle administratieve procedures volledig online af te handelen, in alle overheidsdiensten en in de gesubsidieerde instellingen van het Gewest. 
  • Het recht op bijstand van de betrokken administratie garanderen om een administratieve procedure online uit te voeren of af te ronden. 
  • Een alternatief voor digital technologie garanderen, bijvoorbeeld: onthaal door een personeelslid, of een telefoondienst, of uitwisselingen per post. 
  • De digitale inclusie van mensen met een handicap bevorderen door de toegankelijkheid van de betrokken websites en platforms te verbeteren.

Deze ambitieuze wetgeving is een primeur voor België. Het wetsvoorstel dat aan het Parlement is voorgelegd, formaliseert het digitale kanaal voor communicatie met de overheid. Digitale documenten zullen dus dezelfde waarde hebben als de traditionele papieren documenten. Digitaal Brussel zal zorgen voor een vereenvoudiging van procedures, dematerialisering, kortere termijnen voor de behandeling van de dossiers van de burgers, gemakkelijke toegang tot informatie en een vermindering van administratiekosten en verplaatsingen. 

Een ander voordeel is dat het toezicht op de administratieve praktijken door Digitaal Brussel de automatische toekenning van de rechten zal aanmoedigen.

Geauthenticeerde identificatie is een belangrijke stap in het gebruik van onlinediensten. Afbeelding van een gebruiker die zichzelf identificeert met behulp van zijn smartphone.

De gewestelijke webstrategie ten dienste van de Brusselaars

Het doel is om de webdiensten van het Brussels Gewest te vereenvoudigen. Hoe? Door de toegang tot content te organiseren volgens de behoeften van burgers of bedrijven.

Concreet zullen op de nieuwe portaalsite be.brussels 12 thematische groepen worden geïmplementeerd met content die alle behoeften van de Brusselaars dekt waarop de gewestelijke diensten inspelen. Het nieuwe Brusselse weblandschap zal de toegankelijkheid en betrouwbaarheid van de content waarborgen.

Uiteindelijk zal deze herziening van de content bijdragen tot het ontstaan van een meer geïntegreerde gewestelijke identiteit voor de diensten en tot schaalvoordelen bij het beheer van de communicatiediensten van de administraties, terwijl overbodige investeringen worden vermeden.

Eenmalige inzameling van gegevens

Dankzij de "Only Once"-ordonnantie hoeven burgers die gebruikmaken van Brusselse overheidsdiensten niet langer informatie in te voeren waartoe de officiële instanties al toegang hebben via gegevens uit authentieke bronnen. Dit geldt sinds 2021.

Er werden 12 miljoen verzoeken uit authentieke bronnen geregistreerd, wat betekent dat 12 miljoen gegevens niet werden opgevraagd bij burgers.

Uitrusting van middelbare scholen

Alle middelbare scholen in Brussel moeten verbindingen en apparatuur van hoge kwaliteit hebben om digitale middelen en tools te kunnen gebruiken voor onderwijsdoeleinden. 

Het plan "Mijn school gaat digitaal” wordt momenteel uitgevoerd met de steun van de EU. In 2021 kregen 80 scholen IT-apparatuur en werden 21 scholen voorzien van WIFI-verbindingen. Tegen 2024 zullen 3500 WIFI-voorzieningen geïnstalleerd zijn in Brusselse middelbare scholen.

Toenemend belang van Irisbox

IRISbox wordt steeds belangrijker en is de toegangspoort tot alle regionale en lokale diensten (720.000 procedures uitgevoerd tegen 2021). IRISbox biedt ook toegang tot eBox voor het uitwisselen van correspondentie met overheidsdiensten.

Nieuws inzake Digitalisering

Minister van Plaatselijke Besturen

De 19 Brusselse gemeenten zijn de plaatselijke besturen die het bekendst zijn en het dichtst bij de burgers staan. Het betreft echter meer dan 200 Brusselse instellingen en organen die als plaatselijke besturen betrokken zijn door het beleid gevoerd door de minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt.

De bekendste plaatselijke besturen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn de 19 gemeenten.

Waarom een beleid voor de plaatselijke besturen?

Ongeacht hun gemeente moeten alle Brusselaars dezelfde rechten hebben en dezelfde diensten genieten. Om die reden organiseert, controleert, financiert en adviseert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de plaatselijke besturen op zijn grondgebied. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering oefent deze bevoegdheid uit via haar bestuur Brussel Plaatselijke Besturen (BPB), een van de zes besturen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB).

Hoe wordt het toezicht op de plaatselijke besturen uitgeoefend?

  • Door juridische normen – de ordonnanties – uit te vaardigen, die de plaatselijke besturen en hun eigen binnenlandse zaken organiseren;
  • Door de wettelijkheid en de overeenstemming met het algemeen belang van de beslissingen van de plaatselijke besturen te controleren;
  • Door financiële steun te verlenen: de Algemene Dotatie aan de Gemeenten (ADG), de subsidies en de mogelijkheden om te lenen;
  • Door de plaatselijke besturen, de Regering of andere gesprekspartners te adviseren door de verwerking en de verspreiding van kennis;
  • Door de uitvoering van bepaalde gewestelijke beleidslijnen in de gemeenten te stimuleren en
  • Door regels voor de gemeenteraadverkiezingen af te kondigen (Kieswetboek).

Sportinfrastructuur dichter bij huis

De minister van Plaatselijke Besturen heeft gezorgd voor meer buurtsportinfrastructuren die beter verdeeld zijn over het grondgebied van het Gewest om te voldoen aan de toenemende vraag. Concreet werd bijna 111 miljoen euro vrijgemaakt en ter beschikking gesteld van de gemeenten op initiatief van de minister tijdens de eerste vier jaar van deze legislatuur. De in de projectoproepen geformuleerde criteria geven voorrang aan de kleine buurtvoorzieningen en aan de infrastructuren in de wijken met de minste accommodatie.

Het einde van de cumul van mandaten

Na de volgende verkiezingen van oktober 2024 zal het verboden zijn om de mandaten van burgemeester of schepen te cumuleren met het mandaat van gewestelijk, federaal of Europees afgevaardigde. De uitvoerende mandaten in de gemeenten worden steeds veeleisender, zowel wat beschikbaarheid als kennis van zaken betreft. Dat is ook een reden waarvoor de minister van Plaatselijke Besturen de volledige decumul, die voortaan opgenomen is in de ordonnantie van 6 juli 2022, van deze functies wilde. Het aantal leden van het gemeentecollege zal eveneens met één lid verminderd worden, en zelfs met twee schepenen. Tegelijk zal de opwaardering van de bezoldigingen zonder bijkomende kosten voor de gemeentelijke financiën kunnen worden toegepast.

Ongeziene opwaardering voor de gemeenteambtenaren

De salarissen van de gemeenteambtenaren waren de laagste van de drie gewesten; er is dan ook jarenlang op een opwaardering gewacht. De minister van Plaatselijke Besturen heeft een sectoraal akkoord afgesloten voor een totaalbedrag van 75 miljoen euro, met de steun van het Gewest voor twee derde van het bedrag. Om meer billijkheid en de aantrekkelijkheid van deze posten met verantwoordelijkheid te waarborgen, stijgen de lonen van de wettelijke graden – namelijk de hooggeplaatste ambtenaren (gemeentesecretaris, gemeenteontvanger) – eveneens, wat de eerste aanzienlijke stijging sinds 1991 is!

Billijke behandeling en deontologie

Er zijn duidelijke regels uitgevaardigd met betrekking tot de afwezigheid of de verhindering van de lokale uitvoerende mandatarissen. Na drie maanden van afwezigheid wegens ziekte gestaafd met een medisch attest zal de burgemeester of de schepen die arbeidsongeschikt is, betaald worden via zijn eigen ziekteverzekering.
De minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, bereidt wetgevende teksten voor die regels in verband met deontologie en ethiek voor de gemeenteraadsleden zullen vaststellen, alsook voor de personeelsleden van de kabinetten van de burgemeesters en de schepenen. Dit ontwerp moet zijn wetgevende traject nog voortzetten.

Meer info over Brussel Plaatselijke Besturen vindt u op website van het bestuur Brussel Plaatselijke Besturen.

Duidelijkere regels voor de controle van de gemeentelijke vzw’s

Om hun sociale, culturele, sportieve, … opdrachten te vervullen, in alle domeinen waarvoor ze bevoegd zijn, ontwikkelen de gemeenten specifieke diensten in de vorm van gemeentelijke vzw’s. Op initiatief van de minister van Plaatselijke Besturen wordt door de ordonnantie van 9 februari 2023 de controle van deze vzw’s door de gemeenten zelf en door de toezichthoudende overheid – het Gewest – via zijn bestuur – BPB – versterkt, verduidelijkt en verbeterd.
De gemeente oefent een eerstelijnscontrole uit. Voor de controle door het gewestelijke toezicht wordt de controle meer of minder uitgebreid uitgevoerd in functie van de omvang van de vzw, bepaald door criteria volgens het aantal werknemers, de jaaromzet en het balanstotaal van de vzw. De verplichtingen van de vzw’s op het vlak van de verzending van documenten worden ook vastgesteld in deze ordonnantie. Aldus zal jaarlijks een lijst met alle gemeentelijke vzw’s worden opgesteld.

Gemeenteraadsverkiezingen: eenvoudigere procedures

Dankzij de gecentraliseerde elektronische aanstiplijst komt er een einde aan het gebruik van de papieren lijsten in de stembureaus, en vooral: de kiezers met een volmacht van een naaste die in de gemeente woont, kunnen vragen om in eenzelfde bureau te stemmen. De digitalisering van de volledige stemprocedure vereenvoudigt de werkzaamheden in de stembureaus, zorgt voor bijkomende faciliteiten en leidt tot een daling van de kosten. De elektronische stemming is voortaan eveneens standaard.

Nieuws in verband met de plaatselijke besturen:

Minister van Dierenwelzijn

Dieren nemen een belangrijke plaats in binnen onze samenleving en binnen het gezin. Daarom is dierenwelzijn een terechte bekommernis.

Gezin met hond: een huisdier kan een belangrijke plaats innemen in het gezin. Het welzijn van het dier is van fundamenteel belang.

Wederkerigheid en verantwoordelijkheid

Een sterke band van genegenheid kan mensen en huisdieren verenigen. Het dier vormt soms echt een emotionele steun. Het kan kinderen helpen opgroeien, maar ook mensen met psychosociale, fysieke of educatieve problemen begeleiden.
Omgekeerd zijn baasjes verantwoordelijk voor het welzijn van hun gezelschapsdier. Voor de dieren zorgen is de verantwoordelijkheid van eenieder die een dier bezit. Deze verantwoordelijkheid voor het welzijn van het dier is een verbintenis voor het leven van het dier. Over de adoptie van een dier moet dus grondig worden nagedacht door eenieder die een dier in huis wil nemen.
In het Brussels Gewest worden dieren gehouden in verschillende soorten structuren, zoals boerderijen, dierenspeciaalzaken, kwekerijen, laboratoria en slachthuizen. Hun welzijn moet worden verzekerd en het Departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel voert daartoe controles uit.

Katten klimmen graag en zitten graag op een hoogte. Een kattenboom plaatsen is goed voor hun welzijn.

Het Brussels Dierenwelzijnwetboek: een brede en vernieuwende visie

Het Wetboek voor Dierenwelzijn dat door de minister uitgewerkt werd, bevat een reeks wetgevende bepalingen die nodig zijn voor de verbetering en het behoud van de bescherming en van het welzijn van dieren. Het wetboek heeft de ambitie om zowel de burgers, als de verenigingen, de instellingen en de bedrijven te betrekken, in het belang van alle dieren en in alle aspecten van hun leven.

Met het ontwerp van het Wetboek voor Dierenwelzijn worden nieuwe noties ingevoerd, zoals het niet-verlenen van hulp aan een dier in gevaar in de strijd tegen mishandeling of het belang van het dier dat in aanmerking zal moeten worden genomen in geval van een (echt)scheiding. De omstandigheden voor het houden van een dier, zullen beter gereguleerd worden. De opvang van dieren door de asielen zal structureel ondersteund worden. Economische, sociale en educatieve activiteiten met dieren zullen beter gereglementeerd worden, met strikte erkenningsvoorwaarden. De verkoop van levende dieren op markten zal worden verboden. Het slachten van vrouwelijke dieren die zich in het laatste derde deel van de dracht bevinden, zal eveneens worden verboden. Enzovoort.

In het voorstel van het Brussels Wetboek voor Dierenwelzijn van minister Bernard Clerfayt zijn tal van andere maatregelen opgenomen.

Dit vernieuwende en belangrijke ontwerp werd tijdens de laatste stap in de goedkeuring door de Regering geblokkeerd op het einde van deze legislatuur. Het weigeren door een van de partners uit de meerderheid om deze wetgevende tekst voor te leggen aan de volksvertegenwoordigers en aldus het wetgevende traject voort te zetten, is onaanvaardbaar! Voor Bernard Clerfayt is het duidelijk dat het wetboek tot een van de prioriteiten zal moeten behoren bij de uitwerking van het volgende regeerprogramma.

Minder laboratoriumdieren

De doelstelling van de minister van Dierenwelzijn bestaat in het behalen van een drastische vermindering van het gebruik van laboratoriumdieren. Bijgevolg zijn het stimuleren van het onderzoek naar alternatieve methoden en de brede verspreiding ervan binnen de wetenschappelijke gemeenschap een prioriteit. Het budget is gestegen van 110.000 euro naar 360.000 euro en werd met name gebruikt om de ontwikkeling van het IC-3Rs-platform te ondersteunen.

Groter budget en meer steun voor de gemeenten en verenigingen

Sinds 2019 is het totaalbedrag dat toegekend wordt voor de ondersteuning van de verenigingen die zich inzetten voor het dierenwelzijn, verviervoudigd. De aan de gemeenten toegewezen sommen werden verdubbeld en bedragen 225.000 euro in 2023.
Het volledige budget dat toegekend wordt voor dierenwelzijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bedraagt 2,5 miljoen euro. Dat is een verdubbeling in vergelijking met het begin van de legislatuur, in 2019.

Steeds meer gemeenten nemen het initiatief om vrije zones voor honden in te richten waar ze samen kunnen spelen, zonder leiband.

Dieren beschermen tijdens het vervoer en de uitbating reguleren

Er komen nieuwe regels die het welzijn van dieren verzekeren tijdens hun vervoer. De vervoerder zal met name een ingevuld verplaatsingsdocument dierenwelzijn moeten bezitten, en het vervoer is verboden bij temperaturen lager dan 5°C en hoger dan 30°C. Het vervoermiddel moet de veiligheid van de dieren verzekeren, voorzien zijn van strooisel, schokbestendig zijn, geventileerd worden en natuurlijk licht binnenlaten. Er worden ook andere voorwaarden gepreciseerd, zoals die van de regels om dieren aan te binden, etc.

Met een ordonnantie werd het verbod op paardencarrousels veralgemeend. Het betreft alle paardachtigen en alle activiteiten: foren, markten, braderijen, rommelmarkten, kermissen, dorpsfeesten, festivals en beurzen.

De sterilisatie van katten is verplicht, en dat zal geweten zijn

In de strijd tegen de proliferatie van katten zal tot in oktober 2023 opnieuw een grootschalige communicatiecampagne over de verplichte sterilisatie worden gevoerd, samen met nieuwe maatregelen voor een optimaal beheer van de kattenpopulatie.

De gemeenten aanmoedigen om mishandeling te bestraffen

Het gebruik van administratieve sancties die de burgemeesters de mogelijkheid geven om de handelingen te bestraffen die het dierenwelzijn schaden, wordt aangemoedigd. Via het label “diervriendelijke gemeente” werden incentives in het leven geroepen, opdat de gemeenten medewerkers in dienst zouden nemen die het toezicht erop verzekeren.

Het aantal diersoorten beperken die gehouden mogen worden?

De positieve lijsten maken het mogelijk de diersoorten die mogen worden gehouden, te beperken, en vooral die soorten te beschermen die zich niet aan een huiselijk leven in de stad kunnen aanpassen of die gevaarlijk zouden kunnen zijn. Zonder het toekomstige Brussels Dierenwelzijnwetboek af te wachten, heeft de Regering een positieve lijst van reptielen goedgekeurd, waardoor het aantal reptielsoorten in het Brussels Gewest wordt beperkt tot 421 (op meer dan 11.000). Momenteel wordt de lijst van vogels en vissen opgesteld.

Verslag van de enquête “Geef ons uw stem!”

Het verslag van de enquête “Geef ons uw stem” is vanaf nu beschikbaar

Tussen 15 juni en 30 september 2021 werden de Brusselaars uitgenodigd om deel te nemen aan de enquête “Geef ons uw stem!” in verband met dierenwelzijn.
Het verslag van de enquête dat u hier kan raadplegen, bevat hun verwachtingen en wensen om de dierenbescherming in het Brussels Gewest te verbeteren. Deze gegevens zijn een bron van inspiratie geweest voor het voorbereidende wetgevend werk voor het Dierenwelzijnwetboek. Op het einde van het document vindt u overigens alle cijfers van de enquête.

Colloquium over het dierenrecht

Van domesticatie tot bescherming

Welk juridisch statuut heeft een dier? Wat met het recht om zich een dier toe te eigenen? Welke rol en welke verantwoordelijkheden hebben het bestuur en de instellingen? En de bestraffing van dierenmishandeling? De diergeneeskundige inspectie? … Tijdens het colloquium “Van domesticatie tot bescherming”, dat plaatsvond op 28 september 2021, werden deze en tal van andere kwesties behandeld. Het verslag van het colloquium over het dierenrecht kan hier gedownload worden.

De lezingen van de sprekers van het Frans-Belgische colloquium over het dierenrecht bekijken:

Nieuws van de minister van Dierenwelzijn:

Minister van Werk en Beroepsopleiding

Het beleid dat de minister van Werk en Beroepsopleiding voert, is gericht op de inschakeling op de arbeidsmarkt van de Brusselaars door hun vaardigheden, hun knowhow en hun kwalificaties aan te passen aan de huidige transities en aan de noden van de bedrijven. Om de uitdaging van tewerkstelling in het Brussels Gewest aan te gaan, moeten we de uitdaging van de vaardigheden aangaan.

De tendensen zijn goed voor Brussel: de Brusselse tewerkstellingsgraad is nooit zoveel gestegen: van 60,4% tijdens het 1ste trimester van 2021 tot 68,2% tijdens het 3de trimester van 2023 (cijfers van Statbel). En van de 40.000 nieuwe jobs die gecreëerd werden tussen 2021 en 2022, werden er 30.000 ingenomen door Brusselaars.

De minister van Werk wil een beleid voeren dat de Brusselaars de kans geeft om zich aan te passen aan de op handen zijnde veranderingen.

De competentiebalans

De ordonnantie van de minister van Werk tot invoering van de taalkundige, digitale en professionele competentiebalans voor de werkzoekenden is sinds 1 september 2023 van toepassing. Er werd voorrang gegeven aan de jongeren, en binnenkort zullen de langdurig werkzoekenden er eveneens gebruik van kunnen maken. De bedoeling is dat Actiris op termijn deze competentiebalans aan alle werkzoekenden aanbiedt.

Deze competentiebalans bestaat uit 3 pijlers: de professionele of beroepsvaardigheden, het niveau van de taalkennis en de digitale vaardigheden. De doelstelling: samen met de werkzoekende een inschakelingstraject bepalen dat samenhangt met een opleidingsprogramma.

De systematische competentiebalans geeft een werkkader aan Actiris voor de begeleiding van de werkzoekenden. Voor hen is het een bijkomende waarborg op een aangepaste begeleiding en een waardevolle tool voor oriëntering, die gebaseerd is op geobjectiveerde gegevens.

Versterking van de beroepsopleiding, hefboom van een efficiënt tewerkstellingsbeleid

Dit zijn enkele voorbeelden van acties om de capaciteiten op het vlak van onthaal en efficiëntie van de opleidingsprogramma’s te verbeteren:

  • Bruxelles Formation stelt 500 bijkomende plaatsen open in de sectoren van de gezondheid, de technologische industrie, de digitale sector, de digitale marketing, het beheer en het management, etc.
  • Om tegemoet te komen aan de oproep van de sectoren die op zoek zijn naar talent, worden 20 klassen voor alternerend onderwijs gecreëerd binnen het EFP, het centrum voor alternerend onderwijs van het Brussels Gewest.
  • De opleidingen online worden verbeterd voor de werkzoekenden. Er werden 1.000 extra plaatsen geopend. Na de opleiding kan iedereen coaching genieten.
  • De efficiëntie van de beroepsopleiding hangt ook af van de expertise van de opleiders. Om die reden heeft Bernard Clerfayt FORMAFORM opgericht, in partnerschap met het Waalse Gewest. Het is een centrum gewijd aan de optimalisering van de expertise van de professionals op het gebied van oriëntering, opleiding, socioprofessionele inschakeling en erkenning van competenties.
  • Het betaald educatief verlof werd deze legislatuur hervormd: de toelatingsvoorwaarden werden uitgebreid en het aantal uren werd opgetrokken. Werknemers moeten de kans krijgen een opleiding te volgen. Het educatief verlof zal eveneens toegankelijk zijn voor mensen die deeltijds werken, en dus voor meer vrouwen.
  • Het opleidingsinkomen werd verdubbeld en is gestegen van 1 euro/uur naar 2 euro/uur in het kader van de eisen van de fiscale wetgeving en met het oog op het aanbieden van een daadwerkelijk voordeel aan de werkzoekenden.

Opleiding blijft de meest rechtstreekse weg naar tewerkstelling.

De Polen Opleiding-Werk (POW), zo dicht mogelijk bij de noden van de sectoren

De POW, een publiek-private samenwerking, omvat in één structuur de initiatieven inzake tewerkstelling, beroepsopleiding en sectorale monitoring. De POW komt tegemoet aan de huidige en toekomstige noden op het vlak van tewerkstelling en/of bijscholing van de ondernemingen van de sector, en aan de verlangens van de doelgroepen.
Elke POW biedt diensten aan, zoals de bepaling en de erkenning van competenties, de sensibilisering voor de beroepen uit de sector (het uithangbord van de beroepen), de opleiding tot deze beroepen, de sectorale monitoring alsook de matching tewerkstelling van opgeleide stagiairs.

Er zijn vier Polen Opleiding-Werk operationeel: Digitalcity voor de promotie, opleiding en tewerkstelling van werkzoekenden en werknemers in de sector van de digitale technologie; Logisticity voor de sector van de logistiek en het transport; Technicity voor het behoud en de verwerving van competenties in de sector van de technologische industrieën en Construcity, de Pool Opleiding-Werk voor de bouw.

De POW’s hebben uiteraard dienstgedaan als hefbomen om oplossingen te vinden voor het tekort aan talenten. Dankzij de rondetafelconferenties georganiseerd door de minister hebben de actoren van tewerkstelling en beroepsopleiding en de sectororganisaties gerichte actieplannen uitgewerkt voor de sectoren die moeilijk arbeidskrachten kunnen aanwerven. Er werd een budget van 3 miljoen euro vrijgemaakt; dat maakt het mogelijk om 2.000 werkzoekenden te selecteren met het oog op opleiding of tewerkstelling.

Een beleid van inclusieve tewerkstelling

Op voordracht van Bernard Clerfayt is de nieuwe ordonnantie ter versterking van de strijd tegen discriminatie bij aanwerving intussen van toepassing. De voorwaarden om de testen te gebruiken, werden vereenvoudigd. Ze zijn proactiever; er is geen individuele klacht nodig en ze worden uitgevoerd op basis van objectieve gegevens, eventueel ter plaatse, met de toestemming van het arbeidsauditoraat. De testen kunnen worden uitgevoerd in tal van sectoren die verband houden met de bevoegdheden van het Brussels Gewest.

De ondernemingen actief binnen de sociale economie en de activiteitencoöperaties nemen een volwaardige plaats in de Brusselse economie in en zijn waardevolle operatoren voor de inschakeling van de doelgroepen die veraf van de arbeidsmarkt staan. Lokale productie, snackbars, recycling, herstelling, logistiek en diensten: dit zijn allemaal sectoren die broodnodig zijn voor de welvaart van het Gewest.

Dienstencheques: de jobs beschermen en de arbeidsomstandigheden verbeteren

De dienstencheques vormen de grootste begrotingspost van het gewestelijke tewerkstellingsbeleid. En er zijn 27.000 werkneemsters die essentiële diensten leveren aan de Brusselse huishoudens.

Gezien het belang van de sector en de noodzaak om de druk op de openbare financiën ervan te controleren, moest de maatregel dringend hervormd worden. Naast de aanpassing van de prijs die betaald wordt door de gebruiker, verbetert de hervorming die de minister van Werk samen met de sociale partners heeft uitgevoerd, de arbeidsomstandigheden en de bescherming van de huishoudhulpen. Verplichte opleiding, een voorafgaandelijk bezoek om het aantal arbeidsuren te bepalen, een aanpassing van de eindeloopbaan dankzij het mentorschap, een vermindering van de gezondheidsrisico’s, een controle van de werklast en van de arbeidsomstandigheden, alsook de strijd tegen ongewenst gedrag, zijn de verwachte effecten van de nieuwe maatregelen.

Hervorming van de tewerkstellingssteun

De bedoeling van de Brusselse minister van Werk is de tewerkstellingssteun hervormen om laaggeschoolde jongeren, oudere werknemers en personen met een handicap beter te bereiken, en dat door de maatregelen die het best werken, te versterken.

Wat de Premie Activa betreft, zullen werkgevers die laaggeschoolde werkzoekenden jonger dan 30 jaar en oudere werkzoekenden vanaf 57 jaar aanwerven, meer steun kunnen krijgen, namelijk 23.400 euro over een periode van 36 maanden.

Om de aantrekkelijkheid van de First Stage voor de jongeren te vergroten, zal de premie gestort door de werkgever aan de jonge stagiairs verhoogd worden van 200 euro per maand naar 500 euro per maand.

Om de tewerkstelling van personen met een handicap te ondersteunen, zal een premie van 5.000 euro worden toegekend aan de werkgever voor een arbeidsovereenkomst die minstens halftijds is, voor een periode van meer dan zes maanden. De premie zal moeten worden gebruikt voor uitgaven in verband met de integratie van de werknemer.

De tewerkstelling van de oudste werknemers zal worden ondersteund door te focussen op diegenen die er het meest nood aan hebben. Deze stimulans voor tewerkstelling zal voortaan beschikbaar zijn voor de plus-61-jarigen van wie het brutoloon minder dan 8.000 euro per trimester bedraagt (momenteel 10.500 euro). Dit is een manier om deze tewerkstellingssteun beter aan te passen aan de Brusselse realiteit.

Enkele nieuwsberichten in verband met werk en beroepsopleiding:

Over Bernard CLERFAYT

Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Bernard Clerfayt, die de op twee na hoogste score behaalde bij de regionale verkiezingen in Brussel, is minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hij legde de eed voor het Brussels Parlement af op 18 juli 2019.

Dit is de verdeling van zijn bevoegdheden binnen de drie organen van de Brusselse uitvoerende macht:

  • Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen, Dierenwelzijn, Gewestelijke Informatica en Administratieve Vereenvoudiging.
  • Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), belast met Gezinsbijslagen, Openbaar Ambt, Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Filmkeuring. (Deze bevoegdheden worden samen met minister Sven Gatz uitgeoefend.)
  • Lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF), belast met Beroepsopleiding en Omscholing, alsook met de voogdij over de betrokken onderwijsinstellingen en Internationale Betrekkingen.

Enkele verwezenlijkingen uit de loopbaan van Bernard Clerfayt

Staatssecretaris voor Financiën

Vanaf 2008 en voor een periode van bijna 4 jaar was Bernard Clerfayt staatssecretaris voor Financiën binnen de federale regering. Hij was toen belast met de modernisering van financiën, de strijd tegen de fiscale fraude en milieufiscaliteit.

Burgemeester

Nadat het plaatselijke FDF (vandaag DéFI) verschillende verkiezingen had gewonnen, werd Bernard Clerfayt in 2000 burgemeester van Schaarbeek. Vanaf dan leeft Schaarbeek weer op met een begrotingsevenwicht, een politiehervorming, een reorganisatie van het beleid inzake sociale bijstand en een renovatie van de wijken.

Eerste stappen

Bernard Clerfayt heeft zich eerst een aantal jaren toegelegd op wetenschappelijk onderzoek en onderwijs en heeft vervolgens stage gelopen bij de studiedienst van het Internationaal Monetair Fonds. In 1985 vestigde hij zich in Schaarbeek waar hij zijn eerste stappen in de politiek zette. Of beter: zijn eerste solostappen, aangezien hij als kind al kennismaakte met de politiek: “Ik was negen jaar toen mijn vader, Georges Clerfayt, verkozen werd als volksvertegenwoordiger voor het Federaal Parlement bij de grote vooruitgang van het FDF.”

Wetenschappelijke carrière

Bernard Clerfayt, econoom van opleiding (licentie en maîtrise in de economische wetenschappen), heeft gedurende een tiental jaar macro-economie en internationale economie gedoceerd aan verschillende Belgische universiteiten (Franstalige en Nederlandstalige).