Nieuwe Gemeentewet: werking van gemeenten wordt gemoderniseerd

Persbericht

De Nieuwe Gemeentewet vormt de basis voor de werking van de gemeenten. Deze wet wordt toegepast sinds 1988 en is sindsdien geëvolueerd. Het ontwerp van ordonnantie, dat het Parlement nu vrijdag 3 juli tijdens de plenaire vergadering zal behandelen, dient om de tekst te moderniseren, vooraleer wordt overgegaan tot de volgende fase waarbij de tekst grondig zal worden herzien.

Het positieve aan de lockdown is dat we nieuwe praktijken ontwikkeld hebben die vaak een positieve impact op onze organisatie blijken te hebben. Dat is ook het geval voor de plaatselijke besturen. Hoe moet je een gemeente blijven beheren met het in acht nemen van de social distancing? Hoe moet je snel officiële documenten ondertekenen tijdens een lockdown? De plaatselijke besturen kregen de toelating om de gemeenteraad en het schepencollege via videoconferentie te organiseren. Ze mochten daarvoor de elektronische handtekening gebruiken. Dankzij wijzigingen aan de Nieuwe Gemeentewet zullen beide praktijken voortgezet kunnen worden.

En er zijn er nog andere. De Nieuwe Gemeentewet, de basistekst voor het gemeenterecht dat het merendeel van de geldende regels in de 19 Brusselse gemeenten bepaalt, maar ook hun werking met het Brussels Gewest, had immers nood aan een herziening. Zo werden bijvoorbeeld bepaalde bedragen die nog uitgedrukt werden in Belgisch frank, omgezet in euro.

“De wijzigingen die aan de Nieuwe Gemeentewet werden aangebracht, zijn slechts een eerste stap binnen een veel uitgebreidere beleidswerf, namelijk een grondige herziening van de werking van de gemeenten. En nu al wordt de tweede fase opgestart met een herwaardering van het loon van de medewerkers van de gemeente en van de wettelijke graden. En om tot de laatste stap te komen, wordt een staten-generaal van de plaatselijke besturen georganiseerd. In dit kader zal de burgers gevraagd worden om hun verwachtingen voor de toekomst zonder enig taboe te formuleren. De Brusselaars zullen nogmaals centraal staan in onze politieke actie, aangezien ze blijk geven van een steeds grotere nood om actief deel te nemen aan het beheer van de stad”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

De Nieuwe Gemeentewet moet namelijk aangepast worden aan de uitdagingen van een modern management van de gemeenten, de essentiële schakels van de democratie en voor het leveren van overheidsdiensten. Tijdens deze legislatuur zal onder meer gewerkt worden aan de volgende beleidswerven: de decumul, de vermindering van het aantal overheidsmandatarissen en de verbetering van hun statuut, nieuwe opdrachten voor de gemeenten en de evolutie van hun financiering.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

60 miljoen ter ondersteuning van de Brusselse gemeenten om tegemoet te komen aan de “demografische boom”

Actualiteit
Boom démographique en Région bruxelloise, les enfants doivent pouvoir être accueillis dans les infrastructures

1,2 miljoen Brusselaars, dat zijn er 125.000 meer dan 10 jaar geleden. En volgens demografische prognoses zullen we in 2060 met meer dan 1,3 miljoen zijn.

Deze bevolkingsgroei gaat gepaard met een toegenomen behoefte aan diensten en collectieve voorzieningen: kinderdagverblijven, scholen, mobiliteit, groene ruimten, enz.

Op voorstel van minister Bernard Clerfayt heeft de Brusselse Regering een ontwerpbesluit goedgekeurd om bepaalde gemeentelijke projecten in het Brussels Gewest in verband met de bevolkingsgroei financieel te ondersteunen voor de periode 2020-2022. Een maximaal bedraag van 60 miljoen euro wordt aldus toegekend aan investeringsprojecten van de Brusselse gemeenten ten dienste van hun inwoners.

“Net zoals alle grote stedelijke metropolen krijgt Brussel te maken met het fenomeen van “terugkeer naar de stad”. Steeds meer mensen willen in de stad wonen. Deze demografische boom leidt onvermijdelijk tot nieuwe behoeften op het gebied van infrastructuur voor kinderopvang, sport en recreatie en zelfs tot een beredeneerde verdichting van huisvesting. Ik heb de gemeenten willen helpen door een aanzienlijk bedrag te voorzien om de uitdagingen van de demografische verandering aan te gaan en tegelijkertijd de levenskwaliteit van de inwoners van Brussel te verbeteren, zonder daarbij de autonomie van de Brusselse gemeenten in het gedrang te brengen”, legt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, uit.

De beoogde projecten kunnen betrekking hebben op verschillende sectoren, zoals huisvesting, kinderopvang, schoolaanbod, aanbod van sport- of culturele infrastructuur, onthaal van de burger, enz. De nieuwe vrijgemaakte middelen zullen bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden voor de financiering van een nieuw speelplein, een gemeentelijke kinderopvang of school, de aankoop van grond of zelfs de renovatie van gemeentelijke gebouwen.

In de praktijk moeten de Brusselse gemeenten vóór 30 september 2020 reageren op een projectoproep. Uiterlijk op 30 oktober 2020 zullen zij bericht krijgen over de ingediende projecten die in aanmerking komen. Om de financiële steun van het Brusselse Gewest te genieten, dienen de werken in 2020, 2021 of 2022 besteld te worden.

Om ervoor te zorgen dat de 19 Brusselse gemeenten voldoende middelen krijgen, zal de 60 miljoen euro worden toegewezen volgens de verdeelsleutel die gebruikt wordt voor de Algemene Dotatie voor de Gemeenten. Hierdoor is een objectieve verdeling van de middelen onder de Brusselse gemeenten mogelijk.

60 miljoen ter ondersteuning van de Brusselse gemeenten

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt heeft de Brusselse Regering een ontwerpbesluit goedgekeurd om bepaalde gemeentelijke projecten in verband met de bevolkingsgroei financieel te ondersteunen voor de periode 2020-2022 en dit voor een totaal bedrag van maximaal 60 miljoen euro.

De bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft groeien. Er zijn momenteel bijna 1,2 miljoen inwoners. Dat zijn 125.000 Brusselaars meer dan 10 jaar geleden. En volgens demografische prognoses zullen we in 2060 met meer dan 1,3 miljoen zijn. Een aanzienlijke demografische groei die leidt tot een constante behoefte aan diensten en collectieve voorzieningen: kinderdagverblijven, scholen, mobiliteit, groene ruimtes, sportinfrastructuren, enz.

Om deze demografische ontwikkeling het hoofd te bieden, heeft de Brusselse regering 60 miljoen euro vrijgemaakt om de gemeenten te ondersteunen bij hun investeringen ten dienste van hun inwoners. De beoogde projecten kunnen betrekking hebben op verschillende sectoren, zoals huisvesting, kinderopvang, schoolaanbod, aanbod van sport- of culturele infrastructuur, onthaal van de burger, enz. De nieuwe vrijgemaakte middelen zullen bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden voor de financiering van een nieuw speelplein, een gemeentelijke kinderopvang of school, de aankoop van grond of zelfs de renovatie van gemeentelijke gebouwen.

Om ervoor te zorgen dat de 19 Brusselse gemeenten voldoende middelen krijgen, zal de 60 miljoen euro worden toegewezen volgens de verdeelsleutel Algemene Dotatie voor de Gemeenten en dus in verhouding staan tot de behoeften van de gemeenten.

Hoewel het gaat om leningen van het Gewest ten gunste van de gemeenten, worden deze oninbaar verklaard. Gezien de moeilijkheden waarmee de Brusselse gemeenten te maken zullen krijgen, zoals duurzame ontwikkeling, energietransitie, sociale cohesie, mobiliteit, veiligheid of zelfs de problematiek van de pensioenlasten, heeft het Brussels Gewest de gemeenten willen helpen in hun investeringen in het belang van de burgers. Deze leningen hoeven dus niet te worden terugbetaald.

"Net zoals alle grote stedelijke metropolen krijgt Brussel te maken met het fenomeen van “terugkeer naar de stad”. Steeds meer mensen willen in de stad wonen. Deze demografische boom leidt onvermijdelijk tot nieuwe behoeften op het gebied van infrastructuur voor kinderopvang, sport en recreatie en zelfs tot een beredeneerde verdichting van huisvesting. Ik heb de gemeenten willen helpen door een aanzienlijk bedrag te voorzien om de uitdagingen van de demografische verandering aan te gaan en tegelijkertijd de levenskwaliteit van de inwoners van Brussel te verbeteren, zonder daarbij de autonomie van de gemeenten in het gedrang te brengen”, legt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

In de praktijk moeten de gemeenten vóór 30 september 2020 reageren op een projectoproep. Uiterlijk op 30 oktober 2020 zal het Fonds een akkoord overmaken over de ingediende projecten die in aanmerking komen. Om de financiële steun van het Brusselse Gewest te genieten, dienen de werken in 2020, 2021 of 2022 besteld te worden.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Nieuwe Gemeentewet: eerste stap in de herziening van de werking van de gemeenten

Actualiteit
Vue panoramique de Bruxelles

De Brusselse regering moderniseert de teksten die gelden voor de plaatselijke besturen. Een Brussels wetboek voor plaatselijke besturen is trouwens voorzien om alle wetteksten die betrekking hebben op de plaatselijke besturen te verduidelijken. Eerste stap: de Nieuwe Gemeentewet vernieuwen en aanpassen. De wijzigingen komen er op vraag van de gemeenten zelf.

 “De wijzigingen aangebracht aan de Nieuwe Gemeentewet zullen een noodzakelijke facelift mogelijk maken waarop ongetwijfeld meer ingrijpende operaties zullen volgen: de volledige decumul, de vermindering van het aantal schepenen, de opwaardering van het statuut van burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters, alsook dat van de gemeenteraadsleden en OCMW-raadsleden. Een optimale uitvoering van deze beleidswerven vraagt tijd en vereist dat in talrijke stappen te werk wordt gegaan”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Inhoudelijke wijzigingen werden aangebracht om het gemeentelijke beheer te vergemakkelijken: de bijstandsregeling van een mandataris met een handicap wordt verbeterd, een artikel voert voor het college van burgemeester en schepenen de mogelijkheid in om te vergaderen door middel van videoconferentie, en de gemeenten zullen de elektronische handtekening mogen gebruiken.

De Nieuwe Gemeentewet vormt de basistekst van het gemeenterecht. Het is deze wet die het merendeel van de regels vaststelt die van toepassing zijn in de 19 Brusselse gemeenten, maar ook hun werking met het Brussels Gewest. Het is de institutionele architectuur van de gemeenten.

Nieuwe Gemeentewet: eerste stap in de herziening van de werking van de gemeenten

Persbericht

Op voordracht van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, wordt de Nieuwe Gemeentewet, de basistekst van het gemeenterecht, een pareltje: een modernisering van de teksten, de aanpassing van bepaalde niet-relevante termen, etc. Dit is een eerste stap die nodig is vooraleer kan worden overgegaan tot meer ingrijpende veranderingen, en die werd goedgekeurd door de Commissie voor Binnenlandse Zaken van het Brussels Parlement.

 

De Nieuwe Gemeentewet vormt de basistekst van het gemeenterecht. Het is deze wet die het merendeel van de regels vaststelt die van toepassing zijn in de 19 Brusselse gemeenten, maar ook hun werking met het Brussels Gewest. Het is de institutionele architectuur van de gemeenten.

De Brusselse Regering streeft naar een modernisering van de teksten die gelden voor de plaatselijke besturen. De Gewestelijke Beleidsverklaring is overigens zeer duidelijk, aangezien ze de verwezenlijking van een Brussels wetboek voor de plaatselijke besturen voorziet om de leesbaarheid, de samenhang en de relevantie van het geheel van wetteksten die de plaatselijke besturen aanbelangen, te verbeteren. Eerste stap: de Nieuwe Gemeentewet vernieuwen en aanpassen. De wijzigingen komen er op vraag van de plaatselijke besturen zelf.

Concreet zijn de uitgevoerde wijzigingen technische en redactionele aanpassingen om de leesbaarheid van de tekst en zijn afstemming op de huidige werkelijkheid te verbeteren. Bijvoorbeeld, bepaalde bedragen die nog in frank werden uitgedrukt, worden omgezet naar euro.

Vervolgens werden inhoudelijke wijzigingen aangebracht om het gemeentelijke beheer te vergemakkelijken: een bepaling legt de minimale regels vast die moeten voorkomen in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; een artikel voert voor het college van burgemeester en schepenen de mogelijkheid in om te vergaderen door middel van videoconferentie, indien noodzakelijk, en de gemeenten zullen de elektronische handtekening mogen gebruiken.

De wijzigingen aangebracht aan de Nieuwe Gemeentewet zullen een zeer noodzakelijke facelift mogelijk maken waarop ongetwijfeld meer ingrijpende operaties zullen volgen: de volledige decumul, de vermindering van het aantal schepenen, de opwaardering van het statuut van burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters, alsook dat van de gemeenteraadsleden en OCMW-raadsleden. Een optimale uitvoering van deze beleidswerven vraagt tijd en vereist dat in talrijke stappen te werk wordt gegaan”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.
 

Meer info?

Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Bernard Clerfayt op Facebook Live: “Veel werknemers die over het algemeen minder gewaardeerd worden, hebben getoond dat zij een belangrijke rol in onze samenleving spelen.”

Actualiteit
Bernard Clerfayt kreeg enorm veel vragen op maandag 18 mei op zijn Facebook Live

 

Dinsdag 19 mei 2020 – 12:00

Bernard Clerfayt kreeg enorm veel vragen op maandag 18 mei op zijn Facebook Live. Hieronder volgt een verslag van de belangrijkste onderwerpen. Andere thema’s werden door de minister van Werk en Beroepsopleiding behandeld tijdens zijn interview van vrijdag op BX1.

(Bekijk of herbekijk deze Facebook Live hier)

Huishoudhulpen: het had een drama kunnen worden!

De minister van Werk, die vragen kreeg over zijn beleid in de sector van de dienstencheques, herinnert er in de eerste plaats aan dat waakzaamheid geboden was tegenover de sector die de huishoudhulpen, van wie het inkomen aan de onderkant van de loonschaal ligt, tewerkstelt. Voor hen konden de gevolgen dramatisch zijn bij een aanzienlijk inkomensverlies. Dankzij de premie die de Brusselse Regering goedkeurde, kon hun inkomen gehandhaafd worden op 95% van het volledige loon. Deze premie vult de tijdelijke werkloosheid aan.

Helder blijven en de overheden bij de heropstart betrekken

Zoals gewoonlijk geeft Bernard Clerfayt blijk van scherpzinnigheid, wanneer hij de crisissituatie die wij doormaken en die reeds een economische en sociale crisis geworden is, analyseert. Hij herhaalt dat sommige sectoren nog steeds stilliggen en dat Brussel 170.000 tijdelijke werklozen telt. De periode van de daling van de werkloosheid is momenteel dus afgelopen. De minister van Werk pleit er krachtig voor om de maatregelen van tijdelijke werkloosheid te verlengen.

Naar aanleiding van een vraag over de tussenkomsten van het Brussels Gewest in het kader van de crisis, heeft de minister in herinnering gebracht dat het overbruggingsrecht gedekt wordt door de federale overheid. Het Gewest hoeft niets bij te passen. “We hebben al meer dan 350 miljoen euro steun verleend aan diegenen die geen recht hebben op de tussenkomsten van de federale regering, en we hebben alle lopende subsidies behouden om de sectoren die gewoonlijk door het Brussels Gewest ondersteund worden, in staat te stellen te overleven.”

“Overal zullen de staten de staatskas moeten aanspreken om de sociale uitgaven te ondersteunen en om de economische sectoren te ondersteunen”, aldus de minister. Daarbovenop wordt nu al een bijkomend tekort van 20 à 25 miljard euro aangekondigd op federaal niveau; in Brussel zullen we een bijkomend tekort van 500 miljoen euro hebben. Deze rol van ondersteuning en van steun bij de heropstart is normaal in geval van een crisis.

We zullen onze crisisplannen moeten voltooien

Vervolgens werd een vraag gesteld over het gezondheidsbeleid in het licht van deze gezondheidscrisis waarop Bernard Clerfayt enorm de nadruk legde op de vaststelling die gemaakt dient te worden: “Ons gezondheidssysteem heeft globaal gezien goed standgehouden, wat in andere landen niet het geval is geweest.” Na de buitengewone professionele en menselijke inzet van alle dienstverleners in de sector van de gezondheidszorg te hebben benadrukt, wijst de minister op een eerste lacune die de komende maanden opgevuld zal moeten worden. “We hebben crisisplannen voor tal van situaties, maar voor dit soort crisis hadden we geen specifiek interventieplan en waren we onvoldoende voorbereid. Duitsland bijvoorbeeld heeft veel sneller kunnen reageren.” Een ander belangrijk punt dat Bernard Clerfayt aanhaalde, betreft de noodzaak om het statuut van het gezondheidspersoneel op te waarderen: “De instellingen en de ziekenhuizen zijn reeds lang vragende partij.” De minister van Werk benadrukt overigens dat deze instellingen in staat zijn om aan te werven.

“De maatregelen voor de asielen moesten versoepeld worden”

Tijdens de strikte lockdown was er ook sprake van dierenwelzijn en van de gezondheid van de dieren in de asielen. De minister van Dierenwelzijn herhaalde dat zijn grootste bezorgdheid betrekking had op de zorg voor de dieren door de vrijwilligers van de asielen en het risico op een teveel aan op te vangen dieren. Zijn eerste stap bestond erin de federale overheid aan te spreken in verband met het versoepelen van de maatregelen. De minister heeft overigens verschillende vragen in verband met dierenwelzijn gekregen. Het voornaamste is dat de dieren verzorgd konden worden en dat tal van opvangbaasjes tijdens deze periode een dier hebben opgevangen.

Brussel en de Nationale Veiligheidsraad

Over de deelname van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de Nationale Veiligheidsraad zegt minister Clerfayt dat “de gewesten formeel gezien geen lid zijn. De ministers-presidenten worden er uitgenodigd in de hoedanigheid van adviseur, wat een goede zaak is”. Toch betreurt de minister het dat beslist werd om het Brussels Gewest niet méér te helpen, “terwijl Brussel 20% van de economische activiteit van het land ondersteunt”, stelde hij.

Verplichte mondmaskers?

Op de vraag of het dragen van een mondmasker een verplichting is, antwoordt de minister dat de beslissing daaromtrent een bevoegdheid van de federale regering is. Wat de meer praktische aspecten betreft, preciseert hij dat “de belangrijkste handeling om het virus tegen te houden, het wassen van de handen is, en vervolgens het afstand houden. En dan volgt het mondmasker. Het masker biedt onvoldoende bescherming; de andere beschermende handelingen zijn onontbeerlijk”. Het spreekt voor zich dat een mondmasker noodzakelijk is wanneer de veilige afstand niet gewaarborgd kan worden, zoals op het openbaar vervoer of bij de kapper.

De op te waarderen beroepen

“Veel werknemers die over het algemeen minder gewaardeerd worden, hebben getoond dat zij een belangrijke rol in onze samenleving spelen.” “We zullen moeten toezien op het verkleinen van de ongelijkheden, en deze noodzakelijke beroepen, die nuttig zijn voor onze veiligheid en onze gezondheid, opwaarderen.”

De crisis versnelt de veranderingen

De arbeidsmarkt verandert voortdurend. De crisis versnelt de veranderingen. We doen een beroep op technologie voor een hele reeks acties. “De Brusselse besturen zijn vragende partij om het sneller te laten gaan; de vraag om verandering is onwaarschijnlijk.” Vandaag stelt niemand meer in vraag dat “de kennis van digitale tools een noodzakelijke voorwaarde is om een job te vinden. We zullen de online-opleidingen moeten uitbreiden, in de digitale sector.”

De minister van Werk maakt van de gelegenheid gebruik om een oproep te lanceren: “Aan zij die tijdelijk werkloos zijn, profiteer ervan om uw competenties aan te vullen.” Ook brengt hij de knelpuntsectoren in herinnering: gezondheid, bouw en transport. We zullen een antwoord moeten formuleren op dit tekort aan arbeidskrachten. Wat de bouwsector betreft, gaat het om een grote uitdaging met de klimaatwijziging waarmee we te maken krijgen (nieuwe technieken van passiefbouw).

De gemeenten in de frontlinie van de crisis

Om af te ronden, als minister van Plaatselijke Besturen en verhinderd burgemeester, “ben ik ervan overtuigd dat de gemeenten een zekere macht hebben om de crisis aan te pakken”. De financiën van de meeste gemeenten zijn sinds twee jaar gezond. “Dat is een beslissing die ik genomen heb: de gemeenten mogen hun gecumuleerde bonussen gebruiken om de crisis het hoofd te bieden. Vervolgens zullen we zien welke gemeenten op het einde van het jaar het meest geholpen zullen moeten worden.” Laat ons niet vergeten dat de steun van het Gewest aan de OCMW’s net met 30 miljoen euro verhoogd werd.

Onze samenleving is veerkrachtig

Bij wijze van conclusie stelt de minister vast dat “deze crisis ons erg onrustig maakt, maar ons ook toont hoe veerkrachtig onze samenleving is, en hoe we in staat zijn om het hoofd te bieden aan een pandemie zoals we ons nooit hadden kunnen voorstellen”.

Brussels Gewest ondersteunt zijn OCMW’s met bijkomend budget van 30 miljoen euro

Actualiteit
La Région Bruxellois soutien ses CPAS

Een van de voorspelbare gevolgen van de coronaviruscrisis is de stijging van het aantal Brusselse gezinnen dat een aanvraag voor financiële steun indient bij de OCMW’s.

Om de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, die deze aanvragen moeten verwerken en de nodig geachte hulp moeten toekennen, te ondersteunen, heeft de Brusselse Regering een enveloppe van 30 miljoen euro vrijgemaakt die verdeeld moet worden tussen de 19 OCMW’s van het Brussels Gewest.

Deze beslissing werd genomen op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, en van Alain Maron, de Brusselse minister van Welzijn.

Voor Bernard Clerfayt is deze “30 miljoen euro ademruimte voor de OCMW’s en een verlichting voor de gemeentelijke financiën die er reeds slecht aan toe zijn door de crisis als gevolg van het coronavirus. In de allereerste plaats is het echter hulp voor behoeftige mensen. Velen van hen hadden het al moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. In Brussel kent een aanzienlijk deel van de bevolking een onzeker bestaan. Anticiperen betekent vooraf de risico’s zien die zich zullen aandienen. In dit geval betekent anticiperen klaarstaan om in actie te schieten teneinde de meest kwetsbare personen te helpen en te beschermen”.