Diversiteitsbeleid: evaluatie en optimalisatie

Diversiteitsbeleid: evaluatie en optimalisatie

Na een evaluatie van het diversiteitsbeleid in de besturen sinds de ordonnantie van 2019, stelt minister Bernard Clerfayt de koers bij en wil hij een rechtstreekse link tussen de subsidie en de uitvoering van een diversiteitsplan dat wordt beheerd door een "diversiteitsmanager".

Er zal een evaluatiecomité worden opgericht om zich van de doeltreffendheid van het diversiteitsplan te vergewissen. In geval van een negatieve evaluatie zal het bestuur een jaar lang niet in aanmerking komen voor de subsidie.

Belang van diversiteit in het openbaar ambt

Discriminatie in arbeidsrelaties heeft ook betrekking op het openbaar ambt. "Het is tijd om de opdrachten van de diversiteitsmanager te valoriseren en te professionaliseren. Het gaat immers om een functie die essentieel is voor de invoering van een relevant beleid op maat voor de bevordering van de diversiteit in het plaatselijke openbaar ambt”, concludeert Bernard Clerfayt.

Kortom, de huidige voorwaarden voor het toekennen van de subsidie maken het niet mogelijk om diversiteit binnen besturen effectief te bevorderen.

Waarom worden de voorwaarden en controles voor diversiteitsbeleid aangescherpt?

Tot hiertoe werd de subsidie toegekend aan de besturen die minstens 10% van de kandidaten afkomstig uit kansarme wijken aanwerven. “De subsidie zoals ze nu voorzien is, vat het diversiteitsbeleid alleen samen in termen van aanwerving. Terwijl ze moet worden uitgebreid naar het personeelsbeheer, opleiding, sensibilisering en interne communicatie. Kortom, een veelheid aan acties die input zouden kunnen vormen voor een diversiteitsplan op maat voor de gemeente. Bovendien moeten we vaststellen dat het adres van een werkzoekende niet altijd zijn sociale situatie weerspiegelt. Hoe zit het met het gender, de handicap, de leeftijd of het diploma?”, stelt de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt.

 

De 10 belangrijkste maatregelen uit het Dierenwelzijnwetboek

De 10 belangrijkste maatregelen uit het Dierenwelzijnwetboek

Het toekomstige Dierenwelzijnwetboek, dat een honderdtal artikelen bevat, schenkt aandacht aan het volledige leven van een dier: van zijn geboorte tot zijn dood, via zijn adoptie.

Dit initiatief van de Brusselse minister Bernard Clerfayt werd deze zomer in eerste lezing goedgekeurd door de Regering.

De 10 belangrijkste maatregelen uit het toekomstige Dierenwelzijnwetboek

1. Het verbod op het houden van amfibieën en wilde dieren

Het is de bedoeling om verwijderingen uit de natuur, maar ook dierenhandel te vermijden. Amfibieën die gehouden werden vóór de inwerkingtreding van het Wetboek, zullen nog gehouden mogen worden tot hun dood.

2. Het verbod op het verhandelen van levende dieren op markten

Er zal geen sprake meer van zijn dat konijnen, kippen, eenden of schapen worden tentoongesteld op markten. Deze maatregel zorgt ervoor dat impulsaankopen worden vermeden en maakt het ook mogelijk de stress tijdens het wachten voor de dieren te beperken.

3. De invoering van een vergunning voor het houden van dieren

Het gaat niet om een maatregel die te vergelijken is met degene die van kracht is in Wallonië. Er is geen sprake van dat elke persoon automatisch een vergunning voor het houden van dieren krijgt, zonder zich ervan te vergewissen dat hij/zij over voldoende kennis beschikt om een dier te kopen. In het Brussels Gewest zullen wij een vergunning toekennen voor soorten met specifieke behoeften na een erkende opleiding of het slagen in een examen.

4. Alle dieren zouden het onderwerp kunnen vormen van een verplichte identificatie

Heden geldt deze verplichting enkel voor katten en honden. Een uitbreiding van de identificatie zal kunnen leiden tot een betere bescherming van alle dieren.

5. Werk in het belang van het dier

Iedereen weet wat taakstraffen zijn, maar slechts weinigen weten wat werk in het belang van het dier inhoudt. De beoogde doelstelling bestaat in het opvoeden van de burgers door hen een werkstraf te geven die verband houdt met de vastgestelde overtreding.

6. Het niet-verlenen van hulp aan een dier in gevaar

Een dier dat in nood is, moet worden geholpen. Het niet-verlenen van hulp aan een dier in gevaar zal dus een misdrijf zijn dat door een rechter kan worden bestraft.

7. De mogelijkheid om een beroep te doen op de techniek van de mysterieuze klant

Het is niet altijd vanzelfsprekend om de daders van een overtreding van het dierenwelzijn te identificeren. Dat is vooral het geval voor berichtjes op de sociale netwerken. Deze maatregel zal ervoor zorgen dat elk gemandateerd persoon zich kan voordoen als een mogelijke klant en de nodige informatie kan verzamelen om de dader van de overtreding te identificeren.

8. Focus op het belang van het dier in echtscheidingsprocedures

Tijdens een scheiding stelt zich steeds de vraag wie zal zorgen voor het dier van het koppel. Hoewel het antwoord in sommige gevallen eenvoudig is en er snel een overeenkomst wordt gevonden tussen de partijen, is dat niet altijd het geval. Daarom zal deze maatregel het mogelijk maken dat de rechter zich baseert op het belang van het dier om de hoede over het dier toe te wijzen. De toepassing van het eigendomsrecht is bijzonder moeilijk te aanvaarden, wanneer er een affectieve band is ontstaan tussen het dier en de echtgenoot/-ote die niet de eigenaar van het dier is. In dat geval zou verblijfsco-ouderschap kunnen worden uitgesproken.

9. De mogelijkheid voor de dieren invoeren om naast hun baasje te rusten

Voor veel Brusselaars is hun dier een volwaardig lid van het gezin. Diegenen die de wens formuleerden, zullen dus kunnen rusten met de resten van hun gezelschapsdier naast zich.

10. Het principe van non-regressie

Dit principe houdt in dat het beschermingsniveau dat door de wetgever bereikt wordt, niet verminderd kan worden. Het doel dat het Brussels Gewest zich stelt, is dan ook enkel vooruitgang te boeken door zijn beleid inzake de bescherming en het welzijn van dieren systematisch te verbeteren.

De grootste hervorming op het vlak van dierenbescherming

“De meeste van deze maatregelen werden in ons land nog nooit ingevoerd. Dit Wetboek zal dus van Brussel een pioniersgewest op het vlak van dierenwelzijn maken. Het is het resultaat van een werk van lange adem gebaseerd op de samenwerking en de gezamenlijke wil om de fundamenten van de dierenbescherming in Brussel te herdefiniëren”, preciseert Bernard Clerfayt.

Voorbereiding in overleg en lopende verzoeken om advies

Om de prioriteiten en actiepijlers uit het Wetboek zo goed mogelijk te bepalen, kon de Brusselse minister van Dierenwelzijn rekenen op de hulp van de vertegenwoordigers van de sector en van de burgers. In 2021 heeft de enquête “Geef ons uw stem!” ervoor gezorgd dat 2.135 Brusselaars konden deelnemen aan de uitwerking van deze nieuwe wetgeving.

Het toekomstige Brussels Dierenwelzijnwetboek wordt momenteel ter advies voorgelegd aan Brulocalis, Brupartners en de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA).

 

84% van administratieve procedures online beschikbaar

Smartphonegebruiker, validatie procedure

Het digitaliseringsniveau van een land meten? Dat is mogelijk dankzij de index van de digitale economie en samenleving (DESI). Deze score, die door de Europese Commissie ontwikkeld werd en gebruikt wordt, maakt het mogelijk om de digitale prestaties van de lidstaten te vergelijken.

Hoe doen de Brusselse overheidsdiensten het?

De resultaten zijn zeer bemoedigend, aangezien Brussel zich boven het Europese gemiddelde bevindt. Onze hoofdstad behaalt 58%, na Denemarken (70%), maar voor het gemiddelde van het Europa van de 27 (51%). Deze cijfers werden geanalyseerd door het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), in Focus nr. 60.

Op het gebied van digitale overheidsdiensten zit het Brussels Gewest ook boven het EU-27-gemiddelde. Het aanbod van de digitale overheidsdiensten aan burgers en bedrijven vormt een sterk punt van het Gewest. 84% van de administratieve procedures voor de burgers is online toegankelijk, tegenover 75% voor het Europese gemiddelde. En als we kijken naar diensten voor bedrijven, is 99% online toegankelijk, tegenover 85% op Europees niveau.

Onlinediensten het meest gebruikt

Een hoger percentage Brusselaars dan in de rest van België en de Europese Unie maakt gebruik van e-government. 68% van de Brusselaars doet een beroep op online-overheidsdiensten, tegenover 66% in België en 64% in de EU-27.

“We kunnen niet zeggen dat Brussel achterloopt op het vlak van digitalisering! De cijfers tonen aan dat we op de goede weg zijn. Bovendien zal de Brusselaar, dankzij mijn nieuwe ordonnantie, Digitaal Brussel, die universele onlinetoegang zal bieden tot alle administratieve procedures, nog meer kunnen profiteren van de voordelen van digitale technologie”, stelt Bernard Clerfayt.

68% van formulieren vooraf ingevuld

Tot slot wordt in het Brussels Gewest 68% van de online administratieve formulieren vooraf ingevuld met persoonlijke gegevens van burgers of bedrijven uit verschillende authentieke gegevensbronnen. Dat is goed nieuws, want het bespaart de Brusselaars tijd en maakt hun leven gemakkelijker.

Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie voert 45% meer controles uit

De noodzakelijke controle door de Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie

In 2022 heeft de Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie 1.765 controles uitgevoerd in verband met de arbeidsreglementering. Dat zijn er 45% meer dan in 2021. Het merendeel (63%) van de dossiers had betrekking op de strijd tegen illegale tewerkstelling en controles op arbeidsvergunningen

“Zwartwerk is een realiteit. Tussen een plaag voor de economie en een middel om te overleven voor anderen, heeft zwartwerk schadelijke gevolgen voor werknemers, die alle sociale bescherming verliezen. Uitbuiting, ongevallen die niet door de verzekering worden gedekt, of gezondheidsrisico's,... Deze illegale praktijken moeten worden verboden”, stelt de Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt.

Inspecties die niet zonder gevolg blijven

Naast zwartwerk controleerden de inspecteurs vooral dienstencheque- en sociale-economiebedrijven, uitzendkrachten, beroepskaarten en gevallen van vermoedelijke discriminatie bij aanwerving.

Deze controles resulteerden in 294 overtredingen en 60 waarschuwingen. Er moet worden opgemerkt dat de inspecteurs bij een overtreding een proces-verbaal kunnen opstellen, een waarschuwing kunnen geven, een termijn kunnen opleggen om de situatie recht te zetten of een verslag kunnen opmaken ter attentie van de arbeidsauditeur of de procureur des Konings.

Controles op de werkplek

De gewestelijke werkgelegenheidsinspecteurs zien toe op de naleving van de arbeidsreglementering. Het Brussels Gewest telt 27 gewestelijke werkgelegenheidsinspecteurs. Naar aanleiding van een klacht van een burger, alsook op vraag van het gerecht of van andere inspectiediensten, voeren ze op elk moment van de dag of de nacht, en in sommige gevallen in aanwezigheid van de politie, controles uit op de werkvloer.

Lessen op afstand en toekenning van gezinsbijslagen

Lessen op afstand volgen en gezinsbijslagen genieten

De gezinsbijslagen zullen voortaan ook worden toegekend aan jongeren die een cursus op afstand volgen. Vaardigheden verwerven dankzij lessen op afstand, is perfect mogelijk! “E-learning” is een sterk toenemend fenomeen.

Een besluit wijzigt de voorwaarden voor de toekenning van de gezinsbijslagen

Bernard Clerfayt, de Brusselse minister bevoegd voor de Gezinsbijslagen, heeft beslist de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen uit te breiden met de jongeren die lessen op afstand volgen. Tot nu toe konden enkel kinderen die ingeschreven waren voor lessen of opleidingen waarbij ze fysiek aanwezig moeten zijn, deze bijslagen onder bepaalde voorwaarden genieten.

De gezinsbijslagen zullen worden toegekend als de opleiding op afstand minstens 17 uur per week wordt gegeven. De inwerkingtreding van de maatregel is gepland op 1 september 2023.

“Onderwijs op afstand is mogelijk voor tal van sectoren, te beginnen bij de digitale sector”, preciseert Bernard Clerfayt.

6.000 werkzoekenden opgeleid in 2022 dankzij vrijstelling van beschikbaarheid

Zich vormen dankzij de vrijstelling van beschikbaarheid

Alle Brusselse werkzoekenden moeten, eenmaal ze ingeschreven zijn bij Actiris, aantonen dat ze op zoek zijn naar een job. Iedereen… behalve diegenen die een vrijstelling van beschikbaarheid genieten. Dat systeem geeft hen de mogelijkheid om een opleiding te volgen, een stage te doen of opnieuw te gaan studeren, terwijl ze hun werkloosheidsuitkering behouden. In 2022 hebben 5.902 werkzoekenden dankzij de vrijstelling van beschikbaarheid een opleiding kunnen volgen.

De uitdaging van de vaardigheden aangaan

“Het doel van de vrijstellingen van beschikbaarheid bestaat erin de Brusselaars aan te moedigen zich te vormen. Opleiding is de koninklijke weg naar werk. Door hun competentieniveau te verhogen, vergroten werkzoekenden hun kans om een job te vinden, aanzienlijk”, preciseert Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

Het is een onmiskenbaar feit: opleiding heeft rechtstreeks impact op tewerkstelling. Door een opleiding te volgen, verhoogt de werkzoekende zijn kansen om een job te vinden met 30%, zo blijkt uit een studie van Bruxelles Formation.

Het betreft de sectoren die moeite hebben om mensen aan te werven

In 2022 werden 7.309 vrijstellingen toegekend, wat ertoe leidde dat 5.902 werkzoekenden een opleiding konden volgen. 22% van de vrijstellingen werd toegekend voor opleidingen voor beroepen waarin wordt aangeworven.

Andere vaststellingen: vrouwen (57%) hebben meer gebruikgemaakt van deze vrijstellingen dan mannen (43%). Tot slot behoren de begunstigden hoofdzakelijk tot de categorie van de zeer langdurig werklozen (62%), zijnde 24 maanden en langer.

“Deze resultaten tonen het belang van deze maatregel goed aan. Het heeft geen zin om een werkzoekende in de gaten te houden en te controleren in verband met zijn zoektocht naar werk, als hij niet beschikt over de nodige competenties om zich op de arbeidsmarkt in te schakelen. We moeten zijn motivatie om een job te vinden op basis van het opleidingstraject waarvoor hij zich inschrijft, daarentegen wel kunnen evalueren. Opleiding blijft de hefboom die gehanteerd moet worden, om een job te vinden”, besluit Bernard Clerfayt.

Bijna 2 miljoen euro bespaard in 2022, en dat is slechts een begin

De digitale uitgaven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bundelen

“Wij hebben één bureau voor digitale aankopen opgericht. Alle besturen moeten voortaan met deze centrale werken om hun IT-aankopen te doen. De voordelen zijn talrijk: één bestek, één bestelbon en één licentie die tussen de diensten gedeeld dient te worden”, stelt Bernard Clerfayt, die zo het plan voor de optimalisering van de uitgaven, dat opgestart werd in 2021, in herinnering brengt.

Maatregelen, en vooral resultaten

Als gevolg van de maatregelen die vanaf 2022 werden uitgewerkt, zijn de eerste resultaten ter optimalisering van de uitgaven reeds zichtbaar. We noteren een besparing van 1.874.844 euro voor de digitale uitgaven van het Gewest in 2022.

Noden die gebundeld moeten worden

De belangrijkste maatregel betreft de bundeling van de noden. Telefonie, computers, kabels, consultancy-diensten, licenties,… De Brusselse besturen hebben een reeks IT-tools nodig om hun opdracht goed te kunnen uitvoeren. Deze werkmiddelen vertegenwoordigen een aanzienlijke kost voor het Gewest.

Een gezamenlijke helpdesk

Deze stap vooruit ging gepaard met een bundeling van de functies. Zo werden de teams van de helpdesk gereorganiseerd om ervoor te zorgen dat verschillende besturen kunnen gebruikmaken van de dienstverlening van een gezamenlijke helpdesk.

Aanzienlijke besparingen in het vooruitzicht

“De budgettaire situatie van het Gewest zet ons ertoe aan onze manieren van werken te verbeteren. In 2022 werd bijna 2 miljoen euro bespaard, maar tegen 2025 zullen de maatregelen ervoor zorgen dat er 29 miljoen euro kan worden bespaard”, besluit de minister.

Nieuwe gelabelde Openbare Computerruimtes (OCR)

De minister voor Digitale Transitie Bernard Clerfayt maakt de toekenning van nieuwe labels aan de Openbare Computerruimtes (OCR) officieel

De lijst van de gelabelde Openbare Computerruimtes telt twee nieuwe centra. Ze bevinden zich in de gemeente Anderlecht. Vandaag telt het Brussels Gewest 29 gelabelde Openbare Computerruimtes die over de 16 Brusselse gemeenten zijn verspreid.

Wat doen de Openbare Computerruimtes ?

Senioren ondersteunen, de digitale vaardigheden van jongeren verbeteren, huishoudhulpen en werkzoekenden begeleiden op digitaal vlak, IT-materiaal ter beschikking stellen,… Dat zijn een aantal van de talrijke initiatieven die de Openbare Computerruimtes (OCR’s) hebben genomen. Hun opdracht? De burgers begeleiden bij de digitale transitie.

“Administratieve handelingen online uitvoeren, een cv opstellen of gewoon surfen op internet is niet iedereen gegeven. De OCR’s zijn onmisbaar geworden voor de Brusselaars die geen toegang hebben tot een computer of niet de nodige vaardigheden bezitten om IT-tools te gebruiken. De OCR’s ondersteunen, is zich ervan verzekeren dat alle Brusselaars kunnen gebruikmaken van de voordelen van de digitale technologie, en beetje bij beetje de digitale ongelijkheden wegwerken. Het is een kwestie van sociale cohesie”, stelt Bernard Clerfayt.

Kwaliteitsvolle service gewaarborgd

Het veralgemeende gebruik van digitale tools door de diensten aan het publiek leidt tot toegangsmoeilijkheden voor sommige Brusselaars. De meest recente cijfers van de Koning Boudewijnstichting spreken voor zich: bijna één op de twee Belgen is digitaal kwetsbaar.

Het Brussels Gewest en de Brusselse minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt, hebben deze resultaten niet afgewacht om de Brusselaars die weinig vertrouwd zijn met digitale tools, te helpen. Op welke manier? Door het Plan voor Digitale Toegankelijkheid goed te keuren. Een van de initiatieven is het toekennen van een label aan de OCR’s. Om dit label te verkrijgen, moeten de OCR’s aan bepaalde criteria voldoen: ze moeten gratis toegankelijk zijn voor het grote publiek; ze dienen een minimumaantal uur per week geopend zijn; ze moeten voldoende opleidingen aanbieden; er moet een gekwalificeerde begeleider aanwezig zijn; etc. In ruil kunnen de OCR’s gebruikmaken van kwaliteitsvol IT-materiaal, voor een totaalbedrag van 10.000 euro. Dit materiaal wordt geleverd door Paradigm, op basis van het advies van experten ter zake.

Dit vindt u misschien ook interessant:

Gemeenteraadsverkiezingen 2024: vereenvoudigde procedures

Gemeenteraadsverkiezingen 2024: vereenvoudigde procedures

Groen licht in het Brussels Parlement voor de ordonnantie van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, ter modernisering van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek. Een 100% digitale procedure om het leven van Brusselaars bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 makkelijker te maken.

Vereenvoudigde procedures in stembureaus

Het gecentraliseerd elektronisch aanstippen zal het, bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2024, mogelijk maken de kiezers, wanneer ze zich melden bij het stembureau, via een centrale databank aan te stippen. Deze elektronische registratie maakt dus een einde aan de verplichting om manueel papieren aanstiplijsten bij te houden. Deze digitalisering biedt de plaatselijke besturen tal van voordelen: de garantie op een vlottere circulatie in het stembureau, een papierbesparing, een vereenvoudiging van de werkzaamheden en een daling van de kosten.

Voordeel voor volmachten in dezelfde gemeente

Ook de burgers hebben baat bij dit systeem aangezien degenen die bij volmacht stemmen in dezelfde gemeente in hetzelfde stembureau kunnen stemmen, voor zichzelf en per volmacht. 

“Technologie om de technologie heeft slechts weinig waarde, maar wanneer zij daarentegen ten dienste staat van de burgers, is zij zinvol. In dit geval zorgt de digitalisering van de volledige stemprocedure er niet alleen voor dat de procedure sneller verloopt, maar ook dat de kosten gedrukt worden”, besluit Bernard Clerfayt.

Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 bracht 16,47% van de stemgerechtigden zijn stem niet uit, wat een daling is in vergelijking met 2012. Dankzij deze nieuwe procedure wil het Brussels Gewest dit percentage, dat nog steeds te hoog is, nog meer doen dalen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2024.

Dienstencheques: verbeterde arbeidsomstandigheden voor huishoudhulpen

Toezicht op en verbetering van de arbeidsomstandigheden voor huishoudhulpen

Twee prioritaire doelstellingen werden als leidraad gebruikt bij de hervormingswerkzaamheden die door minister Bernard Clerfayt werden uitgevoerd met de sociale partners: de arbeidsomstandigheden van de huishoudhulpen verbeteren en de bescherming van de huishoudhulpen verhogen. Dit hervormingsproject werd goedgekeurd door de Regering.

1. Verbeterde arbeidsomstandigheden in de dienstenchequesector

Opleiding

Elke werknemer zal 16 uur verplichte opleiding krijgen. Elke nieuwe werknemer zal een traject van 9 uur verplichte opleiding moeten volgen, waarvan minstens 2 uur over ergonomie.

Eindeloopbaan

Om de eindeloopbaan te verlichten, zullen huishoudhulpen ouder dan 50 jaar mentor kunnen worden en hun vaardigheden en ervaring ten dienste kunnen stellen voor de begeleiding van een minder ervaren collega. De mentor zal opleidingen op het terrein kunnen verzekeren, individuele gesprekken kunnen voeren en bezoeken op de werkplaats kunnen uitvoeren om te controleren of het materiaal dat de klanten ter beschikking stellen, conform de regels is.

Extra kosten, hoofdzakelijk voor het welzijn van de huishoudhulpen

Een aantal Brusselse ondernemingen rekent hun klanten extra kosten aan. Zij zullen beter begeleid worden en de kosten zullen worden beperkt tot 0,30 eurocent/cheque. Zij zullen hoofdzakelijk gebruikt worden om de kosten te dekken van de huishoudhulpen op het gebied van mobiliteit, opleiding en welzijn.

De toepassing van de maatregelen wordt opgevolgd

De permanente begeleiding van de ondernemingen stelt dat jaarlijks 2 individuele gesprekken en een gezamenlijk gesprek moeten plaatsvinden. In dit kader zullen de instrumenten voor ondersteuning bij opleiding, de uitwisseling van goede praktijken, problematisch gedrag van klanten en de instanties die gecontacteerd dienen te worden in geval van discriminatie of pestgedrag, worden toegelicht.

2. Bescherming van de huishoudhulpen wordt verhoogd

Risicobeperking

Iedere onderneming zal moeten aantonen dat de federale bepalingen worden nageleefd met betrekking tot het jaarlijkse verplichte medisch onderzoek en de risicoanalyse om het risiconiveau voor de gezondheid en de veiligheid op het werk te kunnen uitschakelen of verminderen.

Controle van de arbeidsomstandigheden en verscherpt toezicht

Nieuwe gebruikers zullen akkoord moeten gaan met een verplicht bezoek vooraf, vooraleer er met dienstencheques kan worden gewerkt. Dit bezoek maakt het mogelijk om te bepalen hoeveel werkuren nodig zijn om tegemoet te komen aan de vragen van de klant, en om te controleren of de ruimte gezond is en of er geschikt schoonmaakmateriaal beschikbaar is.

De sector zal beter gecontroleerd worden, zodat de Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie zich ervan kan vergewissen dat deze nieuwe voorwaarden nageleefd worden door de erkende ondernemingen in het voordeel van de huishoudhulpen.

Uitsluiting bij misbruik

Gebruikers die zich misdragen, zullen uitgesloten kunnen worden en geen gebruik meer kunnen maken van dienstencheques.